Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Planet Interim BV (Drs C.J. van Berkel)
Plaats Amsterdam
Datum 17 juni 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
De voorgestelde Zelfstandigenwet is een stap in de goede richting door een toetsingskader te introduceren. Toch ontbreekt een fundamenteel onderdeel: de mogelijkheid voor zelfstandigen om hun status vooraf en op eigen initiatief positief te laten kwalificeren. Daarmee wordt het risico op rechtsongelijkheid, onrust en terugwerkende onzekerheid niet weggenomen.

Ik pleit daarom voor een aanvullend of alternatief model: de Zelfstandige Zonder Personeel Entiteit (ZZPE). Dit is een vrijwillige registratievorm waarbij een zelfstandige zich bij de KvK laat registreren als ZZPE. Daarbij toont hij of zij aan te voldoen aan de vijf zelfstandigheidscriteria uit artikel 2, zoals werken voor eigen rekening en risico, het hebben van een AO- en pensioenvoorziening, een eigen administratie en optreden in het economisch verkeer als ondernemer.

De Kamer van Koophandel of een gekoppeld loket toetst bij registratie of aan deze voorwaarden is voldaan. Na goedkeuring volgt een registratie als ZZPE, waarmee zowel de zelfstandige als de opdrachtgever vooraf duidelijkheid heeft over de juridische en fiscale status.

Deze vorm biedt:
• Zekerheid vooraf voor beide partijen;
• Beperking van handhavingsdruk en rechtszaken;
• Efficiëntie in toezicht en administratie, zowel voor uitvoeringsinstanties als opdrachtgevers.

De voorgestelde Zelfstandigenwet blijft m.i. te veel hangen in toetsing achteraf, met mogelijk langdurige onzekerheid als gevolg. Door een vrijwillige registratievorm toe te voegen, zoals de ZZPE, wordt het model positiever en toekomstbestendiger. Dit versterkt het ondernemerschap én het draagvlak voor de wet.

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
a. Eigen rekening en risico
– Aantoonbare inschrijving bij KvK;
– Geen doorbetalingsverplichting bij ziekte door opdrachtgever;
– Contractueel vastgelegde aansprakelijkheid voor eigen fouten.

b. Deugdelijke administratie
– BTW-aangiften en winst/verliesrekening overleggen (via boekhouder of softwareverklaring);
– Zakelijke rekening;
– Jaarlijkse IB-aangifte met ondernemersfaciliteiten.

c. Gedrag in economisch verkeer als zelfstandige
– Website, visitekaartje of andere uitingen;
– Acquisitie-inspanningen, offertes en facturatie eigen naam;
– Minstens twee opdrachtgevers per jaar, of een langdurig project met aantoonbare ondernemersinvulling.

d. Voorziening bij arbeidsongeschiktheid
– AOV-polis of lidmaatschap van een broodfonds/coöperatie;
– Of expliciet bewijs van bewuste afweging (bijv. verklaring met handtekening en toelichting).

e. Voorziening bij pensionering
– Aantoonbare storting in lijfrente, pensioen-BV of pensioenproduct;
– Of schriftelijke verklaring met onderbouwing bij afwijking.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
Deze criteria raken aan de gezagsverhouding en organisatorische afhankelijkheid. Voorstel voor toetsbare invulling:

b. Geen hiërarchische controle
– Geen verplichte werktijden of werkplek;
– Geen verplicht gebruik van systemen van de opdrachtgever zonder eigen inbreng;
– Opdrachtgever beoordeelt enkel resultaat, niet proces of werkwijze.

c. Vrijheid van organisatie van werk
– Zelfstandig bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd;
– Geen werkinstructies buiten globale briefing of deliverables.

d. Vrijheid van organisatie van werktijd
– Zelf bepalen wanneer er wordt gewerkt (binnen redelijke projectkaders);
– Geen vaste kantoordagen, aanwezigheidsplicht of prikkloksystematiek.

e. Bedoeling van partijen
– Contractueel vastgelegd dat het geen arbeidsovereenkomst betreft;
– Beide partijen verklaren uitdrukkelijk te willen samenwerken op zelfstandige basis;
– Indien modelovereenkomst gebruikt wordt: dit expliciet benoemen en bijvoegen.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ja, dit is wenselijk. Niet elke werkrelatie voldoet aan álle criteria, maar kan alsnog zelfstandigheid weerspiegelen. Een derde lid zou kunnen voorzien in een ruimte voor een holistische beoordeling op basis van het geheel van feiten en omstandigheden, mits er geen vermoeden van schijnzelfstandigheid is. De rechter of de commissie zou dan de weging kunnen maken.

Voorbeeldformulering:
“Indien niet aan alle criteria genoemd in lid 2 wordt voldaan, kan op basis van het geheel van de feiten en omstandigheden alsnog worden geoordeeld dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, mits het aannemelijk is dat partijen beoogden op zelfstandige basis samen te werken en de werkende zich als ondernemer gedraagt.”