Wetsvoorstel wijziging toets op re-integratie-inspanningen en WIA-voorschotregeling

Reactie

Vraag1

Wij steunen de doelstelling om meer zekerheid te bieden bij re-integratie en om het stelsel uitvoerbaarder te maken. Het leidend maken van het advies van de bedrijfsarts bij de RIV-toets vergroot de voorspelbaarheid en vermindert de administratieve lasten.

Wel vragen wij aandacht voor de praktische en juridische uitwerking voor eigenrisicodragers.

1. Leidende rol van de bedrijfsarts
Het is positief dat werkgevers mogen vertrouwen op het oordeel van de bedrijfsarts. Tegelijkertijd is een duidelijke borging van kwaliteit en onafhankelijkheid cruciaal. Wij adviseren om in lagere regelgeving vast te leggen dat de RIV-toets uitsluitend arbeidskundig van aard is en dat medische verschillen van inzicht tussen bedrijfs- en verzekeringsarts enkel onderwerp zijn van monitoring, niet van sancties.

2. Kwijtschelding en financiering van voorschotten
Wij onderschrijven dat mensen niet moeten worden geconfronteerd met terugvorderingen die buiten hun schuld ontstaan. De voorgestelde financiering via het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) draagt bij aan een gelijk speelveld. Tegelijk is onduidelijk hoe en wanneer eigenrisicodragers de keuze moeten maken om voorschotten namens UWV te betalen. Heldere uitvoeringsregels zijn nodig om dubbele betalingen en administratieve risico’s te voorkomen. Onverschuldigd betaalde voorschotten dienen altijd te worden vergoed, ongeacht wie de betaling initieerde.

3. Monitoring en evaluatie
Wij pleiten voor een gerichte evaluatie van de effecten voor de hybride markt, waaronder de instroom in de WGA, het gebruik van de bevoegdheid tot voorschotbetaling en de financiële gevolgen voor eigenrisicodragers. Betrek werkgevers- en verzekeraarsvertegenwoordigers actief bij deze evaluatie.

Conclusie
Het wetsvoorstel biedt een stap richting een eenvoudiger en eerlijker stelsel, mits de uitvoeringspraktijk voor eigenrisicodragers eenduidig wordt ingericht en tijdig wordt geëvalueerd.

Bijlage