Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand

Reactie

Naam Activiste voor mensen met een arbeids(beperking) N van Lith
Plaats Roosendaal
Datum 12 december 2019

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen.

Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
Mensen hebben allerlei beperkingen van psychische tot lichamelijke beperkingen, zij moeten al aan allerlei plichten voldoen en worden als iemand zonder beperking behandeld. Dit is appels met peren vergelijken. Mensen die door een medische urenbeperking helaas niet in staat zijn om fulltime te werken moeten worden aangevuld met de zogeheten inclusietoeslag, een toeslag tot het wettelijk minimumloon.
Als iemand echt niet wil werken en verder niets mankeert kan er wel een tegenprestatie verwacht worden, maar wel op een manier dat ze zien dat werken ook echt beloond wordt. Werken voor een uitkering noem ik geen beloning, ik noem dat straffen. Waar we uiteraard wel op moeten letten is het volgende: Er is meestal een reden waarom men niet wil werken, wat is die reden? Een nare ervaring uit het verleden? Dan moeten we proberen die angsten weg te nemen, zonder dwang.
Als de overheid meer vertrouwen gaat hebben in de burger, dan krijgen ze deze ook terug van de burger. De gedachte is men moet iets terugdoen voor de uitkering. Deze gedachte is niet stimulerend omdat het een ''moeten'' is.
Als we kijken naar het oordeel van het @MensenrechtenNL zei zeggen gelijk werk moet gelijk beloond worden dat zegt ook art. 7 Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. De overheid moet het goede voorbeeld geven.

Je werkt, maar ziet geen cent extra op je rekening staan, dit werkt toch niet stimulerend?