Geschilbeslechting sociaal domein

Reactie

Naam gemeente Lochem (V. Vroege)
Plaats Lochem
Datum 30 oktober 2017

Vraag1

Bent u het eens met dit voorstel? Zouden ook geschillen over andere voorzieningen in het sociaal domein dan voorzieningen op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zo een procedure moeten krijgen?
Nee.
De keuze voor het decentraliseren van de zorgtaken in het sociaal domein betekent ook dat gemeenten een zekere mate van vrijheid hebben over de invulling daarvan. Dit zou ook moeten gelden voor de wijze waarop met klachten / meldingen en bezwaren wordt omgegaan afgebakend door het bestaand wettelijk kader dat voldoende waarborgen geeft. Gemeenten staan voor hun verantwoordelijkheid. Het is goed om in dialoog met cliënten, zorgaanbieders en gemeente na te denken over een adequate en laagdrempelige vorm van geschil beslechting waarbij een 1e loket voor klachten / meldingen en bezwaren een idee zou kunnen ook in geval het de private aanbieder betreft. Echter in dat laatste geval zou de gemeente niet meer dan doorgeleider moeten zijn en mogelijk regie kunnen houden op de voortgang. Echter dit zal zeker niet voor alle gemeenten zinvol dan wel nodig zijn.

Vraag2

Bent u het eens met het uitgangspunt dat in het voortraject de verschillende bezwaar- en klachtprocedures bij de gemeente en de private (zorg)aanbieder moeten worden vervangen door één voorprocedure bij de gemeente, waarin zowel het handelen van de gemeente als dat van de private (zorg)aanbieders aan de orde kan worden gesteld?

Nee, niet mee eens. De klachten- en bezwaarprocedure zoals opgenomen in de Awb zijn meer dan voldoende en bieden voldoende waarborgen. In de praktijk zijn gemeenten (dan wel overheid gedomineerde stichtingen, B.V.'s en coöperaties) al heel actief naar inwoners toe en is er ook cliëntondersteuning die mede behulpzaam kan zijn ingeval er klachten/bezwaren zijn.
Voorkomen moet worden dat er verweving ontstaat tussen privaatrechtelijke belangen en bestuursrechtelijke verantwoordelijkheden (en rechten).
Daarnaast blijft elke privaatrechtelijke organisatie verantwoordelijk voor zijn eigen klachtafhandeling, die moet vooral niet uit handen worden genomen.

Vraag3

Hoe denkt u over het voorstel om de termijn om bezwaren in te dienen bij de gemeente op zes maanden te stellen in plaats van de in het bestuursrecht gebruikelijke termijn van zes weken?
Zeer slecht idee! Niet aan de termijnen gaan knoeien. Klachtrecht is al goed geregeld in de Awb, met langere termijn. Bezwaartermijn van 6 weken is essentieel om te behouden. Wanneer een beschikking niet goed is, is er wat aan de hand! Langere termijn kan alleen maar slechter uitpakken voor de cliënt.

Vraag4

Bent u het eens met het uitgangspunt dat, als de burger en de gemeente of de private (zorg)aanbieder er samen niet uitkomen, het gehele geschil aan de orde moet kunnen komen bij de bestuursrechter of ombudsman, of het nu gaat om een besluit van de gemeente, een andere handeling van de gemeente of een handeling van een private (zorg)aanbieder?
Nee, huidig (wets)systeem biedt voldoende waarborgen.

Vraag5

Bent u het ermee eens dat de bestuursrechter bij zijn beoordeling van het gehele geschil dan ook naar nieuwe omstandigheden kijkt en niet alleen naar de omstandigheden ten tijde van het bestreden besluit of de bestreden handeling?
Dat gebeurt nu ook al.

Vraag6

Wat vindt u van het voorstel om de bestuursrechter extra uitspraakbevoegdheden toe te kennen, zodat hij niet alleen de gemeente, maar ook de private (zorg)aanbieder kan opdragen een handeling te verrichten of na te laten? Wat vindt u van het voorstel de bestuursrechter de bevoegdheid te geven om de private (zorg)aanbieder tot schadevergoeding te veroordelen, los van de gemeente?
Zeer slecht idee, om meerdere redenen.
Het is de gemeente die met de aanbieder afspraken maakt en als die niet goed zijn bevonden is het aan de gemeente om daarin verantwoordelijkheid te nemen. Als gemeenten en aanbieder vervolgens een geschil hebben is dat een privaatrechtelijke zaak waar de bestuursrechter uit moet blijven.