Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand

Reactie

Naam nvt (mw Y. Wanink)
Plaats Hoogeveen
Datum 23 december 2019

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen.

Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
1. de gewenste frequentie is afhankelijk van het doel van de ondersteuning. Aandacht werkt, zolang dit gerichte aandacht is.
Dit kan variëren van meerdere keren per week tot 1x per 4 maand.
2. De vorm van het contact is, net als de frequentie, afhankelijk van het doel van de ondersteuning en de fase waarin het traject zich bevindt. Contact op meerdere manieren, dus persoonlijk, telefonisch, via app, mail en als sluitstuk een brief, moeten ter beschikking van de gemeente staan. De voorkeur is aangegeven door de volgorde van de opsomming.
3. ruimte in de uitvoering en een duidelijke selectie van,- en sturing op het functioneren van klantmanagers. Die moeten het verschil wíllen maken, en die moeten door hun leidinggevende gesteund worden. Minder grote (bulk)inkoop van re-integratie trajecten, minder checklisten die je naar een trajectkeuze leiden, zelf nadenken, je verantwoordelijk voelen en sturing en waardering van je leidinggevende daarop!

Bijlage