Rnb
Reactie
Naam
|
C. Roos
|
Plaats
|
Beverwijk
|
Datum
|
4 juni 2022
|
Vraag1
Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
Het blijft onbegrijpelijk waarom de onderzoekers van het WUR en het ministerie van LNV geen gebruik maken van de soortgerichte (trend)tellingen van de wildsoorten door de wildbeheereenheden en waarvan de cijfers beschikbaar zijn bij de provinciale faunabeheereenheden. Zoals uit de cijfers van de soortgerichte ganzentellingen (2014) in Noord-Holland blijkt, zijn deze tellingen op orde.
Uit vergelijking tussen aantallen zomerganzen geteld door Landschap Noord-Holland en WBE’s blijkt dat er hooguit enkele procenten verschil zit tussen beide tellingen in 2014. Daarmee lijken de zomertellingen wel redelijk op orde. Alleen voor de Canadese ganzen en soepgans was er een groot verschil. Mogelijk was dat een effect van stedelijk gebied.
2014 WBE LNH
——————————————————————
Grauwe gans 86396 86165
Kolgans 162 11
Brandgans 24218 21674
Nijlgans 4622 4501
Canadese gans 2295 5321
Soepgans 1394 2067
Rietgans 2 2
Indische gans 1 3
overige ganzen 780
Totaal 2014 119090 120524