Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam Aqua for All (Mrs. THC Wouters)
Plaats Den Haag
Datum 19 maart 2018

Vraag1

Voorkomen van conflict en instabiliteit

Nederland richt zich op het voorkomen van conflicten en het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit in de fragiele regio’s rond Europa. De nadruk ligt hierbij op ‘legitieme stabiliteit’. Sociale cohesie tussen bevolkingsgroepen is daarvoor nodig en burgers die bestaande structuren en instituties erkennen. Een stabiele omgeving waarin mensen zich veilig voelen is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.

Daarnaast geeft het kabinet prioriteit aan het versterken van bescherming en opvang van ontheemden in de regio. Nederland heeft oog voor de nood in de wereld en de hulp aan vluchtelingen zal dan ook worden verhoogd. De Nederlandse inzet zal naast directe noodhulp meer dan voorheen ook gericht zijn op weerbaarheid, preventie en toegankelijkheid. Nederland draagt bij aan noodhulp via professionele humanitaire organisaties van de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance en geeft daarbij gehoor aan specifieke oproepen van de VN voor bijdragen aan langdurige crises zoals in Syrië, Irak, Jemen, de Hoorn van Afrika, de Sahel en het Grote Merengebied.

Vraag 1: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) op de thema´s voorkomen van conflicten en instabiliteit, opvang in de regio en noodhulp meer resultaten bereiken?
1. Creëren van perspectief in de regio
De focus van het beleid moet liggen op het stimuleren van ondernemerschap en werkgelegenheid, meer dan op kennis/expertise/markt. Ondernemerschap kan ontwikkeld worden in de WASH-keten en in de landbouwsector. Dit moet samengaan met het creëren van een aantrekkelijke leefomgeving. Denk dan aan sociale programma’s op bv onderwijs en dan in het bijzonder de beroepsopleidingen.

De werkgelegenheid leidt weer tot ‘reverse migration’, (dorpen die in plaats van uitstromen weer instromen). Deze reverse migration kan nog eens verder ondersteund worden door het optuigen van een MEP (Migrant Expert Programme), analoog aan YEP (Young Expert programme in de water en voedselzekerheidssector). Migranten met ideeën voor terugkeer krijgen de mogelijkheid om in Nederland aan startkapitaal en ondersteuning te komen. En dat startkapitaal kan weer worden gekoppeld aan ‘remittances’: het geld dat migranten naar huis sturen (Nederland is hierin één van de koplopers wereldwijd). Vaak zijn dorpen ‘money-rich, maar ‘development-poor’. Bestaande initiatieven ten aanzien van ondersteuning bij terugkeer, zoals bv door het IOM, moeten dan ook versterkt worden.

2. Duurzame en lange termijn oplossingen zowel ecologisch als financieel
Dit betekent vooral het voorkomen van droogte & flooding met een 3R aanpak (retention, recharge & re-use), ‘regreening’ initiatieven en het verbeteren van de landbouwproductiviteit. Er zijn recentelijk goede concrete investment deals voor 3R interventies afgesloten. Die moeten doorgang vinden en opgeschroefd worden.

Lange termijn oplossingen zijn verder gebaat bij een goede onderlinge afstemming tussen Nederlandse (en internationale) partijen. Nederland kan een leidend rol spelen in donorcoördinatie. Ga zoveel mogelijk langjarige verplichtingen aan met de daarbij behorende financieringsconstructies; niet alleen streven naar een korte termijn optimalisatie in aanpak, technologie of product.

3. Water diplomacy
Erkennen van water als bron van conflict en derhalve investeren in waterdiplomatie.

4. Opvang in de regio
Uit waardering voor lokale opvang ondersteuning ook voldoende richten op de opvangende bevolking.


Vraag2

Jeugdwerkgelegenheid

Prognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.

Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
Zie onder vraag 1, punt 1: ‘het creëren van perspectief in de regio’. Niet alleen dit perspectief richten op jongeren zoals de vraag aangeeft, maar ook nadrukkelijk kijken naar inkomenszekerheid voor vrouwen.

Werkgelegenheid vereist een lange termijn aanpak. Het betekent het bieden van langjarige leveringscontracten en afzetmarkt, niet alleen lokaal, maar ook regionaal, nationaal en internationaal (innovatie!). Zoek dus naar perspectief-volle interventies (voedsel, diensten, IT, …). In praktijk blijkt dat de huidige informele sector daar de richting in aangeeft.

N.B. niet alleen bevolkingsgroei, maar ook economische groei draagt bij aan de problemen: in de komende 20 jaar groeit de middenklasse met 3 miljard mensen (bron: WRI). Deze groep is een belangrijke game-changer. Zij zijn zich (deels) bewust van de (negatieve) gevolgen van hun groeiende rijkdom, maar verwachten wel goede alternatieven.

