Zelfstandigenwet
Reactie
Naam | De heer A. Mas |
---|---|
Plaats | Amsterdam |
Datum | 27 mei 2025 |
Vraag1
Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.Als ervaren zelfstandige ondernemer ondersteun ik de doordachte aanpak van de wetgevers bij dit initiatiefvoorstel. De wet slaagt erin om de drie kernobjectieven te verenigen: zekerheid door heldere maatstaven, waardering voor de hedendaagse arbeidsrealiteit, en evenwichtiger concurrentieverhoudingen via verplichte verzekeringen.
Desondanks demonstreert de gespannen situatie vanaf januari 2025 dat vijf essentiële versterkingen vereist zijn om de beoogde resultaten werkelijk te bereiken:
1. Prohibitie van risicoverschuiving: Structurele doorplaatsing van verantwoordelijkheden naar freelancers ondergraaft juridische bescherming en zorgt voor eenzijdige risicodistributie.
2. Waardering voor kenniseconomie: Huidige uitleg van "eigen verantwoordelijkheid en risico" buitensluit adaptieve werkprocessen en ontwikkelende resultaten die typisch zijn voor expertisewerk.
3. Locatievrijheid als basisprincipe: Expliciete bescherming van digitale werkwijzen en plaatskeuze ontbreekt, hoewel dit cruciaal is voor onafhankelijkheid in de digitale tijd.
4. Beveiliging tegen algehele uitsluiting: Discriminatiepreventie en openheidsverplichtingen zijn nodig om grootschalige buitensluiting van zelfstandigen te vermijden.
5. Daadkrachtige toezicht via Commissie: Zonder handhavingsmacht blijven overige rechten waardeloos.
Deze uitbreidingen zijn redelijk, steunen op bestaande juridische fundamenten, en bewerkstelligen de harmonie tussen autonomie en verantwoordelijkheid die de opstellers nastreven.
Vraag2
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?Voor doeltreffende meetbare concretisering van de vijf maatstaven adviseer ik:
Maatstaf 1 (eigenstandige verantwoordelijkheid): Voor expertisegebonden activiteiten dient wettelijke erkenning van evolutionaire samenwerking waarbij:
+) Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor collectief gecreëerd resultaat geldt
+) Professionele beoordelingsvrijheid in realisatie voorhanden is
+) Risico aanvaard wordt dat bijdrage niet gewenste uitkomst oplevert
+) Vakkundige expertise volgens erkende normen toegepast wordt
Maatstaf 2 (ordelijke boekhouding): Bestaande uitwerking volstaat, maar digitale administratievormen moeten uitdrukkelijk erkend worden.
Maatstaf 3 (commerciële activiteit): Verbreding met erkenning van hedendaagse klantenwervingswijzen via online platforms en netwerken.
Maatstaf 4 (arbeidsongeschiktheidsdekking): Huidige uitwerking functioneert praktisch, met voorkeur voor keuzevrijheid in vormgeving.
Maatstaf 5 (pensioenregeling): Evenredige bijdrage verbonden aan inkomenspercentage uit zelfstandige arbeid, met acceptatie van gevarieerde pensioenvormen.
Tevens is wettelijke beveiliging nodig tegen contractuele risicoverschuiving: solidaire aansprakelijkheid van werkgevers voor naheffingen wanneer zij feitelijk leidinggevende autoriteit uitoefenen.
Vraag3
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?De vier maatstaven behoeven aanvulling met een vijfde component voor hedendaagse werkvormen:
Maatstaf 1 (tijdplanning-autonomie): Bestaande formulering volstaat maar moet expliciet uitsluiten dat urenregistratie duidt op werknemerschap indien dit uitsluitend factureringsdoeleinden dient.
Maatstaf 2 (werkorganisatie-autonomie): Verduidelijking dat sectorale en veiligheidseisen de zelfstandigheid niet aantasten, evenals toepassing van standaardmethoden en instrumenten.
Maatstaf 3 (ontbreken hierarchische sturing): Concrete uitwerking dat prestatiegesprekken, directe uitvoeringsinstructies, en sanctiesystemen wijzen op gezagsrelatie.
Maatstaf 4 (intentie partijen): Handhaving huidige formulering maar met waarborg dat contractuele bepalingen die tegenstrijdig zijn met onafhankelijke aard nietig zijn.
Voorgestelde Maatstaf 5 (locatie-autonomie): Cruciale toevoeging voor digitale economie, waarbij freelancer recht heeft op keuze tussen thuiswerk, eigen werkruimte, of opdrachtgeverlocatie. Beperking uitsluitend toegestaan bij objectieve noodzaak wegens veiligheid, aard werkzaamheden, of specifieke uitrusting.
Vraag4
Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?
Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ja, een derde lid is noodzakelijk om rechtsonzekerheid te vermijden en willekeurige handhaving tegen te gaan.
Voorgestelde vormgeving:
"Wanneer niet voldaan wordt aan alle maatstaven van het tweede lid, wordt de arbeidsrelatie aangemerkt als arbeidsovereenkomst, behalve indien de non-conformiteit voortvloeit uit objectieve omstandigheden die inherent zijn aan de aard van de werkzaamheden en geen afbreuk doen aan het zelfstandige karakter van de werkrelatie in zijn geheel."
Deze formulering:
+) Voorkomt terugkeer naar complexe holistische beoordeling
+) Biedt helderheid voor uitvoerders en toezicht
+) Erkent dat bepaalde werkzaamheden hybride kenmerken kunnen bevatten
+) Sluit aan bij bestaande rechtspraak over feitelijke uitvoering
Aanvullend moet het artikel bepalen dat de Beoordelingscommissie bindende uitspraken kan doen over grensgevallen, met mogelijkheid van hoger beroep bij de rechter binnen 8 weken.
Het huidige wettelijke raamwerk biedt onvoldoende houvast omdat het terugvalt op de complexe holistische methode die de wet juist wil vervangen door objectieve maatstaven.