Besluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit

Reactie

Naam Artsenfederatie KNMG (E. Burgering)
Plaats Utrecht
Datum 29 augustus 2017

Vraag1

Wat vindt u van het voorstel om speciaalzaken die uitsluitend rookwaren en rookaccesoires verkopen per 1 januari 2020 direct uit te zonderen van het uitstalverbod?
Artsen hebben dagelijks te maken met patiënten die ziek worden door roken of hieraan overlijden. Roken is immers de belangrijkste vermijdbare oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Per jaar overlijden twintigduizend mensen aan de gevolgen van roken. Negentienduizend Nederlanders krijgen jaarlijks kanker door roken. Toch starten jaarlijks ongeveer 27.000 kinderen met dagelijks roken(1).
De KNMG pleit voor een totale display ban: alle tabaksproducten uit het zicht van klanten met uitzondering van speciaalzaken die uitsluitend tabaksproducten, aanverwante producten en rookaccessoires verkopen (onder de voorwaarde, zoals voorgesteld, dat de tabaksproducten en aanverwante producten niet van buiten het verkooppunt zichtbaar zijn). Met deze beperkte uitzondering wordt aangesloten bij de succesvolle voorbeelden uit het buitenland. De KNMG spreekt dan ook zijn steun uit voor het voorstel.

Roken is geen vrije keuze, maar een verslaving. De World Health Organization heeft in 2003 een verdrag ontwikkeld als antwoord op de wereldwijde gezondheidsproblematiek ten gevolge van tabaksgebruik. Dit Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) is inmiddels door 168 landen ondertekend. Nederland ratificeerde het verdrag in januari 2005. Het verplicht landen om bewezen effectieve tabaksontmoedigingsmaatregelen te implementeren om de tabaksconsumptie en de blootstelling aan tabaksrook te verminderen. In het verdrag worden o.a. maatregelen genoemd waarvan sterk wetenschappelijk bewijs is voor de effectiviteit. Een van deze maatregelen is een displayban. Uit de huidige literatuur(2) blijkt dat blootstelling aan tabaksdisplays verband houdt met aan roken gerelateerd gedrag; het vergroot de kans dat jongeren met roken beginnen, het verhoogt het gebruik onder actuele rokers en het verkleint de kans om succesvol te stoppen. Ook is vastgesteld dat tabaksdisplays de vatbaarheid voor roken onder jongeren versterken, (spontaan) kopen van tabak stimuleren en een normaliserend effect hebben door perceptie van roken te beïnvloeden (bijvoorbeeld door het feit dat tabaksdisplays gewoon te vinden zijn in winkels waar ook postzegels, melk, tijdschriften staan, waardoor de indruk wordt gewekt dat tabak een normaal en sociaal geaccepteerd product is). Ervaringen in andere landen hebben laten zien dat invoering van beperkingen op het tonen van tabaksproducten op verkooppunten haalbaar is en op brede steun kan rekenen in de bevolking.

Vraag2

Wat vindt u van het voorstel dat supermarkten vanaf 2020 verplicht zijn om aan het uitstalverbod te voldoen?
De KNMG is blij dat de staatssecretaris voornemens is om het uitstalverbod (ook) te laten gelden voor alle levensmiddelenzaken. De KNMG vraagt zich echter af of de datum van invoering naar voren geschoven zou moeten worden. Dagelijks komen volwassenen en kinderen bij levensmiddelenzaken voor het doen van boodschappen. Iedere extra dag dat de tabaksproducten en aanverwante producten hier in het zicht blijven, groeien er weer nieuwe kinderen op met het beeld dat deze producten doodnormaal en aantrekkelijk zijn. Nog steeds beginnen er in Nederland iedere week bijna honderd kinderen met dagelijks roken. Iedere extra dag dat de blootstelling aan tabaksproducten en aanverwante producten in levensmiddelenzaken voortduurt, is er daarom één te veel. Buitenlandse voorbeelden (zoals Noorwegen, waar bij wet van 3 april 2009 werd vastgesteld dat per 1 januari 2010 een uitstalverbod zou gelden) tonen aan dat een uitstalverbod in een relatief korte periode (van enkele maanden) succesvol kan worden geïmplementeerd.(1)

(1) Scheffels, J. & Lavik, R. (2013). Out of sight, out of mind? Removal of point-of-sale tobacco displays in Norway. Tobacco Control, 22, e37-e42.

Vraag3

Wat vindt u van het voorstel dat andere verkooppunten dan supermarkten tot 2022 uitgezonderd worden van het uitstalverbod?
De bescherming van de volksgezondheid (en van kinderen in het bijzonder) is leidend bij de invoering van het uitstalverbod. Vanuit dit oogpunt pleit de KNMG ervoor om het verbod ook bij andere verkooppunten dan levensmiddelenzaken eerder in te laten gaan dan voorgesteld.

Vraag4

Wat vindt u van het voorstel dat een zelfstandig aankooptransactie via een tabaksautomaat niet meer is toegestaan vanaf 2022?
Deze maatregel sluit aan bij de internationale best practices. Zo bevelen de richtsnoeren voor de implementatie van artikel 13 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) aan om de verkoop via tabaksautomaten te verbieden, omdat deze automaten alleen al door hun aanwezigheid een vorm van reclame voor en promotie van tabaksproducten zijn. Een dergelijk verbod zou daarnaast een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de toegankelijkheid van tabaksproducten voor jongeren (artikel 16 FCTC).
Door de verkoop via automaten aan banden te leggen, worden kinderen verder beschermd tegen de verleiding om te gaan roken. Wat de KNMG betreft, hoe eerder deze maatregel ingaat, hoe beter.

Bijlage