Rnb

Reactie

Vraag1

Geachte Minister,

Hierbij mijn reactie op de consultatie Jachtseizoen Haas en Konijn.

De wildstand in mijn jachtveld en de gezondheid van de populatie, is voor mij, het hoogste goed. Ik besteed vele, vrijwillige, uren aan het werk om ervoor te zorgen dat de wildstand op pijl blijft. Ik heb samen met mijn combinanten de laatste jaren groenstroken en wildakkers aangelegd, vuil van recreanten opgeruimd, eendenkorven geplaatst, etc. Bovendien besteed ik zeker 200 uren per jaar aan het wild spotten (zonder geweer) zodat ik weet wat er speelt en wat er leeft in mijn veld. Ik ben al 20 jaar jager en heb meerdere cursussen gevolgd, om te weten hoe ik de wildstand zo goed en gezond mogelijk kan houden.
Als beloning voor deze arbeid oogst ik een klein deel van het wild. Ik oogst met het oog op de toekomst en wil dat mijn kinderen en kleinkinderen ook nog wild kunnen en mogen benutten. Wij hebben in ons jachtveld biotopen verbeterd en predatie is aangepakt (beheer vos) en enkele jaren niets geoogst. Sinds enkele jaren zien we een toename van het aantal hazen en kunnen we weer genieten van een haas in de pan. De kers op ons werk. We oogsten op dit moment dan ook niet meer dan 3 hazen in ons veld.
Ook konijnen komen er weer steeds meer. Door af en toe te oogsten, zien we dat de ziekte druk onder de konijnen is afgenomen en de populatie weer steeds gezonder wordt. Zonder beheer zouden, naar mijn overtuiging er op dit moment geen konijnen meer in mijn jachtveld te vinden zijn.
Tellingen doe ik veel al met nachtzicht. Wat we duidelijk zien, is dat door de toegenomen recreatie het wild steeds meer nachtactief wordt, zo ook konijn en haas. Ik zie dat er, mede dankzij mijn inspanningen, weer steeds meer hazen en konijnen komen, maar wel veel als slechts ’s nachts zichtbaar. Personen van de zoogdierenvereniging die tellingen doen, heb ik in mijn veld nog nooit gezien.

Ik acht het uiterst onverstandig om de jacht op het konijn en haas te verbieden. Mijn bereidheid om verder energie en tijd in het verbeteren van de wildstand te steken zakt bij de gedachte dat er binnenkort niets meer geoogst mag worden.