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
De keuze om de OS te richten op een aantal onderwerpen is een enorme stap vooruit. De focus en met name de continuïteit hierop houden is belangrijk. Wel de ontwikkelingen bijhouden en vernieuwen, niet gaan zwalken. Relevant is om de correlatie tussen de gekozen sectoren te begrijpen en beter zichtbaar te maken. Ook zichtbaar maken hoe onderlinge relaties direct en indirect effect hebben op zowel ‘negative externalities (non action costs)’ als ‘social return on investment (outcome investments)’. Water is dan een geschikte ‘rode draad’.

Minder nadruk:
Minder nadruk op multilaterale donor verplichtingen en meer afstemming tussen de donoren. Nederland kan hierin een leidende rol pakken en met name de afstemming in innovatieve financieringsmodellen stimuleren.

Nieuwe aandachtsgebieden:
NL als kampioen in innovatieve financiering.
Met beschikbaar geld zoveel mogelijk ander (commercieel) geld aanspreken. Geen 100% subsidies (‘subsidy contamination’) daar waar marktinvesteringen mogelijk zijn. Focus op impact en outcome, in plaats van op burn rates en logframes. Subsidie alleen (vooral) gebruiken om ontwikkelingen aan te jagen (‘kick-starten’) en gaten te dichten. Financiering zoeken, waaronder bij impact investeerders en grote foundations, en in groter verband een ‘enabling environment’ garanderen. De rol van het maatschappelijk middenveld in business benadering is cruciaal en van even groot belang als het bedrijfsleven.

Good governance/lokale capaciteitsopbouw:
Efficiënte en transparante governance blijft een belangrijk thema. Dit zit verweven in de aandachtsgebieden, maar kan steviger aangezet worden. Nu gaat veel geld verloren aan inefficiëntie en verduistering. Lokale capaciteitsopbouw is nodig.

Climate change adaptation / resilience /ecosystem: benadering via 3R investment deals nadrukkelijker integreren als outcome area in bestaande aandachtsgebieden.


Landrechten
Eigendomsrechten zijn vaak een onderliggende oorzaak van veel problemen, met name die projecten waar hardware investeringen gedaan worden. (Nog) meer inzet van Kadaster in het buitenland.

Vraag4

Verduurzamen

Het kabinet wil de internationale actie tegen klimaatverandering versterken en zet in op vergroting van de weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering (SDG13). Het nieuwe nationale klimaatfonds zal zich op deze beide aspecten richten, waarbij wordt ingezet op het mobiliseren van private bijdragen in samenwerking met het (Nederlandse) bedrijfsleven. Nederland wil ertoe bijdragen dat in de periode naar 2030 vijftig miljoen mensen toegang krijgen tot hernieuwbare energie (SDG7). Ook activiteiten op het gebied van duurzaam waterbeheer (SDG6) en klimaatbestendige landbouw in kwetsbare gebieden (SDG2) dragen bij aan de klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs.

Vraag 4: Welke innovatieve oplossingen kan de Nederlandse overheid, NGO’s en het bedrijfsleven stimuleren om 1) CO2-emissies terug te dringen (klimaatmitigatie) en 2) samenlevingen helpen zich aan te passen aan klimaatverandering (klimaatadaptatie)?
Klimaatmitigatie
- ontmoedigen van het gebruik van houtskool voor koken en het aanbieden/ontwikkelen van betaalbare alternatieven die ook werkgelegenheid creëren, zoals bijvoorbeeld het gebruik van fecal sludge in combinatie met ander organisch afval als bron van brandstof.

Klimaatadaptatie
- 3R (retention/recharge/re-use) op grote schaal, door het opzetten van grootschalige regenwateropvang programma’s, deze promoten en financierbaar maken via de genoemde investment deals. 3R interventies verplicht maken bij iedere infrastructurele ontwikkeling (bouwen, wegen, waterputten, etc) – waarbij minimaal de footprint van de investering wordt gecompenseerd ter plekke en/of de water onttrekking wordt aangevuld, geneutraliseerd;
- Klimaat adaptieve gewassen ontwikkelen (zout en droogte tolerantie);
- Temperatuurreductie in steden (o.a. door anders bouwen; groen); airco’s als grote slokop!
- Energie transitie;
- Voorkomen van transport van producten (en mensen).

Vraag5

Verduurzamen

De Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).

Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?

