Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam drs M.J. de Lijster
Plaats Manilla
Datum 28 februari 2018

Vraag1

Voorkomen van conflict en instabiliteit

Nederland richt zich op het voorkomen van conflicten en het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit in de fragiele regio’s rond Europa. De nadruk ligt hierbij op ‘legitieme stabiliteit’. Sociale cohesie tussen bevolkingsgroepen is daarvoor nodig en burgers die bestaande structuren en instituties erkennen. Een stabiele omgeving waarin mensen zich veilig voelen is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.

Daarnaast geeft het kabinet prioriteit aan het versterken van bescherming en opvang van ontheemden in de regio. Nederland heeft oog voor de nood in de wereld en de hulp aan vluchtelingen zal dan ook worden verhoogd. De Nederlandse inzet zal naast directe noodhulp meer dan voorheen ook gericht zijn op weerbaarheid, preventie en toegankelijkheid. Nederland draagt bij aan noodhulp via professionele humanitaire organisaties van de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance en geeft daarbij gehoor aan specifieke oproepen van de VN voor bijdragen aan langdurige crises zoals in Syrië, Irak, Jemen, de Hoorn van Afrika, de Sahel en het Grote Merengebied.

Vraag 1: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) op de thema´s voorkomen van conflicten en instabiliteit, opvang in de regio en noodhulp meer resultaten bereiken?
De basis van veel conflicten en instabiliteit (gevolgd door migratiestromen) ligt in de toenemende mate aan de schaarste van eerste levensbehoeften, water en voedsel. Dikwijls vertaalt zich dat in conflicten tussen bevolkingsgroepen, regio's of landen. Investeren in meer duurzame zelfvoorzienendheid en veerkracht op het gebied van water en voedsel is dus essentieel. Nederland is op zowel water als voedsel gebied een koploper in de wereld. Wij hebben zo veel kennis voorhanden, die echter niet of te beperkt wordt toegepast in (projecten/inzet) in deze regios. Dit kan m.i. beter middels brede samenwerking met en vanuit deze sectoren en dus niet vooral (of alleen) met NGO's, die dikwijls in herhaling vervallen en maar matig vernieuwen of vernieuwingsdrang hebben.

Vraag2

Jeugdwerkgelegenheid

Prognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.

Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
Allereerst natuurlijk alle hens aan dek mbt de geboortebeperking, hoe lastig dat in een omgeving met grote religieuze invloeden dan ook is. Anderzijds ervoor zorgen dat de huidge generatie goed voorgelicht is en nu al kansen krijgt. Des te beter het economische perspectief, des te minder de bevolking groeit. Het is dus noodzakelijk dat meer productiecapaciteit voor de Europese markt (bijvoorbeeld van voedsel/agroproducten) in Afrika plaats vindt ipv in Azie of Latijns Amerika. Als de EU af wil van grote migratiestromen dan zullen we ook het restrictieve en gesloten EU landbouwbeleid moeten durven omgooien. De EU markt open en tegelijkertijd Afrika helpen met het ontwikkelen van de landbouwsector. Welk land beter dan Nederland (als zeer efficiente, uiterst succesvolle, hoogst innovatieve, en vrij duurzame) landbouw producent ter wereld om daaraan te werken. Nog voor de echt overweldigende urbanisatie in Afrika plaats heft gevonden, Afrika (of althans een aantal landen) helpen ontwikkelen tot een landbouw succes. Bevolkingen nemen toe, klimaat heeft negatieve impact op de landbouw, voedsel wordt relatief schaarser, prijzen stijgen, dus kansen dat nu te ontwikkelen en voor te zijn.

