Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam Maastricht Centre for Human Rights (Prof Fons Coomans)
Plaats Maastricht
Datum 21 maart 2018

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
Gerelateerd aan instabiliteit, armoede, ongelijkheid en migratie zou meer aandacht moeten worden besteed aan discriminatie van individuen en groepen op grond van godsdienst, etniciteit (inheems, dan wel behorend tot een minderheid), sociale en economische achtergrond als gevolg waarvan mensen hun recht op een menswaardig bestaan worden ontzegd.

Vraag5

Verduurzamen

De Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).

Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?

Een sterkere regulering van multinationale bedrijven, zowel in het land waar een bedrijf zijn hoofdzetel heeft (home state), als in het gastland (host state) om mensenrechten te respecteren. De Ruggie Principles schieten in dit verband tekort. Er is behoefte aan een wettelijke regeling van een zorgplicht (duty of care) voor het moederbedrijf om mensenrechten te respecteren bij activiteiten in het buitenland. Een sterk toezicht daarop door de overheid van de home state is noodzakelijk. Zie in dit verband het recente General Comment no. 24 (2017) van het UN Committee on Economic, Social and Cultural Rights over 'business activities and economic, social and cultural rights' waarin de extraterritoriale mensenrechtenverplichtingen van staten in de context van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden toegelicht. Zie ook de Maastricht Principles on Extraterritorial Obligations of States in the Area of Economic, Social and Cultural Rights (2011), die hebben gediend als bron van inspiratie voor het General Comment (als bijlage meegezonden).

Vraag6

Eerlijke handel

In het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.

Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
Door bij het onderhandelen en aanpassen van handels- en investeringsrelaties een 'human rights impact assessment' toe te passen. Dit instrument kan ook worden gebruikt om na verloop van tijd de effecten van handel en investeringen op mensenrechten te meten.

Daarnaast kunnen de SDGs worden vertaald in concrete verwezenlijking van mensenrechten.

Vraag9

Tot slot

Vraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Het verdient aanbeveling om een 'human rights based approach' in ontwikkelingssamenwerking toe te passen. Dat betekent dat zowel in het ontvangende land als in het donorland mensenrechten leidend zijn in beleid, programma's en projecten en als zodanig ook worden benoemd. Bijvoorbeeld een recht op onderwijs en gezondheid; het benoemen van verplichtingen van overheden; het instellen van mechanismen om overheden verantwoordelijk te houden ('accountability mechanisms') en het creëeren van mogelijkheden voor consultatie en participatie van betrokkenen.

Bijlage