Zoekresultaat

155 resultaten
U heeft gezocht op: Belasting

Sorteren op:
  • Btw-herziening diensten aan onroerende zaken

    Onder de huidige btw-regelgeving is het mogelijk om door middel van een zogenoemde "short stay structuur" belasting te besparen. Door bijvoorbeeld woningen na een grote verbouwing voor korte tijd btw-belast te verhuren, mag een ondernemer de btw op deze verbouwing aftrekken. Als de ondernemer vervolgens overgaat tot btw-vrijgestelde woningverhuur blijft het aftrekrecht in stand. Dit leidt tot een ongelijk speelveld in de verhuursector. Het kabinet vindt dit onwenselijk en komt daarom met conceptregelgeving om deze structuur te bestrijden. Dat concept gaat nu ter consultatie zodat hier commentaar op kan worden gegeven.

  • Btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen

    De consultatie betreft het voorstel voor de toepassing van een btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Het voorstel is afhankelijk en onder voorbehoud van budgettaire haalbaarheid, de uitkomsten van de internetconsultatie en de uitvoeringstoets. 

  • Btw-tarief voor elektronische uitgaven

    De consultatie betreft het voorstel om het verlaagde btw-tarief toe te passen voor digitale boeken, kranten en tijdschriften. Het gaat dan om het langs elektronische weg leveren of uitlenen van een boek, dagblad, weekblad, tijdschrift of een ander tenminste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven. Hiermee wordt het bestaande verschil in behandeling voor de btw van fysieke en elektronische uitgaven opgeheven en wordt beoogd te voorkomen dat nieuwe verschillen ontstaan.

  • BUB volksverzekeringen

    Het doel van de volksverzekeringen is degene die in Nederland woont (ingezetene is) ook in Nederland te verzekeren voor de volksverzekeringen. Via het BUB volksverzekeringen wordt de kring van verzekerden uitgebreid dan wel beperkt. Om het stelsel overzichtelijk en duidelijk te houden, wordt het BUB volksverzekeringen op een aantal punten geactualiseerd vanwege ontwikkelingen in jurisprudentie en wet- en regelgeving. Dit leidt ook tot aanpassing van een aantal andere besluiten.

  • Concept Besluit vergelijking buitenlandse rechtsvormen

    Als onderdeel van het pakket Belastingplan 2024 is de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen aangenomen. Deze wet introduceert per 2025 een wettelijke methode voor de fiscale kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen voor Nederlandse fiscale doeleinden (zelfstandige belastingplicht/niet-transparant: lichaam wordt zelf in de belastingheffing betrokken of geen zelfstandige belastingplicht/transparant: achterliggende participant wordt in de heffing betrokken). Onderdeel van die methode is de rechtsvormvergelijking waarbij buitenlandse rechtsvormen worden vergeleken met Nederlandse rechtsvormen. De uitwerking van die methode is in de genoemde wet gedelegeerd naar een algemene maatregel van bestuur (amvb). De onderhavige concepttekst van de amvb geeft daar invulling aan. 

  • Concept voorstel van wet aanpassing fgr vbi fbi

    Op basis van de op Prinsjesdag 2022 voorgestelde vastgoedmaatregel mag een fbi niet meer direct in vastgoed beleggen. Vanaf 1 januari 2025 wordt de winst van een lichaam dat direct in vastgoed belegt, belast tegen het reguliere vennootschapsbelastingtarief, omdat dat lichaam niet meer voor toepassing van het fbi-regime in aanmerking komt.

  • Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering

    Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van een variabele uitkering (Wet variabele pensioenuitkering)

  • Conceptwetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

    In het Inclusive Framework (IF) georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in 2021 een politiek akkoord bereikt over de herziening van het internationale belastingstelsel (IF-akkoord). Deze herziening van het internationale belastingstelsel bestaat uit twee pijlers. De eerste pijler (Pijler 1) van het IF-akkoord betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening. Daardoor kan onder voorwaarden ook belasting worden geheven in landen waar een multinational klanten heeft zonder dat het bedrijf daar fysiek aanwezig is. Dit betekent dat de belastbare winst in die landen zal toenemen. De tweede pijler (Pijler 2) van het IF-akkoord ziet op maatregelen om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Op 20 december 2021 heeft het IF de modelteksten gepubliceerd waarmee de deelnemende landen Pijler 2 in hun nationale wetgeving kunnen omzetten. Om ervoor te zorgen dat de Pijler 2-maatregelen binnen de Europese Unie (EU) op dezelfde wijze in nationale wetgeving worden omgezet (het creëren van een gelijk speelveld) en om de verenigbaarheid met het Europees recht te verzekeren, heeft de Europese Commissie (EC) op 22 december 2021 een richtlijnvoorstel gepubliceerd tot waarborging van een (mondiaal) minimumniveau van belastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen in de EU. Het richtlijnvoorstel bevat de modelteksten voor de EU-lidstaten. De rechtsbasis van het richtlijnvoorstel is artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat de EU toestaat om richtlijnen vast te stellen voor de onderlinge aanpassingen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die rechtstreeks van invloed zijn op de interne markt, en waarvoor unanimiteit alsmede de raadplegingsprocedure vereist zijn.

  • Consultatie aanwijzing van laagbelastende staten 2020

    Om uitvoering te geven aan maatregelen tegen belastingontwijking, stelt de staatssecretaris van Financiën jaarlijks vast welke staten worden aangewezen als laagbelastend en/of niet-coöperatief. Aan belangstellenden wordt de gelegenheid gegeven om te reageren op de voorgenomen aanwijzing van laagbelastende staten.

  • Consultatie aanwijzing van laagbelastende staten 2021

    Om uitvoering te geven aan maatregelen tegen belastingontwijking, stelt de staatssecretaris van Financiën jaarlijks vast welke staten als laagbelastende staten worden aangewezen. Aan belangstellenden wordt de gelegenheid gegeven om te reageren op de voorgenomen aanwijzing van laagbelastende staten. De aanwijzing van niet-coöperatieve staten gebeurt op basis van de door de EU vastgestelde lijst en maakt geen deel uit van deze consultatie.