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
De cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering kan voor een deel opgelost worden door aan de basisbehoeften te voldoen en kansen te creeren.
Hiervoor geen nieuwe aandachtsgebieden nodig, maar versterken van de huidige met nog meer aandacht voor landbouw, voedselzekerheid en water en dan vooral ook in combinatie. Ontwikkel dus de landbouw en water sectoren grootschaliger en professioneler met waarde toevoegende diensten. Betrek bedrijfsleven en de afnemers. Nederland is een van de landen ter wereld die op deze gebieden het meest te bieden heeft. Biedt naast financiering en lokale projecten, veel meer opleidingen aan. Momenteel echt mondjesmaat itt de jaren 70,80 en 90 mijns inziens. Juist ook in Nederland, mede mho om nu nog kansarme jongeren (Afrikanen en anderen) zelf aan ontwikkeling te helpen werken. Versterk dus de lokale ontwikkelingskracht met Nederlandse kennis. Bovendien versterkt dat Nederland weer met het verder ontwikkelen van kennis, is er meer zicht op de bestedingen en leidt dit tot versterkt zelfontwikkelend vermogen. Ook deze jongere koppelen aan Nederlandse bedrijven versterkt de kennis, netwerken en het ontwikkelingsperspectief. SRGR vanzelfsprekend noodzakelijk, dus voortzetten. Veiligheid en rechtsorde zie ik helaas slechts beperkt tot direct succes leiden, maar mag natuurlijk niet ontbreken.

Vraag4

Verduurzamen

Het kabinet wil de internationale actie tegen klimaatverandering versterken en zet in op vergroting van de weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering (SDG13). Het nieuwe nationale klimaatfonds zal zich op deze beide aspecten richten, waarbij wordt ingezet op het mobiliseren van private bijdragen in samenwerking met het (Nederlandse) bedrijfsleven. Nederland wil ertoe bijdragen dat in de periode naar 2030 vijftig miljoen mensen toegang krijgen tot hernieuwbare energie (SDG7). Ook activiteiten op het gebied van duurzaam waterbeheer (SDG6) en klimaatbestendige landbouw in kwetsbare gebieden (SDG2) dragen bij aan de klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs.

Vraag 4: Welke innovatieve oplossingen kan de Nederlandse overheid, NGO’s en het bedrijfsleven stimuleren om 1) CO2-emissies terug te dringen (klimaatmitigatie) en 2) samenlevingen helpen zich aan te passen aan klimaatverandering (klimaatadaptatie)?
1). Ga de discussie open aan met de Nederlandse sectorpartijen die kennis en kunde hebben ohgv duurzame energie en reductie van emissies. Daag het Nederlandse bedrijfsleven uit zou ik zeggen. Doe een uitvraag in lijn hiermee, en financier de beste oplossing of oplossingen gebaseerd op (potentiele) resultaten. Indien die na zoveel jaar behaald worden, wordt het volledige bedrag uitbetaald.
2). Adaptatie is veel breder en heeft vooral veel directe link met waterbeheer en landbouw. Beide gebieden waar we als Nederland oneindig veel te bieden hebben. Het is dan wel zaak daarvoor, naast financiering, goede structuren en voldoende capaciteit op te zetten om dat te vertalen in inzet/programma's/projecten die op niet al te lange termijn leiden tot resultaten. Kies daarvoor concrete uitdagingen, oplossingen en desnoods regio's en landen met partijen gericht op samenwerken, zodat er ook daadwerkelijk resultaat geboekt wordt. Ik denk dat we nu nog te vaak in trajecten stappen waar we de kansen te optimistisch inschatten en te weinig realistisch zijn. Werk met landen samen die niet alleen vragen om kennis, kunde, financiering, maar die daar zelf ook in willen investeren en serieus werk van willen maken. Van groot belang ook dat overheid, bedrijfsleven, kennis en maatschappelijk middenveld en bevolking samenwerken met hetzelfde doel voor ogen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar kan niet anders om tot success te komen. Anders gezegd, de oplossingen worden vaker gevonden in een goede (institutionale) samenwerking dan in concrete technische oplossingen.

Vraag5

Verduurzamen

De Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).

Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?

