Regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Oldenzaal
Datum 10 februari 2021

Vraag3

Ten slotte zijn in het algemeen ideeën over en voor het beoordelingskader in de bijlage welkom.
De voorgestelde minimale programmaomvang van 10 miljoen en 250 woningen is een minachting van de opgaven van kleinere gemeenten in krimpregio's. Zelfs met maatregelen met een omvang tot 1 miljoen hebben we als kleinere gemeenten de grootste moeite om dit financieel voor elkaar te krijgen. In feite lijkt deze regeling alleen geschikt voor kwetsbare gebieden in grote steden en niet voor krimpregio's. Zeer teleurstellend. Verzoek daarom om een adequate regeling voor kleinere gemeenten in krimpgebieden.

Met vriendelijke groet,

een kleinere gemeente in een krimpregio


"Er is sprake van een minimale programmaomvang om een beroep te kunnen doen op een
Rijksbijdrage. De maatregelen uit het herstructureringsprogramma hebben een minimale
omvang van ten minste 10 miljoen euro. Dat betekent dat de Rijksbijdrage ten minste 7
miljoen euro bedraagt en de cofinanciering 3 miljoen euro. Of programma’s bestaan uit ten
minste 250 woningen. Met een keuze in type ondergrens wordt voorkomen dat programma’s
met een kleiner aantal te herstructureren woningen, maar aanzienlijke opgave buiten de boot
vallen. Tegelijkertijd wordt geborgd dat sprake is van enige slagkracht met de Rijksbijdrage
voor de verbetering van kwetsbare gebieden. De omvang van een kwetsbaar gebied wordt niet
verder ingekaderd in deze regeling (er is geen sprake van een vereiste van een afgebakend
programmagebied of iets dergelijks). Een gemeente of gemeenten kunnen kiezen om een
gezamenlijke aanvraag in te dienen, waarbij een gemeente optreedt als hoofdaanvrager, en
waarbij wordt voldaan een de minimale programmaomvang. Zo wordt een gebiedsgerichte
aanpak gestimuleerd. "