Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam Aidsfonds (Louise van Deth)
Plaats Amsterdam
Datum 21 maart 2018

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
Het is van cruciaal belang dat Nederland blijft investeren in thema’s waar het bewezen impact en toegevoegde waarde heeft. De kracht van het Nederlandse beleid zit in de focus en de aandacht voor taboeonderwerpen.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten & hiv/aids blijft een controversieel onderwerp. Met jaarlijks 2 miljoen hiv-infecties blijft inzetten op preventie noodzakelijk, zeker voor jongeren en jonge vrouwen. In Sub-Sahara Afrika is aids nog steeds doodsoorzaak nummer één onder jonge vrouwen; de ongelijkheid tussen man en vrouw leidt tot deze grote kwetsbaarheid voor hiv en beperkt de (economische) kansen voor vrouwen. Tegelijkertijd neemt de hiv epidemie in Oost Europe en Centraal Azië zorgwekkend snel toe. Kwetsbare groepen waaronder drugsgebruikers, sekswerkers en mannen die seks hebben met mannen worden getroffen en hebben beperkt toegang tot zorg. De publieke gezondheid komt in het geding met krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld.

We verwelkomen de nieuwe criteria m.b.t. de geografische focus voor het BHOS-beleid (Kamerbrief d.d. 12 maart ). Het is van belang om beleid te implementeren in landen waar de noden hoog zijn. Wat betreft SRGR & hiv/aids beperkt dit zich niet tot de groep lage-inkomenslanden, maar in toenemende mate in middeninkomenslanden als Oekraïne en Rusland. We roepen op om te blijven werken met het maatschappelijk middenveld vanwege hun belangrijke rol in pleitbezorging en het ter verantwoording roepen van hun overheden.

De afgelopen jaren heeft Nederland laten zien bewezen effectief te zijn en een holistische aanpak op het gebied van SRGR & hiv/aids te hebben. Het wijzigen van deze strategie zou voorbarig zijn, zeker nu internationaal de financiering terugloopt en de Global Gag Rule een sterke impact heeft op gezondheidsprogramma’s. Mensenrechten, politieke vrijheden en SRGR staan internationaal zwaar onder druk, gedreven door conservatisme, populisme, religieus fanatisme en nationalisme. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in een antwoord formuleren op deze bewegingen. Het voortzetten en versterken van het SRGR & hiv-aids-beleid is dan ook van cruciaal belang.

Vraag6

Eerlijke handel

In het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.

Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
Om SDG 3 (gezondheid) te bereiken zou de Nederlandse overheid een leidende rol moeten (blijven) nemen als het gaat om het adresseren van toegang tot medicijnen, en met name de intellectual property barriers die toegang tot essentiële medicijnen voorkomen.
Het TRIPS-verdrag (Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights) zorgt ervoor dat medicijnen buiten het bereik van miljoenen mensen blijven. Patenthouders zijn over beschermd, waardoor vaak goedkoop te produceren medicijnen veel te duur zijn. Het TRIPS-verdrag biedt mogelijkheden voor landen om, in het kader van gezondheid, onder de strenge patentbescherming uit te komen. Deze uitzonderingen worden vaak echter ingeperkt in bilaterale handelsverdragen.
Het is tijd dat erkend wordt dat het huidige patentsysteem niet verenigbaar is met het recht op een goede gezondheid en daarmee het behalen van SDG 3 in de weg staat. U kunt, in nauwe samenwerking met de minister van VWS (zoals ingezet door uw voorganger), het patentsysteem herzien en toewerken naar een systeem dat innovatie stimuleert en de toegang tot essentiële medicijnen garandeert.

Vraag9

Tot slot

Vraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Aids is nog niet voorbij. Jaarlijks zijn er nog ruim 1 miljoen aidsdoden en ruim 2 miljoen hiv-infecties. Slechts de helft van alle mensen met hiv krijgt medicijnen.
Het feit dat aids nog steeds mensenlevens eist is een weergave van ongelijkheid en oneerlijke behandeling tussen mensen. De epidemie raakt vrouwen, jongeren en kwetsbare groepen als LHBT’s, sekswerkers en drugsgebruikers méér dan anderen.
Tegelijkertijd hebben we alle kennis en middelen in huis om een einde te maken aan de aidsepidemie in 2030 (SDG 3.3). Het behalen van dit doel komt in gevaar als de aandacht verslapt. Nederland heeft in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in aidsbestrijding en daarmee bijgedragen aan het verminderen van ongelijkheid en het verbeteren van de kansen van miljoenen jongeren, vrouwen en kwetsbare groepen, die genegeerd of gediscrimineerd worden door hun eigen overheid.
De ruimte voor het maatschappelijk middenveld neemt in veel landen af en het aantal hiv-infecties neemt dramatisch toe in Oost Europa en Centraal Azië. De sterke impact en de resultaten van het Nederlandse beleid dreigen teniet te worden gedaan als de aandacht verslapt. Een blijvende sterke inzet op SRGR & hiv/aids is dan ook noodzakelijk.