Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Reactie

Naam Stichting Civil Care (Drs. S. van Arum)
Plaats Utrecht
Datum 16 juni 2021

Vraag1

Wat zijn volgens u de positieve aspecten van het toekomstscenario en waarom vindt u dat?
Stichting Civil Care implementeert de landelijk omarmde visie ‘Gefaseerd samenwerken voor veiligheid’ in de Veilig Thuis regio’s en binnen betrokken organisaties. In het recente cohortonderzoek van het Verwey Jonker Instituut blijkt de ‘focus op veiligheid’ in de samenwerking een van de belangrijkste succesfactoren om intergenerationeel geweld te stoppen. Dat het geschetste toekomstscenario de implementatie van deze visie ondersteunt is positief en richtinggevend.

Het tweede positieve aspect is de stevige positionering van de lokale teams. Directe veiligheid kan alleen gerealiseerd worden als de betrokkenen zelf, hun netwerk en de hulpverleners dicht bij het gezin hierin samenwerken. Civil Care acht de rol van goed toegeruste lokale teams cruciaal, zowel voor het realiseren van directe als stabiele veiligheid en het inzetten van herstel voor alle betrokkenen. Zij bevinden zich in de leefomgeving van cliënten én blijven in alle te doorlopen fasen betrokken. Ons advies is daarom ten behoeve van de continuïteit de coördinerende taak in veiligheidscasussen bij de lokale teams te beleggen. De gebiedsgerichte samenwerking van lokale teams en de regionale veiligheidsteams kan een grote bijdrage leveren om dichtbij, met vaste hulpverleners, veiligheid en herstel te realiseren en te monitoren of er geen sprake is van terugval.

Het derde positieve aspect zien wij in de integrale aanpak van -9 maanden tot 100+, zowel binnen de lokale teams als bij het voorgestelde regionale veiligheidsteam. Een van de grootste obstakels in het huidige systeem is de harde knip in de hulpverlening voor jeugd en volwassen. Daardoor is een integrale, systeemgerichte aanpak bijna onmogelijk. Dat ook de volwassen GGZ hierin meegenomen wordt, is grote winst, want noodzakelijk om resultaat te kunnen boeken.
Dat bij gedwongen maatregelen (wanneer noodzakelijk voor de veiligheid als toevoeging op de al ingezette zorg) op maat gekozen kan worden voor een bestuurs-, straf- of civielrechtelijke maatregel, is een pluspunt.

Als vierde aspect willen we noemen dat de integratie van taken die in het huidige stelsel worden uitgevoerd door 3 verschillende organisaties (Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming) een goede ontwikkeling is. We zien hierin mogelijkheden voor een betere en snellere ondersteuning voor betrokkenen. Ook worden hiermee de dubbelingen uit de taken gehaald en hebben betrokkenen met minder verschillende mensen te maken.

Vraag2

In hoeverre denkt u dat het toekomstscenario de condities schept om kinderen, gezinnen en huishoudens effectief hulp te bieden en te beschermen en waarom vindt u dat?
Civil Care onderschrijft de aanpak die zich richt op samenhangende hulp, steun en waar nodig juridische maatregelen, voor álle betrokkenen. Om een voorbeeld te noemen: als ouders onvoldoende bestaanszekerheid ervaren, kan de stress zo hoog oplopen dat het tot een onveilige opgroeisituatie voor kinderen leidt. Omgekeerd kan voldoende weerbaarheid, draagkracht en steunend netwerk bij ouders, zorgen voor een veilige opgroeisituatie voor de kinderen. Het oplossen of verminderen van bestaansonzekerheid en psychische ontregeling (en hun wisselwerking) is van groot belang voor een veilige omgeving voor alle betrokken gezinsleden.

Vraag3

Welke aandachtspunten en/of suggesties wilt u verder nog meegeven voor het toekomstscenario en de implementatie ervan?
Civil Care ziet als belangrijke aandachtspunten en/of suggesties:
1. De focus moet blijven liggen op de bedoeling van deze aanpassing van de beschermingsketen. Het risico bestaat dat de structuurwijziging veel energie en aandacht vraagt, waardoor de aandacht voor de inhoudelijke ambitie naar de achtergrond verdwijnt.
2. Graag aandacht voor expliciete aansluiting bij de inmiddels breed omarmde visie ‘Gefaseerd samenwerken voor veiligheid’. Het zou versterkend werken voor het draagvlak van het toekomstscenario als deze visie, die sinds 2016 in toenemende mate zorgt voor een domeinoverstijgende gemeenschappelijke taal, als onderliggend wordt opgenomen;
3. Het regionale veiligheidsteam zou aanvullend moeten werken op de lokale teams. Waak ervoor dat het geen opschalingsmodel wordt, waarbij de lokale teams via het regionale veiligheidsteam specialistische kennis of zorg moeten inschakelen van bijvoorbeeld de verslavingszorg. Om bureaucratie en inefficiëntie bij de inzet van professionals te voorkomen moet een benodigd specialisme, ook in het kader van de veiligheid, laagdrempelig rechtstreeks door het lokale team kunnen worden bijgeschaald.
4. Versterk de in gang zijnde ontwikkeling bij lokale teams om zich beter toe te rusten bij het ondersteunen van structureel onveilige huishoudens.
5. Deze ontwikkeling staat niet op zichzelf. Leg verbinding met ontwikkelingen zoals het verminderen van uithuisplaatsingen van kinderen. Zolang bij ouders het angstbeeld bestaat dat “jeugdzorg je kinderen uit huis plaatst”, bestaat het risico dat de belangrijke laagdrempeligheid van lokale teams in het gedrang komt en daarmee een belangrijke voorwaarde voor dit toekomstscenario teniet wordt gedaan.
6. Het toekomstscenario vraagt om een domeinoverstijgende aanpak. Dat vraagt ook om ontschotting binnen de gemeentelijke organisatie van Jeugd, WMO, Participatie en Veiligheid
7. Structurele onveiligheid kan alleen doorbroken worden door samenwerking met de betrokkenen, hun netwerk en belangrijke derden, bijvoorbeeld de huisarts en de school. Ook de lokale zorg is echter verkokerd. Facilitering van deze samenwerking (domein- en financieringsstromen overstijgend) is noodzakelijk.

