Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Haarlemmermeer
Datum 30 mei 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
De toetsing op zelfstandigheid dient beperkt te blijven tot wat zelfstandigheid kenmerkt.
Daarbij horen wel:
1. werken voor eigen rekening en risico
2. zich in het economisch verkeer als zelfstandige gedragen
3. vrijheid van organisatie van werk
4. vrijheid van organisatie van werktijd
5. afwezigheid van hiërarchische controle
6. beide partijen hebben de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten

Wat er níet bij hoort - en in strijd is met criteria 1,2 en 5, zijn de voorgenomen toetsing op:
A. adequate voorziening hebben tegen het risico van arbeidsongeschiktheid
B. een proportionele bijdrage voor voorziening bij pensionering hebben

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
Vervolg van vraag 1:
In geval van A. kan de ondernemer zelf bepalen of er een aanvaardbaar risico is en zo ja in welke vorm dat afgedekt moet worden. Het is niet aan de overheid om daar via de wet vorm aan te geven en/of erop controle uit te oefenen.
De zekerheid kan worden gevonden in het inkomen van een werkende partner, het aflossen van een hypotheek, het afsluiten van een verzekering of andere zekerstellingen die bij de ondernemer en de daadwerkelijke risico's passen. Het is aan de ondernemer om daar keuzes in te maken.
Aandachtspunt van het invoeren van een verplichting is bovendien, dat het verzekeringsaanbod een hele sector optuigt waar veel geld aan verdiend wordt, maar dat de regie niet meer in de handen van de ondernemer ligt. Die wel veel betaalt, maar daar weinig voor terugkrijgt. De hoge rekening ligt er ook als er geen noemenswaardig risico is.
Iets vergelijkbaars geldt voor B. Regelingen zijn duur en lang niet altijd rendabel. Bovendien -dat geldt zowel voor werkenden in loondienst als voor zelfstandigen- verliest de werkende zeggenschap over het eigen geld dat wordt ingelegd. Zeker in het nieuwe stelsel. Dat stelsel biedt nauwelijks zekerheden. Ergens moet het gat van betalen voor wie nu werkt, naar betalen voor jezelf worden gedicht. Er zijn geen rendementsgaranties meer, wat ook voor de beheerders van het geld de motivatie weghaalt om te kunnen uitkeren als de tijd daar is. En tot slot is er in het verleden door de overheid al een greep in de pensioenkas gedaan voor andere uitgaven en dreigt dit weer te gebeuren. Er zijn al politici die vinden dat de pensioenen best benut kunnen worden om oorlog mee te financieren.
Het inleggen in een pensioen biedt dus alleen schijnzekerheid. Je bent als betalende overgeleverd aan wat de overheid en fondsen met je geld doen en moet maar afwachten wat je ervan terug ziet.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
Zie vraag 1

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ik vind dat de wet vooral de vrijheid van de ondernemer moet garanderen.
Wetten hebben doorgaans bijwerkingen die later weer gelijmd moeten worden.
Zo'n derde lid zie ik meer als een machtsmiddel voor de overheid, die kijkt naar de letter van de wet, niet de geest van de wet en bovendien op allerlei vlakken keer op keer laat zien de eigen doelen te dienen in plaats van de bevolking die het zou moeten dienen. Terwijl diezelfde overheid zich daarbij ook keer op keer niet aan de wet houdt en bindende afspraken maakt die niet onder democratische controle staan.
Dus wat mij betreft is een terugtrekkende beweging van de overheid veel gepaster dan het verstevigen van de greep.
Waarborgen van vrijheid, vrede en democratie gaat niet samen met toenemende overheidscontrole.