Zoekresultaat
185 resultaten
U heeft gezocht op:
Belasting
- vorige pagina
- 1
- ...
- 9
- 10
- 11
- ...
- 19
- volgende pagina
-
Conceptwetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)
In het Inclusive Framework (IF) georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in 2021 een politiek akkoord bereikt over de herziening van het internationale belastingstelsel (IF-akkoord). Deze herziening van het internationale belastingstelsel bestaat uit twee pijlers. De eerste pijler (Pijler 1) van het IF-akkoord betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening. Daardoor kan onder voorwaarden ook belasting worden geheven in landen waar een multinational klanten heeft zonder dat het bedrijf daar fysiek aanwezig is. Dit betekent dat de belastbare winst in die landen zal toenemen. De tweede pijler (Pijler 2) van het IF-akkoord ziet op maatregelen om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Op 20 december 2021 heeft het IF de modelteksten gepubliceerd waarmee de deelnemende landen Pijler 2 in hun nationale wetgeving kunnen omzetten. Om ervoor te zorgen dat de Pijler 2-maatregelen binnen de Europese Unie (EU) op dezelfde wijze in nationale wetgeving worden omgezet (het creëren van een gelijk speelveld) en om de verenigbaarheid met het Europees recht te verzekeren, heeft de Europese Commissie (EC) op 22 december 2021 een richtlijnvoorstel gepubliceerd tot waarborging van een (mondiaal) minimumniveau van belastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen in de EU. Het richtlijnvoorstel bevat de modelteksten voor de EU-lidstaten. De rechtsbasis van het richtlijnvoorstel is artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat de EU toestaat om richtlijnen vast te stellen voor de onderlinge aanpassingen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die rechtstreeks van invloed zijn op de interne markt, en waarvoor unanimiteit alsmede de raadplegingsprocedure vereist zijn.
-
Wijzigingsbesluit verwijzingsportaal bankgegevens
Het wetsvoorstel Wijzigingswet verwijzingsportaal bankgegevens en daarmee ook het ontwerp Wijzigingsbesluit verwijzingsportaal bankgegevens maken onderdeel uit van het Plan van aanpak witwassen. Deze wetgeving maakt het mogelijk dat opsporingsdiensten die nu al wettelijk bevoegd zijn om saldo- en transactiegegevens op te vragen bij banken, hiervoor in het vervolg gebruik kunnen maken van het verwijzingsportaal bankgegevens in plaats van deze gegevens handmatig op te vragen. Het gaat daarbij alleen om bevragingen aan banken met meer dan 2,5 miljoen rekeninghouders. Hierdoor kunnen opsporingsdiensten veiliger en sneller beschikken over de juiste saldo- en transactiegegevens, die nu nog via papieren weg worden verstrekt. Het wetsvoorstel en dit besluit bevatten geen uitbreiding van bevoegdheden van autoriteiten om informatie bij banken op te vragen.
-
Inventarisatie belastingconstructies
Het kabinet wil opmerkelijke belastingconstructies aanpakken. Het ministerie van Financiën is hiervoor een project gestart, waarbij naar het gehele belastingstelsel wordt gekeken. In de eerste fase worden de opmerkelijke belastingconstructies in kaart gebracht. Onderdeel hiervan is deze internetconsultatie, waar iedereen wordt opgeroepen opmerkelijke constructies aan te dragen. Alle reacties op de internetconsultatie worden meegenomen bij de totale inventarisatie van constructies.
-
Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
Dit wetsontwerp voert tijdelijk wijzigingen door in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de turboliquidatie. De wijzigingen betreffen de introductie van een financiële verantwoordingsverplichting voor bestuurders en de mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen in geval van misbruik. Doel hierbij is om het vertrouwen in de regeling te vergroten en de turboliquidatie op die manier een toegankelijker instrument te maken voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen.
-
Concept voorstel van wet aanpassing fgr vbi fbi
Op basis van de op Prinsjesdag 2022 voorgestelde vastgoedmaatregel mag een fbi niet meer direct in vastgoed beleggen. Vanaf 1 januari 2025 wordt de winst van een lichaam dat direct in vastgoed belegt, belast tegen het reguliere vennootschapsbelastingtarief, omdat dat lichaam niet meer voor toepassing van het fbi-regime in aanmerking komt.