Allereerst versterking van kennis en kunde. Veelal is het geen onwil, vooral op ecologisch gebied, maar onkunde of gewoonweg een gebrek aan kennis dat leidt tot niet duurzame en ecologisch dramatische processen. Kennis en kunde zorgt er ook voor dat productie processen verbeteren en efficienter worden, waardoor de kwaliteit en inkomsten stijgen. Arbeidsomstandigheden en lonen kunnen dat ook vebeteren. De voornaamste reden dat Nederland staat waar het staat is mijns inziens vooral vanwege de hoge mate van kennis en kunde. Singapore is hiervan het allerbeste voorbeeld, kennis en kunde (naast goed/of strak bestuur) leiden tot succes. Een hoger opgeleide bevolking leidt dikwijls op termijn ook tot een beter bestuur bovendien.

Vraag6

Eerlijke handel

In het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.

Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
Inefficiente productie of overproductie leidt tot minder duurzaamheid. Er worden productiemiddelen ingezet die vanuit de basis (of het beleid) leiden tot producten die niet nodig zijn, die niet wenselijk zijn of niet voldoen en leiden tot verspilling. Mijn inziens is bijvoorbeeld het Europese landbouwbeleid een voorbeeld van een inefficient systeem dat niet anders dan kan leiden tot inefficientie/verspilling. Internationaal zouden er afspraken gemaakt kunnen en moeten worden om de productie (vooral van voedsel en landbouwproducten) duurzamer te verdelen en gebruiken. Dat kan verrekend worden middels de bijdrage aan de SDG's. Vrijhandel is hierbij de basis, waarbij de economische basis principes (nu veelal verstoord) voor een belangrijk deel het werk al doen. Het voornaamste dat hierbij ingecalculeerd dient te worden zijn de duurzaamheids aspecten, emissies, etc. De grote stromen goederen (incl Voeding) vanuit Azie naar Europa (of de US) zijn bij uitstek niet duurzaam, integendeel. Ook daarop zouden duurzaamheids-/ emissieheffingen kunnen worden toegepast. WTO+ dus, met duurzaamheidsaspecten erin verwerkt.

Vraag7

Verdienvermogen van Nederland

De overkoepelende ambitie is om de export- en investeringspositie van Nederland versterken zodat we in 2030 meer aan het buitenland verdienen en daardoor meer banen genereren. Via handel leveren wij een actieve bijdrage aan het realiseren van de SDG’s.

Het kabinet wil werken aan eerlijke vrijhandel, verduurzaming en aanpassing van het handelssysteem aan de nieuwe economie (o.a. digitalisering) en een proactieve handelsagenda neerleggen om de internationale positie van ondernemend Nederland te versterken. Het kabinet wil investeren in markttoegang voor Nederlandse bedrijven en strategische positionering op bestaande markten en groeimarkten. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen hulp om de kansen te pakken die de Duurzame Ontwikkelingsdoelen bieden. De ontwikkeling en uitvoering van een nieuwe gezamenlijke publiek-private internationaliseringsstrategie zal leiden tot effectievere handelsbevordering om de groeiende concurrentie het hoofd te bieden en kansen te verzilveren.

Ondersteuning innovatieve oplossingen
Nederland heeft veel potentieel in huis om innovatieve én betaalbare oplossingen te bieden op het terrein van water, voedsel, smart cities, circulaire economie, stedelijke ontwikkeling, duurzame energie, logistiek en gezondheidszorg mede door inzet van nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, robotica en fotonica en gebruik van big data, blockchain en kunstmatige intelligentie.

