Zelfstandigenwet

Reactie

Vraag1

Prima voorstel dat duidelijkheid verschaft, met een toetsingscommissie die bindende uitspraken doet in geval van de vele 'grensgevallen' die momenteel voor zoveel onzekerheid zorgen bij ondernemers en opdrachtgevers. Onduidelijkheid die met name wordt veroorzaakt door vragen als: is sprake van vergelijkbare arbeid door eigen werknemers? Maar wat als een opdrachtgever in een bepaalde BV geen eigen werknemers heeft? etc.
Tevens: ik heb op dit moment het idee dat bij toetsing het uitgangspunt is dat "is dit werk ook te doen door iemand in dienstverband? Indien Ja, dan is het schijnzelfstandigheid". Als dat zo blijft dan blijven er bijna geen ZZP-ers over want de huidige wettelijke kaders voorzien in alle mogelijke soorten tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Dat uitgangspunt moet dus echt van tafel wat mij betreft.
Tevens: denk over een oplossing voor de vele part-time ondernemers (minder dan 1225 uren werkzaam als ondernemer) die vaak naast hun dienstverband projecten uitvoeren en deze inkomsten in box 1 nu opgeven onder Inkomsten uit overige werkzaamheden. Je zou kunnen stellen dat iedereen die het uren-criterium niet haalt, en/of in de KOR-regeling zit, uitgesloten wordt van toetsing op schijnzelfstandigheid. Dit scheelt heel veel controles en het gaat immers om kleine bedragen. Hoewel het gevaar is dat opdrachtgevers een voorkeur krijgen voor part-time ondernemers die ze met minder risico kunnen inhuren. Maar duidelijk is het wel.

Vraag2

- werken voor eigen rekening en risico: geen werk = geen inkomen, te toetsen in de opdrachtovereenkomst en op de facturen.
Onvoldoende kwaliteit opgeleverd? Dan herstel voor eigen rekening, te toetsen bij de afspraken in de opdrachtovk, en het hebben van een (naar mijn mening noodzakelijke) aansprakelijkheidsverzekering.

- een deugdelijke administratie voeren: externe boekhouder verplicht stellen (of als dat niet kan, zwaar adviseren). De doe-het-zelf-administraties rammelen aan alle kanten: btw-verlegd invullen waar dat niet kan, facturen die niet voldoen aan de wettelijke eisen, dubbele factuurnummers, etc. Toetsing door steekproeven bij de btw-aangifte, de jaarrekening (BV's) of de IB-aangifte (eenmanszaken/VOFs).

- zich gedragen in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer; toetsing door het hebben van een website of FB-bedrijfspagina, investeringen in eigen hardware of bedrijfsbus, materialen, eigen werkkleding, etc.

- een adequate voorziening hebben getroffen tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. Zelfstandigen gaan zelf over de invulling hiervan: stel hier wel minimum-eisen aan. Te toetsen in de administratie.

- een proportionele bijdrage voor een voorziening bij pensionering hebben. Het is aan zelfstandigen zelf om dit op hun manier in te vullen: stel hier wel minimum-eisen aan. Te toetsen in de administratie of de IB-aangifte (aftrekbare premie moet zijn opgevoerd).

Vraag3

De voorwaarden uit de werkrelatietoets zijn:

- Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk. De ondernemer krijgt GEEN aanwijzingen anders dan de kwalitatieve afspraken waar de oplevering aan moet voldoen en de veiligheids-criteria die bijvoorbeeld gelden op een bouwplaats. Deelname aan het werkoverleg is hiervoor vaak noodzakelijk. Toetsing is moeilijk, zelfs bij controle in de praktijk.

- Er is sprake van vrijheid van organisatie van de werktijd. Toetsing is hier bijna onmogelijk omdat situationeel de toegang tot een werklokatie (bouwplaats, kantoorgebouw) beperkt kan zijn. Deadlines voor oplevering van het werk zijn ook gebruikelijk. Vrije dagen opnemen of werken bij andere opdrachtgevers naar inzicht van de ondernemer moet in de overeenkomst zijn opgenomen.

- Er is geen sprake van hiërarchische controle: in de ovk opnemen: vrije dagen opnemen naar inzicht van de ondernemer, vervanging door derden naar inzicht van de ondernemer, etc. Toetsing is alleen bij controle ter plaatse mogelijk, en ook dan nog moeilijk.

- De partijen hebben de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten.
Toetsing door copntrole van de overeenkomst waarin dit expliciet staat genoemd.

Daarnaast introduceert de wet nog de mogelijkheid om op sectoraal niveau een rechtsvermoeden te introduceren voor sectoren met een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid: lijkt mij niet zinvol, het rechtsvermoeden van tijdelijke medewerkers die maanden lang meer uren werken dan in hun arbeidsovereenkomst staat, en op basis daarvan meer uren eisen bij hun werkgever, is niet realistisch. De verhoudingen op de werkvloer laten hier vaak geen ruimte voor.

Vraag4

Het huidige kader is naar mijn mening afdoende. De term; organisatorische inbedding, leidt niet tot meer duidelijkheid want dit is een te breed begrip.