Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam EJ Veldhuizen
Plaats Odiliapeel
Datum 24 augustus 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

Zuinig omgaan met grondstoffen, die dus niet verbruiken maar gebruiken / hergebruiken. Het maakt niet uit of het om basismaterialen gaat of energie. Je kan een grondstof maar één keer verbruiken! NB verbranden van b.v. plastic afval om warmte mee op te wekken en dat milieuvriendelijke noemen = stupide. Afval moet hergebruikt worden. Het is goed dat Nl. maatregelen neemt tegen misbruik van grondstoffen. Broeikasgas is niet een probleem maar een gevolg! Wat is nu de echte root cause? De root cause is niet aardgas verbranden. Het probleem == de hoeveelheid mensen; allen egoïstisch van aard. Het individu kan je het niet kwalijk nemen dat hij zich wil verbeteren. Maar als 6 miljard mensen morgen dezelfde levenstandaard willen? De machspelletje de wereld, oorlogen werken averechts . Idioten zoals Poetin, Erdogan, Trump, Kim etc vernietigen een enorm potentieel aan middelen die beter ingezet hadden kunnen worden

bij 1-b. Partijen zijn voor bezig met eigen belang, mooie duurbetaalde banen. Er zijn ongetwijfeld enige idealisten die oprecht een betere wereld nastreven. Maar 90 % is alleen maar bezig met zijn eigen baantje. Dat het dan gaat om het milieu is alleen maar voor het eigen geweten en om dat te sussen. Ik zou zeggen breng de geldstromen goed in kaart en kijk waar die heengaan? Wie heeft er voordeel van die geldstroom? Wordt het milieu of de wereld er beter van? Het sneue is dat gewone burger via de belasting altijd de melkkoe is en altijd de rekening mag betalen. De veroorzaker van de ellende is vertrokken of wast zijn handen in onschuld. Kijk even naar Amserdam (AVR). Hier bij mij in de straat staat een duur subsidie project van Alterra, zg om warmte op te wekken met hout en snoeiafval (alleen dat is snoeiafval is er helemaal niet), dus wordt er gewoon aardgas verstookt. En zo zijn er nog veel fiasco's. De Tesla subsidie is ook zo lachertje. Nieuwe ideen uitproberen is prima, daar geld in stoppen prima. Maar je gaat toch geen Amerikaanse fabrikant subsidiëren die auto's produceert die op stroom rijden die opgewekt wordt door verbranding van kolen of bruinkool? hoe dom ben je dan eigenlijk als overheid?

Het probleem = internationaal. Het heeft wereldwijd weinig effect als Nederland overstapt op zonne-energie, als Duitsland bruinkool verstookt, de amazone in de fik staat en Indonesië palmolie plantages aanlegt in het oerwoud. Micro management in Nederland lijkt daadkrachtig maar lost op wereldschaal geen fluit op.

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
We zouden op een betaalbare manier naar een volledig circulaire samenleving moeten (wereldwijd) met 100 % hergebruik van materialen en 0% verbruik van grondstoffen. Een uitdaging is opslag van energie en een geschikte circulaire energiedrager (bv waterstof).
We moeten ook de millieumaffia de mond snoeren die probeert de koeien de schuld te geven en mensen een schuldgevoel aanpraat. Het probleem is niet koeien of varkens maar teveel mensen. Agressief als de diersoort mens helaas is, blijft de mens maar voortplanten ten nadele van heel veel andere aardbewoner.

Vraag3

- Samenwerking met andere landen -

Alle Europese lidstaten stellen, net als Nederland, een plan op (INEK) waarmee ze inzicht bieden in hun energie- en klimaatbeleid voor de periode 2021 tot en met 2030. Deze plannen vormen een instrument om het energie- en klimaatbeleid van de lidstaten onderling beter af te stemmen. Op een aantal onderwerpen werkt Nederland nauw samen met de buurlanden of met andere Europese lidstaten. Een aantal voorbeelden van samenwerking zijn:
• Het Nederlandse elektriciteitsnet is verbonden met de netwerken van andere West-Europese landen. Dit maakt internationaal transport van elektriciteit makkelijker, efficiënter en goedkoper. Voor gebruikers resulteert dit in lagere kosten en een hogere leveringszekerheid: de zekerheid dat er altijd elektriciteit uit het stopcontact komt.
• Met landen aan de Noordzee aan de ontwikkeling van windenergie op zee in internationale wateren.
• Nederland werkt in EU programma’s met andere regio’s, steden en lidstaten aan nieuwe innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam vervoer en slimme elektriciteitsnetten die vraag en aanbod van elektriciteit slim aan elkaar kunnen koppelen

Vraag 3a: Waar zou volgens u de samenwerking met andere lidstaten op gericht moeten zijn? Wat vraagt om samenwerking op Europees niveau en wat zou een plek moeten krijgen in samenwerking met (een kopgroep van) gelijkgestemde lidstaten?