Vraag4

Wilt u vanuit uw kennis en ervaring nog nader reflecteren op een of meerdere van onderstaande aspecten van het toekomstscenario? Zo ja, dan ontvangen we graag hieronder (of in de bijlage) uw schriftelijke reactie hierop. Zo nee, dan kunt u deze vraag overslaan.

- De noodzakelijke condities voor het waarborgen van de rechtsbescherming en rechtsgelijkheid van kinderen, gezinnen en huishoudens
- De noodzakelijke condities voor het waarborgen van een gezinsgerichte aanpak (denk aan combinaties van hulp, bestaanszekerheid, volwassen GGZ)
- De brede verbinding van het toekomstscenario met de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties (0-100)
- De toepassing van rechtspraak in de gezinsgerichte aanpak (denk aan combinaties van juridische instrumenten en interventiemogelijkheden gericht op opvoeders)
- De taken en expertise van het lokale team
- De noodzakelijke condities voor het tijdig betrekken van specialistische expertise door de lokale teams, zoals die van het Regionaal Veiligheidsteam en de volwassen GGZ
- De taken en expertise van het Regionaal Veiligheidsteam
- Passende schaalgrootte van het Regionaal Veiligheidsteam
- De condities voor integrale sturing zorg-veiligheid
- Vereenvoudiging van verschillende toezichtmechanismen
Enkele reflecties op deze aspecten zijn hiervoor meegegeven.
Ten behoeve van rechtsbescherming van kinderen, gezinnen en huishoudens is bij signalering, contactleggen met ouders, analyse en aanpak meer aandacht nodig voor de feitelijke onveiligheid. De trage omslag van risicodenken naar veiligheidsdenken (op basis van feitelijke onveilige gebeurtenissen) in het stelsel moet doorzetten om slecht gefundeerde beslissingen op basis van aannames, het gebruik van containerbegrippen en discussies over waarheidsvinding te voorkomen.

Een scherper oog voor de feitelijke en tot directe schade leidende gebeurtenissen en de herhaling daarvan maakt snel duidelijk wanneer de ingezette aanpak wel of niet voldoende snel toereikend is en of er bijschaling van specialisten van het regionaal veiligheidsteam en/of van de GGZ, de LVB zorg of de Verslavingszorg nodig is om de schade te stoppen.

We willen hier nogmaals benadrukken dat inzet vanuit de volwassen ggz een cruciale conditie is. Deze inzet moet als aanvullend specialisme, waar nodig voor de veiligheid, rechtstreeks voor het wijkteam beschikbaar zijn. We hebben in de wijk een GGZ nodig, die zich beweegt in de leefwereld van mensen en een actieve rol in het vergroten van de veiligheid van alle leden van het huishouden actief op zich neemt. Zorg voor een niet vrijblijvende inbedding van de zorgverzekeraars, GGZ-aanbieders en hun beroepsverenigingen in dit toekomstscenario.

Een belangrijke conditie voor een integrale aanpak zorg-veiligheid is borging van de continuïteit in de periode van 1 tot 2 jaar die huishoudens nodig hebben om van structurele onveiligheid naar herstel te komen. Hiervoor is inhoudelijke veiligheidscoördinatie van de gefaseerde domeinoverstijgende inzet van samenwerkende professionals nodig. We gebruiken hier met opzet niet het woord regie omdat die term vaak gekoppeld is aan 1 organisatie of samenwerkingsverband en daarmee een gemeenschappelijk gedragen aanpak in de weg kan staan.

Om de kennis en perspectieven van zowel alle leden van het huishouden als de professionals van zeer diverse pluimage recht te doen is een casusoverlegstructuur nodig die de gemeenschappelijke taal van de Visie Samenwerken voor veiligheid hanteert. Dit is een voorwaarde om te komen tot gefundeerde doelen bij de gezamenlijke inspanning om tot stabiele veiligheid en herstel te komen. Zonder deze structuur leidt de complexiteit van de problematiek tot niet resultaatgerichte overleggen en niet gedragen besluiten.

Bijlage