Wetsvoorstel maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA

Reactie

Naam VangNED B.V. h/o DossierMeester (mr. P.H. Lammerts)
Plaats Amsterdam
Datum 24 juni 2019

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen van het wetsvoorstel en de toelichting daarop.
Het plan om het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken bij de RIV-toets, is onlogisch en draagt niet bij aan herwinnen van vertrouwen in bedrijfs- en verzekeringsartsen. Het zal niet helpen om het capaciteitstekort terug te dringen, eerder het tegenovergestelde, evenmin helpt het werkgeverslasten te verlagen. Ik deel de zorgen van verzekeringsarts Haentjens (zie zijn reactie op internetconsultatie van 20 juni). Een meerderheid van Nvab-leden blijkt voorstander van het plan zijn, met als voornaamste argument dat het nooit de bedoeling van de wetgever zou zijn geweest om verzekeringsartsen te laten oordelen over bedrijfsartsen (zie https://nvab-online.nl/actueel/nieuws/elv11maart2019). Die argumentatie kan ik niet volgen. In dat verband wil ik u wijzen op een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 2009 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2009:BK3713), waarin op de arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand, alsmede op de wet verbetering poortwachter en de VLZ, werd gewezen:

“De werkgever is en blijft verantwoordelijk voor de reïntegratie met inbegrip van de werkzaamheden van degene die hij daarbij inschakelt. Indien het Uwv de WAO-aanvraag afwijst en de werkgever het loon langer moet doorbetalen, kan het zijn dat de oorzaak van de onvoldoende re-integratie-inspanningen bij de begeleidende arbodienst of andere deskundige (bedrijfsarts en/of ingeschakelde derde) ligt. In dat geval kan de werkgever de betrokken dienstverlener civielrechtelijk aansprakelijk stellen.” (TK 2004-2005, 29 814, nr. 6, blz. 20). Met de Wet verbetering poortwachter en de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 heeft de regering niet met deze koers willen breken, maar heeft zij de verantwoordelijkheid van de werkgever en de werknemer verder versterkt door voort te bouwen op hetgeen op dit punt al was bereikt (TK 2003-2004, 29 231, nr. 3, blz. 16). De verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer impliceert verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde diensten door ingeschakelde deskundigen, zoals de arbodienst. De grief van betrokkene dat zij redelijkerwijs mocht vertrouwen op het oordeel van haar eigen deskundige, kan dan ook niet slagen."

Met vriendelijke groet,
mr. P.H. (Paul) Lammerts
Vangned b.v. h/o DossierMeester