Wetsvoorstel woonplaatsbeginsel

Reactie

Naam Pro Persona (Q Fianen)
Plaats Wolfheze
Datum 21 januari 2018

Vraag1

Wat vindt u van het wetsvoorstel en de gemaakte keuzes om het huidige woonplaatsbeginsel te vereenvoudigen?
Een goed wetsvoorstel.
Hierbij wordt het uitgangspunt dat de voor de jeugdhulp inhoudelijk en financieel verantwoordelijke gemeente, de gemeente is waarvan de jeugdige ingezetene is volgens de Wet BRP.

Belang jeugdige centraal
De jeugdhulpplicht in de Jeugdwet stelt centraal dat gemeenten hulp moeten bieden als een jeugdige die nodig heeft. Het is daarom ook een goed idee dat in dit wetsvoorstel het woonplaatsbeginsel wordt losgekoppeld van de gezagsverhouding.

Een jeugdigen kan vanaf 16 jaar, zelfstandig een behandelovereenkomst (WGBO) aangaan zonder de ouders te informeren. Als deze jeugdige bijvoorbeeld op een ander BRP adres woont dan de gezagsdrager(s) kan de jeugdige, met deze wetswijziging, vaak wel snel jeugdhulp aanvragen en krijgen.

Huidige praktijk
Het woonplaatsbeginsel is nu soms zowel voor jeugdigen, gezagsdragers, gemeenten als jeugdhulpverleners een complexe puzzel met kastjes en muren, kluitjes en riet…..

Dit wetsvoorstel doet recht aan de bevinding in rapportage uit 2016 van de Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD) uit 2016. Zie ook:

https://www.transitiecommissiesociaaldomein.nl/actueel/nieuws/2016/september/30/vijfde-rapportage-tsd-transformatie-in-het-sociaal-domein-de-praktijk-aan-de-macht

Soms kunnen gemeenten en zorgorganisaties door het woonplaatsbeginsel niet tot overeenstemming komen over van welke kinderen de zorg gefinancierd moet worden. 'Op dit moment komt het te vaak voor dat kinderen van het kastje naar de muur worden gestuurd', aldus de TSD in 2016.

Gewenste praktijk 2019
Deze “BRP oplossing” lost veel van de huidige woonplaatsbeginsel problematiek, bij bepalen van verantwoordelijk gemeenten, eenduidig en ondubbelzinnig op en is eenvoudig en snel in te voeren.

De GGZ jeugdhulpverlener die cliënten veelal via de verwijsroute (huis)arts aangemeld krijgt kan deze controle snel en eenvoudig door een secretariaat laten uitvoeren (beveiligde koppeling SBV-Z / BRP) en de ouders / en jeugdigen ook snel uitsluitsel geven of de zorgverlener de gemeenten uit deze controle gecontracteerd heeft.

De GGZ jeugdhulpverlener kan vervolgens betreffende gemeente een JW315 bericht sturen. Vervolgens geeft de gemeenten binnen enkele dagen (5 werkdagen) uitsluitsel via een JW301 toewijzing (toestemming/ rechtmatigheidsbericht) of de jeugdhulpverlening kan worden gestart.

Dit wetsvoorstel stelt het belang van de jeugdige voorop en biedt goede oplossingen voor knelpunten.