Gesloten consultaties
Na afloop van de consultatietermijn worden de ingekomen reacties bekeken en wordt eventueel het voorstel voor de wettelijke regeling aangepast. Nadat de ministerraad of de minister besloten heeft over het definitieve voorstel wordt in een verslag op hoofdlijnen informatie verschaft over de belangrijkste resultaten van de consultatie.
Er zijn in totaal 2872 consultaties, waarvan de consultatie is gesloten.
-
Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie
Het ministerie van Klimaat en Groene Groei bereidt een wijziging van de Regeling Nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES) voor. Aan deze Regeling wordt de subsidiemodule Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) toegevoegd.
-
Wet jaarverplichting hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong in de industrie
Met deze wet wordt een jaarverplichting voor industriële gebruikers van waterstof per 1 januari 2026 ingevoerd. Hierbij worden deze waterstofgebruikers verplicht een bepaald percentage hernieuwbare waterstof of hernieuwbare waterstofdragers te gebruiken in hun processen (specifiek: gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong). Dit wetsvoorstel is één van de instrumenten dat nodig is om de doelstelling in artikel 22 bis van de RED III (richtlijn hernieuwbare energie, gewijzigd met Richtlijn 2023/2413) te behalen. Dit artikel bepaalt dat in 2030 de inzet van hernieuwbare waterstof of hernieuwbare waterstofdragers ten minste 42% moet zijn van het totale waterstofgebruik in de industrie in een lidstaat en in 2035 ten minste 60%.
-
Wijziging Regeling energie vervoer 2025
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van de Regeling energie vervoer 2025. In deze conceptwijziging wordt voorgesteld om:
-
Herijking fiscale bodem(voor)recht
Bij de inning van belastingschulden geniet de Belastingdienst een bijzondere positie dankzij onder meer fiscale voorrecht. Dit fiscale voorrecht komt in principe na het hypotheek- en pandrecht, tenzij sprake is van een bezitloos pandrecht dat door een andere schuldeiser is gevestigd op een zogenaamde bodemzaak. In dat geval gaat het fiscale voorrecht boven dat pandrecht (het zogenaamde bodemvoorrecht). Voorts kan de Belastingdienst onder bepaalde voorwaarden verhaal nemen op zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden, maar eigendom zijn van een derde (het bodemrecht). Het bodemvoorrecht en bodemrecht vormen samen het fiscale bodem(voor)recht.
-
Wijziging Besluit energie vervoer REDIII
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van het Besluit energie vervoer. Met deze wijziging wordt een deel van de Europese richtlijn Hernieuwbare Energie (ook wel RED-III) in de Nederlandse regelgeving opgenomen. Deze wijziging verplicht brandstofleveranciers om elk jaar (tot en met 2030) CO2-ketenemissies terug te dringen. De precieze wijzigingen staan beschreven in het document ‘Overzicht wijzigingen’, dat u kunt bekijken onder ‘Relevante documenten’.
-
Wetsvoorstel ter implementatie van het EU Electricity Market Design-pakket
Het wetsvoorstel implementeert het EU Electricity Market Design-pakket dat de Elektriciteitsrichtlijn, Elektriciteitsverordening, REMIT-Verordening en Acer-Verordening wijzigt. Het EMD-pakket is het resultaat van inspanningen van de Europese Unie tot verdere hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt. Op veel punten voldoet de Nederlandse wetgeving al aan de gestelde eisen in het EMD-pakket. Het wetsvoorstel beperkt zich tot de wijzigingen die noodzakelijk zijn om de bepalingen uit het EMD-pakket te implementeren dan wel uit te voeren. Implementatie van de EMD-richtlijn en uitvoering van genoemde verordeningen vindt voor het overgrote deel plaats in het voorstel van de Energiewet (hierna: Energiewet). De Energiewet ligt momenteel ter behandeling voor bij de Eerste Kamer. Daarnaast bevat het wetsvoorstel wijzigingen in de energiebelasting in de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met energiedelen.
-
Klimaatplan 2025-2035
Het kabinet maakt iedere vijf jaar een Klimaatplan gericht op het halen van de nationale klimaatdoelen. Dit is vastgelegd in de Klimaatwet. Dit Klimaatplan laat zien hoe Nederland op koers kan komen om in 2050 klimaatneutraal te worden. De focus van het plan ligt op wat we samen de komende tien jaar gaan doen om dit te bereiken. Het ontwerp-Klimaatplan 2025-2035 gaat in op de laatste wetenschappelijke inzichten over klimaatverandering. Maar ook op de technologische ontwikkelingen en internationale beleidsontwikkelingen. Daarmee bevat het ontwerp-Klimaatplan het nationale beleid, de context waarin het beleid wordt ontwikkeld en de gevolgen van het beleid. Voor meer informatie, lees de publieksvriendelijke samenvatting van het ontwerp-Klimaatplan. Deze vindt u onder het kopje ‘relevante documenten’ op deze pagina.
-
Wijziging besluit capaciteitsverdeling dienstregelingsjaar 2027
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur. Dit besluit bevat onder andere de spelregels waarmee ProRail, als onafhankelijk verdeler van capaciteit, de beschikbare ruimte op het spoor verdeelt. De regels in het huidige besluit werken niet goed bij verdeling van beschikbare ruimte op het spoor tussen concurrerende aanvragen binnen dezelfde deelmarkt (bijv. internationale treindiensten in open toegang).
-
Waddenzee zonering onbemande luchtvaartuigen
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van het Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee en de Regeling zonering onbemande luchtvaartuigen. Onbemande luchtvaartuigen (drones) mogen nu niet boven de Waddenzee vliegen. Terwijl dat in sommige gevallen wel wenselijk is. Met deze wijzigingen wordt het in beperkte gevallen mogelijk om met onbemande luchtvaartuigen in dit gebied te vliegen.
-
Regeling bioveiligheidsplan pluimveehouderij
Om de insleep en verspreiding van dierziekten en zoönosen te verkleinen, is doorlopende en structureel geborgde aandacht nodig voor de bioveiligheid bij alle commerciële pluimveebedrijven in de sector, als onderdeel van het bedrijfsgezondheidsplan. Daarom is het van belang dat alle commerciële pluimveehouders een bioveiligheidsplan gaan opstellen en jaarlijks evalueren, als onderdeel van hun bedrijfsgezondheidsplan dat ook jaarlijks wordt besproken en geëvalueerd. Met deze regeling wordt dit bioveiligheidsplan verplicht gesteld.