Zelfstandigenwet
Reactie
Naam | M van de Wardt-Olde Riekerink |
---|---|
Plaats | Oegstgeest |
Datum | 27 mei 2025 |
Vraag1
Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.Een paar punten: Ook bij een opdracht is het niet altijd mogelijk om de werktijden vrij te bepalen, als er afhankelijkheden zijn. Een voetbalwedstrijd beveiligen bijvoorbeeld, dan ligt het tijdstip wel vast. Terwijl het verder best zelfstandig uitgevoerd kan worden.
Adequate voorzieningen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid? Is een financiele buffer voldoende, mag pernsioen opgebouwd in de eigen woning? Eigenlijk is elke kapitaalsopbouw goed genoeg, en welk risico mag genomen worden hiermee? Ondernemers wegen risico en opbrengst tegen elkaar af en maken daarin vaak andere keuzes dan werknemers. Hier worden ze toch meer als werknemers behandeld door de wetgever.
Vraag2
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?De wens moet voorop staan. GEdrag als ondernemer is eigenlijk een eigen verklaring. De adequate voorziening zou ik omzetten naar een reserveringsverplichting. VAn alle inkomsten 10% naar een geblokkeerde omgeving, een soort van 401K
Vraag3
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?Die met de werktijden lijkt me ondoenlijk. Daar maak je afspraken over in de opdracht, dat ligt vaak vooraf vast. De andere drie eisen zijn te doen.
Hierarchische controle is trouwens wel iets anders dan aansturing. Is er al sprake van hierarchische controle als ik het schilderwerk af kan keuren? Dan zou de schilder ook geen zelfstandige meer zijn?
Vraag4
Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?
Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ik zou graag zien dat BW7:610 een uitzonderingsbepaling krijgt waarbij partijen kunnen opteren voor een overeenkomst van opdracht. Daartegenover moet dan een beloning staan die neerkomt op minimaal 2 maal het wettelijk minimumloon. Daarmee zouden de overige eisen kunnen vervallen.