Vraag 3b: Wat kunt u zelf bijdragen, en welke ondersteuningsbehoefte heeft u?
Zie mijn opmerkingen bij 1. Het koppelen en verbeteren van elektriciteitsnetten is prima, maar getuigt van weinig visie. Europa zou meer moeten investeren in opwekken en opslaan van energie die opgewekt wordt tijdens momenten dat er veel zon, wind, golfslag etc. is. Maar energie is maar een klein onderdeel van de houdbaarheid van de mens en het leven op aarde. EU kan inzetten op technologie die ons vooruit helpt. De EU is echter een tandeloos, besluiteloos stelletje kissebissende kapitaalverslinders. Die Europese politiek en Europese leiders gaan de wereld niet redden. We worden compleet voorbij gestreefd door landen die de handen uit de mouwen steken (bv China, India).

Ik zou of grid willen en onafhankelijk van grote energiemaatschappijen. Maar die technologie is er niet en is ook niet in het belang van de overheid (geen energie belasting meer innen, geen btw) of de Shell en Vattenvalls (is tegen hun verdienmodel). Verder gaat het me dagelijks aan het hart wat ik allemaal weggooi (plastic verpakkingen blik, enz). Mijn oma ging met een eigen kan melk halen bij de melkboer (nul afval). Ga eens bij de McDonalds staan SCHANDELIJK, maar dat is wel een goed beeld van de algemene manier van doen.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Pas op dat de overheid niet allerlei complexe en fraudegevoelige subsidie regels bedenkt. Da werkt alleen maar weer misbruik in de hand. Allerlei regelingen moeten natuurlijk achter een bureau bedacht worden, op papier uitgevoerd en dan gecontroleerd. Dat kost allemaal menskracht die niets toevoegt (added cost in plaats van added value).

Ik zou best off grid willen en naar "nul- afval". Maar voor mij is dat gewoon een kosten baten plaatje. Dus wat kost het me en hoe verdien ik dat terug.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
Nu hebben we het dus precies over het echte probleem waar in alle discussies omheen gedraaid wordt. Veel varkens maken de spoeling dun luidt het Nederlandse spreekwoord. 9,5 miljard mensen zijn heel veel spreekwoordelijke "varkens". Die elkaar straks de tent uitvechten voor de laatste bloemkool (want dat is nu eenmaal de menselijke aard). Het echte probleem is hoe we de wereldbevolking terugbrengen naar 1 Miljard mensen. Dan is er ook weer ruimte voor de tijger, de neushoorn en nog wat van dat soort aardbewoners. Wie of wat is de mens dat wij ons de arrogantie aanmeten dat voor ons alles moet wijken?

Vraag6

- Participatie bij duurzame elektriciteitsopwekking -

Het kabinet vindt het van belang dat burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Met ‘participatie’ worden meerdere dingen bedoeld. Het gaat over het goed betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van plannen voor zonne- en windparken, en bij het bouwen van de parken. Dat betekent onder andere dat mensen goed geïnformeerd worden, dat zij ideeën en suggesties kunnen aandragen, kunnen meedenken, en kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Participatie bij zonne- en windenergie gaat ook over financiële participatie; wanneer bijvoorbeeld burgers, bedrijven of coöperaties geld investeren in een project en/of opbrengsten van een project ontvangen, bijvoorbeeld door uitkering van winst of via een omgevingsfonds voor de gemeenschap.

Op dit moment verzamelen overheden, bedrijven en andere organisaties kennis over hoe burgers en bedrijven kunnen participeren in zonne- en windparken. Dit wordt onder andere opgeschreven in een zogenaamde ‘handreiking’ over participatie in energieprojecten.

Vraag 6: Op welke manier(en) zou u willen participeren in zonne- en windenenergieprojecten en wat vindt u hierbij belangrijk? U kunt hierbij denken aan bovengenoemde voorbeelden, maar ook aan andere vormen van participatie.
Energie opwekking = voor een economische aangelegenheid. Wat kost het me en wat levert het op (terugverdientijd).

Energieverbruik is slechts een gevolg van een ander probleem == teveel mensen

Vraag7

- Het stimuleren van elektrische voertuigen -

Om de klimaatimpact van de manier waarop we ons vervoeren te verlagen is een verschuiving nodig naar schone vormen van mobiliteit. Voor autoverkeer zijn elektrische voertuigen, aangedreven door duurzaam opgewekte elektriciteit, hard nodig voor die verschuiving. Het kabinet wil daarom de aanschaf van elektrische voertuigen stimuleren, als ook het leasen van elektrische auto’s. Dit geldt voor personen-, bestel- en vrachtauto’s. Daarvoor stelt de overheid subsidies beschikbaar.

