Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein

Reactie

Naam Centrum voor Publieke Innovatie (R. Rentinck)
Plaats Middelharnis
Datum 31 mei 2020

Vraag1

Bij de totstandbrenging van dit conceptwetsvoorstel is gezocht naar een balans tussen enerzijds de voorgestelde gemeentelijke taken en daarvoor noodzakelijke gegevensverwerking bij meervoudige en ernstige problematiek en voor de meldpunten niet acute zorg en anderzijds de waarborgen voor de burger ter bescherming van zijn privacy. Wij zijn in het bijzonder benieuwd naar uw opvatting over de verwachte effecten van de nu voorgestelde regeling.
Wij zijn positief over dit wetsvoorstel en denken dat een aantal lastige problemen in de uitvoering van zorgverlening aan burgers hiermee verdwijnen, zeker in geval van complexe meervoudige problematiek. Wel hebben wij een aantal suggesties waarvan wij denken dat ze de acceptatie van de wet vergemakkelijken en suggesties die de invoering kunnen vergemakkelijken.

Afbakening rol gemeenten en zorgverleners gewenst:
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de rol van de gemeente als financier van de zorg en bewaker van de effectiviteit daarvan enerzijds en de rol van professionals in de daadwerkelijke uitvoering van de zorg anderzijds. U maakt in de tekst over het, in deze wet, ruimere recht van de gemeente om gegevens te verwerken geen onderscheid tussen deze rollen. Om deze reden zouden er maatregelen moeten worden genomen waardoor de scheidslijn tussen verantwoordelijkheid voor het proces en verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de zorg behouden blijft. Dit is belangrijk omdat, zonder deze scheidslijn de gemeente niet meer als onafhankelijke controleur kan optreden boven de andere betrokken partijen.

Gebruik maken van bestaande wettelijke mogelijkheden en de bijbehorende hulpmiddelen en werkwijzen:
De nieuwe wet biedt de gemeente mogelijkheden om haar rol als coördinator van te leveren zorg beter te vervullen. Binnen de zorgverlening aan jeugdigen heeft de gemeente, middels de Verwijsindex Risicojongeren, reeds een werkend instrumentarium om de samenwerking tussen verschillende bij hetzelfde kind betrokken professionals te kunnen coördineren, om in te grijpen als de regie niet genomen wordt en om te sturen naar gezinsaanpak omdat ook samenwerking rondom broers of zussen in de wet geregeld is. Uw nieuwe wetsvoorstel biedt deze mogelijkheid nu ook voor andere leeftijdsgroepen en voor andere situaties. Bovendien maakt deze wet het mogelijk om het bestaande instrumentarium uit te breiden met op directe actie gerichte signalen. Wij stellen voor dat bij de introductie van de wet nadrukkelijk aandacht gegeven wordt aan de relatie van de nieuwe mogelijkheden met de mogelijkheden, zoals de VIR, die er al zijn. Er zijn al meerdere gemeenten die de methodiek van de VIR voor alle leeftijdsgroepen toepassen.

Vraag2

Wat vindt u van het voorstel en de toelichting daarop?
Formulering rondom foutief gebruik toestemming als grondslag om gegevens te verwerken:
U geeft aan dat “de wet een einde maakt aan het onterecht gebruik van toestemming als grondslag om gegevens te verwerken en te delen”. U bedoelt hiermee waarschijnlijk: “ De gemeenten hebben bij eerdere wetswijzigingen de verantwoordelijkheid gekregen om zorg aan hun burgers te faciliteren en te coördineren, maar kregen daarbij geen voldoende beschreven wettelijke bevoegdheid om de daarbij noodzakelijke verwerking en deling van gegevens uit te voeren. Om deze reden moest er door hen noodgedwongen worden teruggegrepen op het beginsel van toestemming. Aan deze noodzaak is met deze wet een einde gekomen en daarmee is de discussie over de rechtvaardigheid van de toestemmingsgrondslag (is de toestemming vrijelijk gegeven) niet meer aan de orde.

Nieuwe kansen:
Wellicht biedt dit juist ruimte om na te denken over hoe toestemming juist wél gebruikt kan worden. Naar onze mening kunnen burgers véél vaker betrokken worden bij vragen waarbij gegevens over hun situatie worden gedeeld. Dit zou de norm moeten zijn, waarvan wordt afgeweken als het niet anders kan. De nieuwe wet biedt mogelijkheden om die situaties waarin het niet anders kan te regelen, laten we dan ook de normale situatie, waarin burgers prima betrokken kunnen worden, gaan regelen.

Verwerken persoonsgegevens over gezondheid genuanceerder benoemen:
U geeft aan dat “het college persoonsgegevens mag verwerken van de cliënt en zijn gezinsleden, waaronder gegevens over de gezondheid….”. De wantrouwende lezer zou hierin kunnen lezen dat de gemeente het recht krijgt om inhoudelijke medische dossiers op te vragen. U bedoelt waarschijnlijk dat “ter uitoefening van haar coördinerende functie, het college gegevens mag verwerken die aangemerkt zouden kunnen worden als gegevens over de gezondheid. Het gaat hierbij niet om medisch inhoudelijke gegevens maar om gegevens die nodig zijn voor de vaststelling, door professionals, van eventueel noodzakelijke verdere zorg en voor de coördinatie hiervan.” Deze nuancering (of een andere, betere) voorkomt dat mensen de angst krijgen dat de gemeente voortaan onbegrensd toegang krijgt tot gevoelige medische informatie. Dergelijke angst kan, ook al is ze onterecht, de invoering van de wet verlammen.