Vraag 7: Met welke innovatieve en creatieve oplossingen en op welke terreinen zou de overheid het bedrijfsleven en kennisinstellingen nog beter kunnen ondersteunen om wereldwijd kennis en kunde te vermarkten?
Smart cities, really? Mijns inziens een hype begrip, dat leuk bekt maar waarop NL niet de eerste viool speelt. Kijk eens verder, naar een deel van Azie. Vele male smartere steden. Niet mee concureren en is niet voldoende concrete, met een beperkte basis/sector in NL. Smart society wellicht. Duurzame energie, helaas ook Nederland echt nog geen wereldleider.
Maak keuzes! Schoenmaker blijf bij je leest bovendien, dus inderdaad kies die terreinen waarin we echt sterk zijn en international gezien worden. Voedsel en water, en dan vooral ook de duurzaamheid, leefbaarheid die daarmee gepaard gaat in/vanuit NL. Dat zijn zeker krachten van Nederland. Stedelijke ontwikkeling in de zin van duurzame, leefbare, kwalitatief goed gebalanceerde steden met prima voorzieningen ook kenmerkend.
Wat export en investeringsagenda betreft van belang te realiseren dat Nederlandse bedrijfsleven steeds minder Nederlands is. Voor sectoraal export beleid is het van belang dat de basis van een sector, inclusief kennis/academia, overheid en vooral bedrijfsleven breed en groot genoeg zijn. Vooral wat bedrijfsleven betreft verwaterd dat steeds meer. Welke bedrijven zijn nog echt Nederlands, en dan in welke mate (wenselijk) herkenbaar? Wellicht toch ook wat meer industriepolitiek in Nederland zelf?

Vraag8

Excellente dienstverlening

Dit kabinet wil een proactieve handelsagenda presenteren om bedrijven en kennisinstellingen te helpen toegang te krijgen tot markten die voor hen belangrijk zijn. Dat lukt alleen met excellente economische dienstverlening en diplomatie en een actieve handelspolitiek. Elke ondernemer die wil internationaliseren moet kunnen rekenen op steun van de overheid op het gebied van informatie- en advies, financiering en dienstverlening wereldwijd.

Vraag 8: Hoe kan het bedrijfsleven en in het bijzonder het MKB op alle noodzakelijke punten beter worden ondersteund in het traject van internationalisering, en op welke markten verdient dit een extra steun in de rug?
Van uitermate groot belang dat Nederlandse overheid incl postennetwerk op capaciteit blijft dan wel versterkt wordt. Naar mijn idee een kracht van Nederland. Veel Nederlandse ondernemers doen het goed in het buitenland, maar missen toch nog steeds vaak kansen door te weinig kennis van cultuur, land, specifieke markt, etc. Soms ook eigenwijs en matig luisteren als basis trouwens. Daarbij kunnen Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland een cruciale rol spelen. Op ontwikkelende markten en zeker markten waar een ontwikkelingsprogramma is, de agenda's van OS en Handel niet alleen enigszins afstemmen, maar gezamenlijk ontwikkelen. Durf die stap te zetten.

Vraag9

Tot slot

Vraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Maak svp keuzes en durf te veranderen! Niet alles willen, maar speerpunten en focus thema's, liefst met een lange termijn visie en vanuit de daadwerkelijke eigen krachten gedacht. Baseer dat mede op de grotere ontwikkelingen gaande in de wereld. Vermarkt Nederland aldus op een aantal terreinen, niet alleen ten behoeve van de handel, maar ook om een rol te spelen op het gebied van OS.

Ben bovendien van mening dat we in/vanuit Nederland meer moeten laten zien van excellente projecten/ontwikkelingen. We zijn wat ingeslapen, laten in ons land niet zien wat we kunnen. We zijn calvinisten, maar dat is het grootste deel van de rest van de wereld niet. Helaas is het dus af en toe nodig bijvoorbeeld een heel indrukwekkend (en dan nu zeker ook vooral duurzaam) infrastructureel werk neer te zetten. Of, biedt op internationale podia aan dat Nederland 1000 Afrikanen een mastersopleiding gaat aanbieden ohgv duurzame voedselproductie, die dan deels door OS en deels door bedrijfsleven wordt aangeboden. We moeten ons dus wat beter verkopen, zonder arrogatie of bluf. Ons laten zien/gelden dus, met een duidelijke en eerlijke agenda.