Vraag 7a: Waar dient het kabinet rekening mee te houden bij de vormgeving van deze subsidies?

Voor de stimulering van elektrische auto’s onderzoekt het kabinet een subsidie bij de aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische personenauto, het verstrekken van laadtegoed en een subsidie voor een laadpaal en/of batterijgarantie.

Vraag 7b: Wat vindt u van deze instrumenten? Zijn er nog andere manieren om de aankoop van een elektrische auto aantrekkelijk te maken?

Vraag 7c: Wilt u nog andere overwegingen aan het kabinet meegeven voor de uitvoering van het klimaatbeleid voor mobiliteit?

Elektrische auto's werken technisch prima. De accu is een probleem. Investeer niet in elektrische auto's maar in opslag van elektrische energie. Kijk naar alternatieven voor benzine. Welk materiaal of welke grondstof die ruim voorradig is kan net zoveel energie bevatten per kg als benzine. Daar moet je als overheid op inzetten.
Het subsidiëren van elektrische auto's zoals we die nu kennen is stupide. Als iemand zo'n ding wil laat hem die dan vooral kopen. Hoe zit het ook alweer met hergebruik van die elektrische auto? Subsidieer een 100 % circulair voertuig (en dat is de Tesla zeker niet).

Bij de elektrische auto is verder de elektriciteit een issue. Die moet opgewekt worden. Nu is dat nog vaak met kolencentrales. Dus opwekking van elektrische energie en opslag verdient aandacht. Waterstof is ook een alternatieve energie drager.

Laadpalen en dergelijke zijn niet erg visionair. Daar gaan we in 2050 niet 9 Miljard mensen mee op weg helpen.

Vraag8

- De bijdrage van circulaire economie aan de klimaatopgave -

Voor het klimaatvraagstuk maakt het niet uit of de emissies en emissiereducties binnen of buiten Nederland plaatsvinden. Internationaal is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt gemonitord op de plaats waar de emissies plaatsvinden. Dit wordt ook wel de “schoorsteenbenadering” genoemd. Er kunnen zich situaties voordoen waar het reduceren van emissies aan de schoorsteen resulteert in hogere (of lagere) emissies elders in de (internationale) productieketen. De schoorsteenbenadering houdt dus geen rekening met emissies die bepaalde activiteiten elders veroorzaken of voorkomen.

Hoewel de schoorsteenbenadering emissies elders in de keten buiten beschouwing laat, is deze aanpak nodig om nationale emissies onderling te kunnen vergelijken, en af te zetten tegen het doelbereik. Voor de nationale doelstelling van 49% CO2-reductie wordt daarom alleen naar nationale CO2-reductie gekeken. Omdat circulaire maatregelen gericht zijn op het sluiten van grondstofketens, vinden de CO2 effecten van deze maatregelen vaak plaats op verschillende plekken in een (internationale) productieketen. Om de kosten van de transitie voor de Nederlandse burger laag te houden, is het kabinet op zoek naar circulaire maatregelen die potentieel hebben om (vooral) in Nederland veel CO2 te reduceren.

Vraag 8: Welke circulaire diensten of concepten kunnen volgens u positief bijdragen aan het kostenefficiënt reduceren van CO2 op het Nederlandse grondgebied?
De toelichting is alleszeggend. De politiek sluit internationaal een of ander akkoord over schoorstenen. We kijken alleen naar ons eigen straatje . Beetje dom he.

Vraag9

- De ruimtelijke inpassing van de energietransitie -

De transitie brengt veranderingen mee in de fysieke leefomgeving. Een duurzaam energiesysteem vergt meer ruimte dan een fossiel systeem. Deze ruimte is in Nederland – waar elke vierkante meter al een (of meerdere) bestemming(en) heeft – niet vanzelfsprekend. Een goede ruimtelijke aanpak van de transitie, inclusief het maken van (soms ingrijpende) ruimtelijke keuzen, is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Vraag 9: Op welke wijze denkt u dat het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld windmolens en zonnepanelen vergroot kan worden?
Zonnepanelen in elk geval niet in bouwland en akkerland aanleggen. Leg eerst alle daken van hallen en gebouwen vol. Al die gemeentes die met zonneparken bezig zijn op braakliggend industrie terrein zijn niet circulair bezig. Zij verbruiken agrarisch land. Dat is net zo dom als oerwoud affakkelen voor palmolieplantages of grondstoffen winning.