Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdende wijziging van de Regeling vrijstellingen Wet Bpf 2000 in verband met aanpassingen financiële en actuariële gelijkwaardigheid

Reactie

Naam &Amp Borg | Meezicht (drs. A Laning)
Plaats Bedum
Datum 30 juli 2025

Vraag1

U kunt reageren op het gehele voorstel.
Geacht Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om kort te reageren op deze consultatie. Het gaat hier om een complex vraagstuk, waar meerdere problematieken en belangen samenkomen. Vrijgestelde werkgevers en werkgevers die een vrijstelling beogen wensen duidelijkheid, de belangen van deelnemers moeten geborgd zijn, terwijl voldoende solidariteit ook belangrijk is. De vereisten voor het verkrijgen en instandhouden van een vrijstelling moeten daarnaast eenvoudig toepasbaar zijn.

Er zijn op deze consultatie al belangwekkende reacties ingediend door OR-Pensioenadviseurs, Edmond Halley en Pensioenfonds Sportfondsen. Deze reacties snijden m.i. hout.

In mijn reactie beperk ik me tot één aspect, en dat is het beleggingsbeleid. In de kern ben ik van mening dat in het beoordelen van de gelijkwaardigheid van twee premieregelingen uitsluitend naar het premieniveau gekeken zou moeten worden (financiële gelijkwaardigheid). Actuariële gelijkwaardigheid zou dan alleen nog aan de orde zijn voor risicoproducten (PP, AOP) en de uitkeringsfase, rekening houdend met de door Pensioenfonds Sportfondsen aangegeven mogelijke uitruil tussen pensioenproducten. Mocht er toch voor het spaardeel een actuariële gelijkwaardigheid berekend moeten worden, dan ben ik van mening dat effecten van verschil in beleggingsbeleid daarin geëlimineerd moeten worden. Zo wordt ook bij de transitie naar de Wtp in de methode van netto profijt dit effect geëlimineerd. Immers: een hoger verwacht pensioen uitsluitend door het toevoegen van risico is slechts de beloning voor extra risico, en niet een betere regeling, en andersom: een defensiever beleid dat voortvloeit uit een RPO mag niet de reden zijn dat de regeling niet gelijkwaardig wordt geacht.
Als oplossing denk ik niet dat het voorschrijven van een netto profijt berekening de juiste route is, omdat deze ingewikkeld en voor velen lastig te begrijpen is. Een makkelijker oplossing is om uit te gaan van een gelijk beleggingsbeleid tussen beide te vergelijken regelingen, ook als het voorgenomen beleggingsbeleid verschillend is.

Hoogachtend,


Anne Laning
&Amp Borg | Meezicht