Zoekresultaat

13 resultaten
U heeft gezocht op: Internationale samenwerking

Sorteren op:
  • ACTA

    De Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) is een initiatief van Japan en de VS, genomen in 2007. Het idee hierachter is, tezamen met andere landen, te komen tot een standaard op het gebied van handhaving van intellectuele eigendomsrechten teneinde namaak en piraterij effectief te bestrijden. Behalve Japan en de VS nemen Australië, Canada, de EU en de lidstaten, Marokko, Mexico, Nieuw-Zeeland, Singapore, Zuid-Korea en Zwitserland deel aan deze besprekingen.

  • Internetconsultatie mondiale gezondheidsstrategie

    Op 20 april 2022 presenteerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) haar advies 'Fundament voor een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie' aan de Commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer. Het AIV-advies bevat bouwstenen voor een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie en stelt drie prioriteiten: 1) versterking van gezondheidsstelsels; 2) pandemische paraatheid; 3) nationale en internationale coherentie.

  • Defensiewet

    Dit wetsvoorstel regelt een defensiebeleid gericht op de inrichting en gereedstelling van de krijgsmacht op zodanige wijze dat defensiebudget, middelen en werkwijze toereikend zijn om te voldoen aan de taken van de krijgsmacht, bedoeld in artikel 97 van de Grondwet.

  • Conceptwetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

    In het Inclusive Framework (IF) georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in 2021 een politiek akkoord bereikt over de herziening van het internationale belastingstelsel (IF-akkoord). Deze herziening van het internationale belastingstelsel bestaat uit twee pijlers. De eerste pijler (Pijler 1) van het IF-akkoord betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening. Daardoor kan onder voorwaarden ook belasting worden geheven in landen waar een multinational klanten heeft zonder dat het bedrijf daar fysiek aanwezig is. Dit betekent dat de belastbare winst in die landen zal toenemen. De tweede pijler (Pijler 2) van het IF-akkoord ziet op maatregelen om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Op 20 december 2021 heeft het IF de modelteksten gepubliceerd waarmee de deelnemende landen Pijler 2 in hun nationale wetgeving kunnen omzetten. Om ervoor te zorgen dat de Pijler 2-maatregelen binnen de Europese Unie (EU) op dezelfde wijze in nationale wetgeving worden omgezet (het creëren van een gelijk speelveld) en om de verenigbaarheid met het Europees recht te verzekeren, heeft de Europese Commissie (EC) op 22 december 2021 een richtlijnvoorstel gepubliceerd tot waarborging van een (mondiaal) minimumniveau van belastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen in de EU. Het richtlijnvoorstel bevat de modelteksten voor de EU-lidstaten. De rechtsbasis van het richtlijnvoorstel is artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat de EU toestaat om richtlijnen vast te stellen voor de onderlinge aanpassingen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die rechtstreeks van invloed zijn op de interne markt, en waarvoor unanimiteit alsmede de raadplegingsprocedure vereist zijn.

  • Besluit splitsing Landelijke eenheid

    De Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid (de commissie Schneiders) heeft in haar rapport “Ruimte voor slagvaardig politiewerk” geadviseerd de organisatie van de Landelijke eenheid te splitsen in twee nieuwe gelijkwaardige eenheden, met ieder een samenhangend takenpakket, te weten de Eenheid landelijke operaties en expertise en de Eenheid landelijke opsporing en interventies. Onderhavig ontwerp splitst de Landelijke eenheid van de politie conform dat advies.

  • Wet implementatie EU-richtlijn transparantie inkomsten via de digitale platformeconomie en overige aanpassingen

    Op 22 maart 2021 heeft de Raad van de Europese Unie Richtlijn (EU) 2021/514 (ook wel DAC7 genoemd) aangenomen, waarmee het instrumentarium voor samenwerking tussen belastingdiensten op het gebied van de digitale economie wordt uitgebreid. Met dit conceptwetsvoorstel wordt beoogd DAC7 te implementeren in nationale wetgeving. De implementatie leidt tot wijzigingen in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.

  • Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

    Nederland heeft baat bij een stabiele, veilige en duurzame wereld om ons heen. Daarom is een actief internationaal beleid een nationaal belang. Buitenlandse handel en investeringen zijn goed voor onze welvaart. Internationale ontwikkelingen beïnvloeden onze samenleving. Door middel van ontwikkelingssamenwerking willen wij ervoor zorgen dat extreme armoede vermindert en een veiliger en duurzamere wereld. Een vernieuwd beleid speelt in op de mondiale trends die Nederland en de wereld raken.

  • BHOS-beleidsnota

    Minister Liesje Schreinemacher is bezig met een nieuwe beleidsnotitie op het gebied van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Naast de hoofdlijnen uit het coalitieakkoord en actuele ontwikkelingen laat zij zich graag inspireren door het maatschappelijk middenveld, denktanks, onderzoekers en ondernemers. In deze internetconsultatie kunt u meedenken over de nieuwe beleidsnota.

  • Balanced Approach Schiphol

    ** For English, please go to www.luchtvaartindetoekomst.nl/onderwerpen/samenwerking/ba/english-version. Here you will find all relevant information about this consultation, including attached documents and an instruction how to leave behind your response. **

  • Machtigingswet oprichting Invest-NL

    Invest-NL wordt de instelling van het Rijk voor ontwikkeling en financiering. Deze instelling wordt een privaatrechtelijke rechtspersoon met een eigen investeringsvermogen van 2,5 miljard euro. Het wetsvoorstel machtigt de Staat tot oprichting van Invest-NL N.V. en legt daarin doelstelling, taken en bevoegdheden van Invest-NL en verscheidene andere zaken vast. Het machtigt de Staat tevens tot de kapitaalstorting van 2,5 miljard euro.