Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand

Reactie

Naam Belangengroep Arbeidsbeperkten (M.E. de Nivelle)
Plaats Amsterdam
Datum 9 januari 2020

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen.

Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
L.S,
Het is belangrijk dat de cliënt in het contact met respect bejegend wordt, want het is al vervelend genoeg om in een afhankelijke uitkeringssituatie te zitten. Als iemand een passende tegenprestatie levert dan is het wederkerig en dan moet het ook klaar zijn. Iemand moet dan niet meer gezien worden als een profiteur en gelijk worden behandeld met iemand die werkt. Zie ook de bijlage.
Als iemand een leer-werktraject krijgt aangeboden en hij is vanwege een beperking maar voor een beperkt aantal uren belastbaar, dan moet het ook mogelijk zijn dit traject in deeltijd te volgen en er wat langer over te doen. Het zou jammer zijn als iemand niet de kans zou krijgen voor een leerwerk-traject, omdat hij de belasting in uren niet aan kan. Veel leertrajecten hebben 1 dag in de week school en dan 3 of 4 dagen werken en dat is voor mensen die een arbeidsbeperking hebben vaak een te grote belasting in uren, terwijl ze er wel de capaciteiten voor hebben. Niet alleen mensen met een officiële medische urenbeperking zijn beperkt belastbaar. Uit onderzoek is gebleken dat ook mensen met een arbeidsbeperking, maar zonder officiële medische urenbeperking, gemiddeld maar 25 uur per week belastbaar zijn voor werk en studie samen. Bij een te grote belasting worden ze sneller ziek en daar heeft niemand iets aan.

Bijlage