Wijzigingsbesluit voor gebiedsspecifiek beleid PFAS

Reactie

Naam RUD Drenthe (ir. C.T. Fossen)
Plaats Assen
Datum 22 november 2019

Vraag1

Heeft u opmerkingen en/of aanvullingen op de ontwerpregeling en de nota van toelichting?
In de Handreiking Besluit Bodemkwaliteit (7-4-2008, Senternovem Bodemplus, staat het volgende beschreven:

5.3.2 Normstelling
Lokale Maximale Waarden mogen worden vastgesteld tussen de Achtergrondwaarden en het Saneringscriterium (zie ook fi guur 5.5). Een gemeente kan dus geen Lokale Maximale Waarden vaststellen onder de Achtergrondwaarden (= de ‘altijd-grens’). Evenmin kan dat voor waarden boven het Saneringscriterium (= de ‘nooit-grens’). Het is wel mogelijk om Lokale Maximale Waarden boven de Interventiewaarden vast te stellen. Dit mag echter alleen onder stringente voorwaarden. Deze voorwaarden vindt u in §5.3.4.

In de toelichting bij de voorgestelde wijziging Bbk staat (par. 4.1, laatste alinea):
Gebiedsspecifiek beleid kan overigens ook inhouden dat juist strengere lokale maximale waarden worden vastgesteld dan de in de Regeling bodemkwaliteit vastgestelde nationaal geldende toepassingswaarden, om de bodem in ‘schone gebieden’ schoon te houden.

Het Besluit stelt weliswaar geen beperking aan de ondergrens voor Lokaal Maximale Waarden, maar beleidsmatig geldt de achtergrondwaarde als "altijd" grens. Graag een nadere motivering waarom gemeenten bij PFAS wel strengere lokaal maximale waarden kunnen stellen.