Berichten over uw Buurt

Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving

Dienstverlening

Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.

Beleid & regelgeving

Officiële publicaties van de overheid.

Contactgegevens overheden

Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.

Zelfstandigenwet

Werk Sociale zekerheid Economie

In het kort

Nederland worstelt al decennia met de wetgeving rond zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). In 2005 werd de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) ingevoerd. Doel was zelfstandigen en hun opdrachtgevers zekerheid geven over de fiscale status van de arbeidsrelatie. Dit werkte echter niet goed en leidde tot veel schijnzelfstandigheid. In 2016 werd de VAR vervangen door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). De DBA leidde echter tot veel onduidelijkheid en onzekerheid bij opdrachtgevers en zzp’ers. Hierdoor ontstond al snel een handhavingsmoratorium, wat bijna 10 jaar in stand bleef. Dit moratorium werd namelijk pas begin dit jaar opgeheven, hetgeen leidde tot veel onrust onder zzp’ers en zakelijke opdrachtgevers die gebruik maken van zzp’ers. Bovendien blijft de onduidelijkheid over wanneer iemand wel/geen zelfstandige is, bestaan. Hierdoor ontstaan er parallelle problemen waarbij enerzijds sommige opdrachtgevers onnodig terughoudend zijn om zzp’ers in dienst te nemen, en anderzijds ongewenste schijnzelfstandigheid in stand blijft en de bescherming van kwetsbare werkenden niet voldoende op orde is. Het is duidelijk dat de juiste oplossing na ruim 20 jaar nog niet gevonden is.

 

Doel van het wetsvoorstel

De partijen die deze initiatiefwet indienen, VVD, D66, CDA en SGP willen een einde maken aan deze onduidelijkheid en onrust rond de status van zzp’ers. Ook is het doel de wetgeving aan te laten sluiten bij de moderne arbeidsmarkt. Zo zien wij de toenemende wens van mensen om hun werkzame leven naar eigen inzicht in te richten. Zij hebben wensen qua arbeidstijd, gezagsverhouding etc. die niet stroken met de status van werknemer. Wij zijn van mening dat dit een wettelijk kader verdient dat wij nu vastleggen in deze (initiatief) Zelfstandigenwet. Doel van de wet is niet dat er méér of minder mensen als zzp’er gaan werken, maar dat er eindelijk wettelijk duidelijkheid  ontstaat over de vraag wanneer je nu wel of niet zzp’er bent. Daarnaast zorgt de wet voor erkenning voor een grote groep werkenden die graag als zelfstandige actief is en al jarenlang de rechtszekerheid onder hun bestaan mist.

 

Deze wet is niet alleen nodig voor een goed functionerende en moderne arbeidsmarkt, maar ook voor een goed functionerende sociale zekerheid. Want wij zien ook dat vrijheid zonder verantwoordelijkheid leidt tot problemen als onderverzekering en het ondergraven van het draagvlak van collectieve regelingen voor bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of pensioen. Deze analyse is natuurlijk niet nieuw: al in het rapport van Borstlap (2020) werd geconstateerd dat de status van werknemer werd bedreigd door regelingen die gunstiger uitpakken voor zelfstandigen. Daarom voorziet deze initiatiefwet dat zelfstandigen een adequate voorziening tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensionering treffen. Zo zorgt de wet niet alleen voor een gelijker speelveld op de arbeidsmarkt maar verbetert deze ook de sociale bescherming van zelfstandigen.

 

Er is ook iets dat dit wetsvoorstel expliciet niet doet, en dat is het aantasten van de arbeidsovereenkomst. Veruit de meeste werkenden en werkgevers werken op basis van een arbeidsovereenkomst en willen dat ook zo blijven doen. Het stelsel van cao’s, sociaal overleg en pensioenregelingen zijn belangrijk verworvenheden. De indieners van dit wetsvoorstel onderschrijven dat volledig.

 

Kern van het wetsvoorstel

De kern van onze wet is dat er een duidelijk wettelijk toetsingskader komt voor de vraag wanneer je nu kunt werken als zelfstandige. Dit toetsingskader bestaat uit twee toetsen; de zelfstandigentoets en de werkrelatietoets. Om zekerheid te hebben dat je als zelfstandige kunt werken moet iemand aan alle twee de toetsen voldoen. Door dit duidelijke toetsingskader is het voor zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers duidelijk waar ze aan moeten voldoen waardoor er geen zorgen meer zijn dat men achteraf met naheffingen of boetes geconfronteerd worden.

 

De voorwaarden uit de zelfstandigentoets zijn:

-        werken voor eigen rekening en risico

-        een deugdelijke administratie voeren

-        zich gedragen in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer;

-        een adequate voorziening hebben getroffen tegen het risico van arbeidsongeschiktheid

-        een proportionele bijdrage voor een voorziening bij pensionering hebben.

 

 De voorwaarden uit de werkrelatietoets zijn:

-        Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk.

-        Er is sprake van vrijheid van organisatie van de werktijd.

-        Er is geen sprake van hiërarchische controle.

-        De partijen hebben de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten.

Daarnaast introduceert de wet nog de mogelijkheid om op sectoraal niveau een rechtsvermoeden te introduceren voor sectoren met een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid.

Hiernaast blijven de feitelijke omstandigheden natuurlijk relevant. Door deze toets hebben zzp’ers en hun opdrachtgevers vooraf aanzienlijk meer zekerheid of hun werkrelatie toegestaan is. Deze duidelijkheid biedt niet alleen rust aan zzp’ers, maar zorgt er ook voor dat onze economie en maatschappij niet stil komen te staan omdat organisaties niet meer met zelfstandigen durven te werken.

 

Er komt door deze wet een aparte toetsingscommissie die werkrelaties waar nodig kan beoordelen. Deze commissie dient om duidelijkheid aan de markt kan geven. De beoordelingen zijn openbaar en bindend voor handhavende instanties, zoals de Belastingdienst. Dit gaat zorgen voor een regulerend effecte op de markt.

 

De indieners zijn zich echter ook zeer bewust dat deze vrijheid niet zonder verantwoordelijkheden kan: daarom introduceert deze wet ook een plicht voor zzp’ers om te voorzien in een adequate voorziening voor arbeidsongeschiktheid en voor de oude dag waarbij zzp’ers zelf over de vormgeving daarvan gaan. Daarnaast zijn de vier indienende partijen voorstander van de introductie van het rechtsvermoeden van werknemerschap op basis van een uurtarief, dat feitelijk een bodem in de markt voor zzp’ers legt, zoals dat is opgenomen in de conceptwet VBAR.

 

Het lukt de politiek al vele jaren niet om dit probleem op te lossen. VVD, D66, CDA en SGP denken dat met deze wet een pacificatie kan plaatsvinden van een belangrijk maatschappelijk probleem dat de Nederlandse arbeidsmarkt al decennia in zijn greep houdt. De combinatie van een betere toets op zelfstandigheid met het vastleggen van verantwoordelijkheden, past binnen de succesvolle Nederlandse benadering van de markteconomie en maakt de arbeidsmarkt toekomstbestendig.

 

 

Reageren op deze consultatie

Reacties op deze consultatie247 openbaar

ReagerenBekijk alle reacties
Zoeken
Uitgebreid zoeken

Terug naar overzicht

Op de hoogte blijven van dit wetsvoorstel?

Abonneer op deze consultatie

Op de hoogte blijven van wetsvoorstellen waar u interesse in heeft?

Abonneer op nieuwe consultaties