Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam Heifer Nederland (R. Fokker)
Plaats Roosendaal
Datum 22 maart 2018

Vraag2

Jeugdwerkgelegenheid

Prognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.

Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
Met de snelle groei van de stedelijke bevolking en de daarmee groeiende vraag naar voedsel liggen de beste kansen op werk voor jongeren nog steeds in en rond de landbouwsector. Introductie van nieuwe technologie, een overheidsbeleid dat verbeterde toegang tot markten en diensten mogelijk maakt en organisatie-ontwikkeling maken dat de landbouw ook aan jongeren mogelijkheden biedt om een living inkomen te verdienen. Groei in de landbouw gaat gepaard met groei van de bedrijvigheid daaromheen: er ontstaan nieuwe banen in de dienstverlening rond de value chain. Waar overheden en bedrijfsleven een rol kunnen spelen in het creëren van die enabling environment, spelen NGOs een belangrijke rol in de organisatie-ontwikkeling en capaciteitsversterking van jonge boeren, en in het verminderen van risico's bij investeringen. (Heifer, bijvoorbeeld, weet lagere rentetarieven bij banken uit te onderhandelen, doordat terugbetalingspercentages in Heiferprogramma's heel hoog liggen..)Kli

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
Klimaatadaptatie ligt op het raakvlak van landbouw en water en is daarmee bij uitstek een thema voor Nedeerland.

Vraag4

Verduurzamen

Het kabinet wil de internationale actie tegen klimaatverandering versterken en zet in op vergroting van de weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering (SDG13). Het nieuwe nationale klimaatfonds zal zich op deze beide aspecten richten, waarbij wordt ingezet op het mobiliseren van private bijdragen in samenwerking met het (Nederlandse) bedrijfsleven. Nederland wil ertoe bijdragen dat in de periode naar 2030 vijftig miljoen mensen toegang krijgen tot hernieuwbare energie (SDG7). Ook activiteiten op het gebied van duurzaam waterbeheer (SDG6) en klimaatbestendige landbouw in kwetsbare gebieden (SDG2) dragen bij aan de klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs.

Vraag 4: Welke innovatieve oplossingen kan de Nederlandse overheid, NGO’s en het bedrijfsleven stimuleren om 1) CO2-emissies terug te dringen (klimaatmitigatie) en 2) samenlevingen helpen zich aan te passen aan klimaatverandering (klimaatadaptatie)?
Om de climate resilience van gemeenschappen te versterken heeft Heifer met waterpartner Aqua for All een aanpak ontwikkeld die op 3 pijlers gestoeld is: Transforming Landscapes, Transforming Livelihoods en Transforming Policies and Practices.
Transforming landscapes is er op gericht het landschap (van stroomgebied tot veldniveau) zo in te richten dat het water optimaal opvangt en vasthoudt. Dat gebeurt bijvoorveeld door bovengrondse en ondergrondse dammen, opvang van regenwater van daken en wegen, aanleg van vijvers en boomaanplant. Ook is het zaak het watervasthoudend vermogen van bodems te vergroten door het organisch stof-gehalte te verhogen. Daarbij gebruiken we vooral technieken en technologieën die lokaal te verkrijgen of te maken zijn, en zoeken we naar innovatieve financieringsvormen om opschaling van dergelijke maatregelen mogelijk te maken.
Transforming livelihoods gaat over het versterken van weerbaarheid door productie-en inkomensverhogingen, het vergroten van sociaal kapitaal en sociale vangnetten, het verbeteren van voeding en gezondheid en het verbeteren van toegang tot (financiële) diensten, waaronder ook verzekeringen. Versterken van markttoegang voor kleinschalige producenten, en het versterken van hun positie in de waardeketen speelt hier een belangrijke rol.
Transforming policies and practices vergt nauwe samenwerking met de overheid, die bovenstaande activiteiten ondersteunt met lokaal, regionaal en nationaal beleid, en met het bedrijfsleven dat er belang bij heeft om de supply chain te versterken.
Deze 3 pijlers, waarin civil society, overheid en bedrijfsleven nauw samenwerken, versterken elkaar in hoge mate.