-
Wetsvoorstel tot wijziging omgevingswaarde stikstofdepositie 2030 en vergunningplicht o.a. intern salderen
Dit wetsvoorstel versnelt de wettelijke stikstofdoelstelling (omgevingswaarde) van 2035 naar 2030. Ook introduceert het wetsvoorstel een natuurvergunningplicht voor stikstofgerelateerde wijzigingen (o.a. intern salderen). Basis is het coalitieakkoord en de voorstellen van Remkes. Voor de omgevingswaarde zijn in het wetsvoorstel ook twee ijkmomenten in 2025 en 2028 opgenomen. Tijdens de ijkmomenten wordt bezien of er dwingende inhoudelijke redenen zijn om iets meer tijd te nemen voor het halen van de doelstellingen. Zo ja, dan kan de termijn waarop moet zijn voldaan aan die omgevingswaarde worden verlengd. Met de natuurvergunningplicht wordt onder meer intern salderen vergunningplichtig. Dit zorgt er onder meer voor dat de natuurvergunning overeenkomt met wat er op een bedrijf gebeurt.
-
Wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties
In de btw is het uitgangspunt dat er btw verschuldigd is (algemeen tarief, momenteel 21%) door de verkoper bij de levering van nieuwe onroerende zaken. De verkrijging van bestaande onroerende zaken door de koper wordt in de regel met overdrachtsbelasting belast (algemeen tarief, momenteel 10,4%). Het is echter mogelijk om nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie over te dragen (in plaats van via een directe levering van de onroerende zaak) waarbij noch btw, noch ovb verschuldigd is. In de praktijk gebruiken belastingplichtigen deze belastingbesparende structuur om de belastingdruk te verlagen bij de aankoop van nieuwe onroerende zaken. Dit wetsvoorstel bevat daarom een voorstel om de zogenoemde samenloopvrijstelling in de ovb-wet- en regelgeving in die zin te wijzigen dat in ieder geval heffing van ovb (momenteel 10,4%) plaatsvindt bij de verkrijgingen van nieuwe onroerende zaken via een (kwalificerend) aandelenbelang (doordat in die gevallen de samenloopvrijstelling geen toepassing vindt).
-
Wet werkelijk rendement box 3
Het kabinet heeft de afgelopen tijd een voorstel gemaakt dat een nieuw kabinet kan gebruiken als hulpmiddel. Iedereen kan meedenken en inbreng leveren op dit voorstel door te reageren op de internetconsultatie. Zo kan het nieuwe kabinet een snelle start maken en blijft een inwerkingtreding van het nieuwe stelsel op 1 januari 2027 mogelijk. Bij deze internetconsultatie worden ook specifieke vragen gesteld. De vragen treft u aan op de reactiepagina (door te klikken op ‘Reageren op deze consultatie’). De vragen zijn per onderwerp samengenomen.
-
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel
Dit wetsvoorstel regelt dat de transitiedata uit de Wet toekomst pensioenen worden overgeheveld naar een algemene maatregel van bestuur (amvb). De transitiedata bepalen de maximale duur van de pensioentransitie. Door de transitiedata in een amvb op te nemen wordt het in de toekomst eenvoudiger om de transitie, indien dat voor de uitvoering nodig is, te verlengen. In eerste instantie wordt in de amvb geregeld dat de einddatum van de pensioentransitie met één jaar opschuift. Hiermee kunnen de werkzaamheden die gepaard gaan met de pensioentransitie beter worden gespreid in de tijd, wat ten goede komt van de uitvoering.
-
Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden
Dit wetsvoorstel draagt bij aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen en als zelfstandige(n) aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Dit gebeurt door te verduidelijken wanneer als werknemer gewerkt moet worden en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden. Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.
- vorige pagina
- 1
- ...
- 9
- 10
- 11
- ...
- 19
- volgende pagina