Rnb
Reactie
Naam
|
WBE de Schermeer e.o. (H.C. Limburg)
|
Plaats
|
Zuidschermer
|
Datum
|
8 juni 2022
|
Vraag1
Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
WBE de Schermeer maakt ernstig bezwaar tegen het voornemen de jacht op één of meer soorten genoemd op de lijst van bejaagbare soorten al dan niet tijdelijke te sluiten omdat:
1. De minister hiermee de jachtrechten (eigendomsrechten) van de WBE en haar leden aantast.
2. Omdat de minister met het (tijdelijk) sluiten van de jacht op één of meer soorten de mogelijkheid aan jagers en WBE’s ontneemt populaties van wildsoorten tijdens het jachtseizoen lokaal op een adequaat niveau te houden zodat de populatie blijft bestaan en overmatige schade wordt voorkomen.
3. De voorgenomen ingreep gebaseerd is op een desk study die geen rekening houdt met de door WBE’s sinds jaren ten koste van veel inspanning uitgevoerde wildtrendtellingen. WBE de Schermeer heeft een goede stand van de in onze biotoop passende wildsoorten haas, wilde eend en houtduif. Dit blijkt ook uit de bij de FBE Noord-Holland beschikbare trendtellingen en afschotcijfers. De WBE wil zich blijven inzetten voor het handhaven en daar waar nodig verbeteren van de wildstand in haar werkgebied, waarbij het voorkomen van schade niet uit het oog mag worden verloren. Het landelijk (tijdelijk) sluiten van de jacht op één of meerdere wildsoorten draagt hier niet aan bij. Het zijn juist de jagers, die belang hebben bij een gezonde en gevarieerde wildstand en daarom het door de minister gewenste maatwerk per soort, naar plaats en naar tijd binnen het werkgebied van de WBE leveren. Onze WBE vraagt de minister dringend haar voornemen te heroverwegen en bij het beoordelen van de stand van soorten de cijfers te betrekken van de soortgerichte (trend)tellingen, zoals FBE en WBE deze jaarlijks uitvoeren. Moderne middelen zoals warmtebeeldapparatuur geven daarbij een realistischer beeld van de stand van de diverse soorten dan nu door de onderzoekers wordt gehanteerd. Tenslotte vraagt de WBE de minister soorten, waarvan de stand niet in geding is en die volgens de habitat- en vogelrichtlijn bejaagbaar zijn, zoals diverse eenden- en ganzensoorten, alsnog op de lijst van bejaagbare soorten op te nemen.
4. Het voornemen van de minister, om volgend jaar ook te kijken naar de stand van de andere soorten op de wildlijst heeft ernstige consequenties voor het faunabeheer. Onze WBE vraagt de minister hier zorgvuldig mee om te gaan, omdat hierdoor niet alleen de wettelijke basis voor jacht, maar ook de basis voor het beheer en de schadebestrijding verdwijnt.
Bestuur WBE de Schermeer e.o.