Wetsvoorstel bescherming namen en graden hoger onderwijs

Het wetsvoorstel voorziet in normen met betrekking tot het voeren van de naam universiteit en hogeschool (alsmede vertalingen daarvan), het verlenen van graden en het voeren van titels. Daarnaast voorziet het wetsvoorstel in adequate sancties bij overtreding van die normen.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 01-05-2015
Einddatum consultatie 29-05-2015
Status Resultaat gepubliceerd
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderwerpen Hoger onderwijs

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Het doel van het wetsvoorstel is het tegengaan van misleiding van studenten en werkgevers en in het verlengde daarvan het borgen van het aanzien van het Nederlandse hoger onderwijs. Om deze doelen te bereiken worden in de WHW normen opgenomen met betrekking tot het voeren van de naam universiteit en hogeschool, alsmede vertalingen daarvan, het afgeven van de graden Bachelor, Master, Associate degree en Doctor, en het voeren van titels. Om deze doelen zo goed mogelijk te bereiken, wordt een samenstel van verschillende maatregelen voorgesteld (wetgeving in combinatie met verbeterde voorlichting). Dit betreft ten eerste regulerende maatregelen met betrekking tot het vastleggen van normen over het gebruik van de namen universiteit en hogeschool en normen over het verlenen van graden en voeren van titels. Ten tweede betreft dit wetsvoorstel bepalingen om te bewerkstelligen dat adequate sancties kunnen worden opgelegd bij overtreding van die normen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Alle personen en rechtspersonen die in Nederland graden willen verlenen en/of die hun organisatie universiteit of hogeschool willen noemen. Aankomende studenten (zowel scholieren als personen die op latere leeftijd aan een opleiding in het hoger onderwijs willen beginnen), aankomende buitenlandse studenten, bekostigde instellingen en rechtspersonen hoger onderwijs, werkgevers.

Verwachte effecten van de regeling

Het verwachte effect is dat misleiding van studenten minder voor zal komen: zij zullen beter worden geïnformeerd over de graad die aan de opleiding is verbonden (of het een graad is die is gebaseerd op de WHW of dat de graad wordt verleend voor een opleiding die niet door de NVAO, maar door een buitenlandse accreditatieorganisatie is geaccrediteerd). Studenten zullen straks niet meer, althans veel minder dan nu, worden misleid door organisaties die zich ten onrechte universiteit of hogeschool noemen. Ook werkgevers en andere organisaties die afgestudeerden aantrekken zullen minder vaak worden misleid door getuigschriften, graden en titels. Indien toch misleiding plaatsvindt, wordt het gemakkelijker dit aan te pakken.


Organisaties die de naam universiteit of hogeschool (inclusief vertaling in andere talen) willen voeren, mogen dat straks in voorkomende gevallen niet meer. Indien het een nevenvestiging van een buitenlandse instelling uit een EER-land betreft en de instelling in het land van herkomst het recht heeft zich universiteit te noemen, daar promotierecht heeft en tevens wordt voldaan aan de kenbaarheidseis, mag ook in Nederland de naam universiteit worden gevoerd. Voor nevenvestigingen van hogescholen uit een ander EER-land gelden soortgelijke voorwaarden, met uitzondering van de promotie-eis.

Doel van de consultatie

Het informeren van instellingen, studenten en werkgevers en hen de mogelijkheid bieden op dit voornemen tot wet te reageren en zo de regelgeving kwalitatief te verbeteren.
Een belangrijk doel van het bijtijds informeren van instellingen is ook, dat zij rekening kunnen houden met de nieuwe regels en hierop kunnen anticiperen (bijvoorbeeld door hun website aan te passen en correcte informatie te geven over de graden die zij mogen verlenen). Op het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel moeten zij voldoen aan de nieuwe regels.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Op alle onderdelen van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting mag worden gereageerd.

Meer informatie