Duurzame innovatieve partnerschappen
Er ligt een kans door duurzame innovatieve partnerschappen te ontwikkelen tussen de doelgroepen in de ontwikkelingslanden en Nederlandse vernieuwers, gebaseerd op bottom up sociale innovaties (innovatie als onderscheidend NL element in ontwikkelingssamenwerking). Daarnaast het optuigen van sterke Communities of Practice met focus op training/opleiding/start up begeleiding – veel capaciteitsopbouw (een soort VIA Water plus program). Dit kan de broedstoof voor MKB op genoemde thema’s van klimaatadaptatie, werkgelegenheid worden.

Kansen voor deze thema’s inbouwen als verplicht investeringselement in alle interventies, en/of (financiële/sociale) incentives introduceren om op deze thema’s goed te willen scoren. En in handel bevorderen van eerlijke arbeidsomstandigheden en het tegengaan van slechte.

Verder ook de (westerse) klantkant beïnvloeden; nu al zien we dat millenials minder om producten en om consumptie geven, maar meer om ‘ervaringen’, al schuilt daar ook het gevaar in van een footprint (bv reizen).

Vraag6

Eerlijke handel

In het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.

Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
1. Waar nodig standaarden introduceren die direct gelinkt zijn aan de ontwikkelingsdoelen (gold standard, fair trade etc). En die niet-vrijblijvend maken.
2. Walk the (own) talk. Nederlandse belastingvoordelen voor corporates staan haaks op dit doel.

Vraag7

Verdienvermogen van Nederland

De overkoepelende ambitie is om de export- en investeringspositie van Nederland versterken zodat we in 2030 meer aan het buitenland verdienen en daardoor meer banen genereren. Via handel leveren wij een actieve bijdrage aan het realiseren van de SDG’s.

Het kabinet wil werken aan eerlijke vrijhandel, verduurzaming en aanpassing van het handelssysteem aan de nieuwe economie (o.a. digitalisering) en een proactieve handelsagenda neerleggen om de internationale positie van ondernemend Nederland te versterken. Het kabinet wil investeren in markttoegang voor Nederlandse bedrijven en strategische positionering op bestaande markten en groeimarkten. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen hulp om de kansen te pakken die de Duurzame Ontwikkelingsdoelen bieden. De ontwikkeling en uitvoering van een nieuwe gezamenlijke publiek-private internationaliseringsstrategie zal leiden tot effectievere handelsbevordering om de groeiende concurrentie het hoofd te bieden en kansen te verzilveren.

Ondersteuning innovatieve oplossingen
Nederland heeft veel potentieel in huis om innovatieve én betaalbare oplossingen te bieden op het terrein van water, voedsel, smart cities, circulaire economie, stedelijke ontwikkeling, duurzame energie, logistiek en gezondheidszorg mede door inzet van nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, robotica en fotonica en gebruik van big data, blockchain en kunstmatige intelligentie.

Vraag 7: Met welke innovatieve en creatieve oplossingen en op welke terreinen zou de overheid het bedrijfsleven en kennisinstellingen nog beter kunnen ondersteunen om wereldwijd kennis en kunde te vermarkten?
1. Risico financiering op innovaties is noodzakelijk
2. Launching customers financieren
3. Integraal denken over sectoren/financiering/doelgroepen heen
4. Zoeken naar verbindende innovaties zoals IT oplossingen voor banking-monitoring-management
5. Streven naar duidelijke footprint compensation, zoals 3R voor alle water-gerelateerde op gebruik van water gerichte interventies
6. SDG’s als outcome indicators op iedere interventie
7. Omdenken van infra/producten naar services
8. Eén loket, minder versnippering in het instrumentarium, doorgaan met partneren met andere landen, blok groter maken
9. Doorgaan met actieve diplomatie

Vraag8

Excellente dienstverlening

Dit kabinet wil een proactieve handelsagenda presenteren om bedrijven en kennisinstellingen te helpen toegang te krijgen tot markten die voor hen belangrijk zijn. Dat lukt alleen met excellente economische dienstverlening en diplomatie en een actieve handelspolitiek. Elke ondernemer die wil internationaliseren moet kunnen rekenen op steun van de overheid op het gebied van informatie- en advies, financiering en dienstverlening wereldwijd.

Vraag 8: Hoe kan het bedrijfsleven en in het bijzonder het MKB op alle noodzakelijke punten beter worden ondersteund in het traject van internationalisering, en op welke markten verdient dit een extra steun in de rug?
1. Zie 7: 1) risico-financiering, 2) launching customers en 3) consistent RVO instrumenten aan elkaar koppelen gedurende de ontwikkeling (valley of death)
2. Continuïteit (ipv incidentele subsidies) en onderlinge relaties tussen instrumentarium borgen zodat bij succesvolle ontwikkeling kan worden doorgepakt
3. Ontzorgen door administratieve procedures te vereenvoudigen en meer mogelijkheden voor maatwerk

Vraag9

Tot slot

Vraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
-