Wijziging voorwaarden geslachtsvermelding geboorteakte

Reactie

Naam Dhr J van den Bout
Plaats Hardonxveld Giessendam
Datum 12 februari 2020

Vraag1

Wat vindt u van het voorstel en de toelichting daarop?
Het voorstel tot wijziging van de voorwaarden rond geslachtsvermelding bij het opmaken van een geboorteakte wijs ik ten stelligste af.

Bij het vaststellen van het geslacht van een pasgeborene dienen feitelijke, objectieve biologische gegevens uitgangspunt te zijn binnen wetgeving, overheidsregistratie, medische sector, etc..

Het begrip geslacht is een wetenschappelijk, biologisch begrip, gekoppeld aan zowel uiterlijk zichtbare lichamelijke geslachtskenmerken, binnenin het lichaam gelegen geslachtsklieren, als aan specifieke biologische kenmerken in elke lichaamscel op DNA-niveau (XX-, dan wel XY-chromosomen).

Dat de subjectieve psychologische identiteitsbeleving van een individu later kan afwijken van dit natuurlijke lichamelijke gegeven (=feit), omdat deze persoon andere gevoelens, voorkeuren of gedragingen manifesteert dan als passend of kenmerkend voor dit geslacht wordt gezien, doet hier niets aan af. Dit kan een gevolg zijn van een foutief of beperkt idee over manlijke of vrouwelijke identiteit, een rigide opvatting over rolgedrag dat hierbij passend zou zijn, invloeden van opvoeders of omgeving, etc..

Alleen in geval er sprake is van interseksualiteit, in de vorm van een afwijkend chromosomenpaar, als XXY bijvoorbeeld, of een ander gendefect of een pas tijdens de puberteit ontdekt niet overeenkomen van chromosomenpaar met de overige geslachtskenmerken en -klieren, kan er een objectieve reden zijn om het genoteerde geslacht aan te passen. Dit zou dan door een deskundige medische beoefenaar bevestigd moeten worden.

Een subjectieve identiteitsbeleving, die bovendien niet stabiel hoeft te zijn en zelfs meerdere malen in het leven zou kunnen wisselen, kan m.i. absoluut geen leidraad zin voor het bepalen van het biologische geslacht.

De sociale en maatschappelijke gevolgen hiervan op de langere termijn zijn namelijk niet te overzien. Om wat voorbeelden te noemen:



allereerst een principieel gevolg. Als niet langer objectieve feiten, maar de subjectieve beleving uitgangspunt wordt voor overheidshandelen, inclusief alle daaruit voortvloeiende juridische, maar ook educatieve gevolgen is het eind volledig zoek. Het menselijk verstand zelf wordt daarmee buiten spel gezet en de deur opengezet naar een maatschappij gebaseerd op chaos en willekeurige individuele beslissingen i.p.v. ordening en collectief herkenbaar en gedeeld ‘gezond verstand’.