Wijziging Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro) Ladder Duurzame Verstedelijking

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) past de Ladder Duurzame Verstedelijking (hierna: Ladder) in het Besluit ruimtelijke ordening aan. De wijzigingen hebben als doel de Ladder te vereenvoudigen, zodanig dat de in de praktijk ervaren knelpunten worden opgelost en de onderzoekslasten verminderen, maar de effectiviteit van het instrument behouden blijft.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 24-06-2016
Einddatum consultatie 16-09-2016
Status Regeling in werking getreden
Type consultatie AMvB
Organisatie Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Onderwerpen Ruimtelijke ordening

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

De Ladder verplicht overheden tot het maken van een zorgvuldige ruimtelijke afweging bij het mogelijk maken van nieuwe stedelijke ontwikkelingen in een bestemmingsplan. Het doel is om te komen tot zorgvuldig ruimtegebruik en daarmee het voorkomen van (onaanvaardbare) leegstand en onnodig ‘bouwen in de wei’. De Ladder is daarmee een belangrijk instrument voor een goede ruimtelijke ordening.
De afgelopen jaren is veel kritiek gehoord over de Ladder, zo is de Ladder te ingewikkeld en zorgde het instrument volgens velen voor meer onderzoekslasten. Naar aanleiding van signalen uit de praktijk over knelpunten bij toepassing van de Ladder en de motie van de kamerleden Veldman en Ronnes om de Ladder te versimpelen, heeft de Minister van IenM besloten om de regeling aan te passen. Daarbij is nauw samengewerkt met alle betrokken partijen uit de praktijk en is gebruik gemaakt van de vele suggesties voor vereenvoudiging. Deze wijzigingen hebben als doel de Ladder te vereenvoudigen, zodanig dat de in de praktijk ervaren knelpunten worden opgelost, de onderzoekslasten verminderen maar de effectiviteit van het instrument behouden blijft. Het doel van de Ladder, zoals omschreven in de SVIR wordt breed gedeeld en wijzigt niet.

Relatie met de Omgevingswet
Deze wijziging heeft ook een relatie met de Omgevingswet en de bijbehorende algemene maatregelen van bestuur (hierna: uitvoeringsregelgeving): De vereenvoudiging van de Ladder loopt vooruit op de integratie van de Ladder in de uitvoeringsregels van de Omgevingswet. Onder de Omgevingswet blijft de Ladder een belangrijk instrument voor een evenwichtige toedeling van functies. De Ladder zal via het invoeringsbesluit van de Omgevingswet worden ingevoegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Gemeenten, provincies en projectontwikkelaars.

Meedenkers van gemeenten, de VNG, provincies, het IPO en stakeholders zoals de Neprom, Detailhandel Nederland, de Metaalunie, VNO-NCW, Bouwend Nederland, het EIB, Vastgoedbelang, IVBN, de Milieufederaties, adviesbureaus en advocaten met Lad-derervaring, wetenschappers en vanuit het Rijk de ministeries BZK en EZ zijn betrokken bij, of hebben commentaar geleverd op de verbetervoorstellen van de Ladder.

Verwachte effecten van de regeling

Met de aanpassing van de Ladder wordt gezorgd voor een oplossing van de knelpunten, waarbij de verwachting is dat de Ladder beter hanteerbaar zal zijn, tot minder onderzoekslasten zal leiden en waarbij tegelijkertijd de doeltreffendheid van het instrument behouden blijft.

Doel van de consultatie

De internetconsultatie vindt plaats opdat een ieder de mogelijkheid heeft te reageren op het voorstel tot wijziging van de Ladder. Het ministerie van IenM zal uw opmerkingen zorgvuldig bekijken en trachten hiermee waar mogelijk de regelgeving te verbeteren. Uw reactie kunt u tot en met 16 september 2016 indienen.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Wijzigingen in het Besluit ruimtelijke ordening art 3.1.6, lid 2 tot en met 4 (Ladder voor duurzame verstedelijking):
- Ten eerste een vereenvoudiging door het loslaten van de afzonderlijke “treden” van de Ladder en het schrappen van bepalingen.
- Ten tweede wordt de uitgebreide laddermotivering beperkt tot de stedelijke ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied.
- Tevens wordt het in de praktijk als lastig ervaren begrip “actuele regionale behoefte” vervangen door het eenvoudiger begrip “behoefte”. Daarbij wordt de aansluiting van de Ladder bij het geheel aan vereisten aan een toelichting bij een bestemmingsplan verduidelijkt.
- Tot slot wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, waarmee het mogelijk wordt een dubbele laddertoets bij flexibele plannen te voorkomen.

Meer informatie