Amvb monitoren van de veiligheid op scholen

Reactie

Naam VGS (Drs. C. de Groot)
Plaats Ridderkerk
Datum 3 mei 2019

Vraag1

Geeft deze amvb u naar uw mening voldoende handvatten om de veiligheid op school te monitoren?
De Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS( onderschrijft van harte dat een veilige school voor leerlingen van groot belang is om tot leren te komen, zoals de nota van toelichting stelt. Wij steunen de verplichting voor scholen om actief beleid te voeren gericht op de bevordering van de veiligheid en om pesten structureel aan te pakken. Voor een effectief veiligheidsbeleid is monitoring inderdaad noodzakelijk: een school moet weten hoe het ervoor staat met de veiligheid(sbeleving) en waar het aan schort.
De VGS waardeert het dat het aantal eisen dat aan het monitoringsinstrument wordt gesteld, beperkt is. We zijn het ermee eens dat de monitor regelmatig moet worden afgenomen en een representatief beeld moet geven.
Een vraag hebben wij bij de eis dat het instrument gestandaardiseerd moet zijn. In de nota van toelichting staat (pag. 7) dat rekening wordt gehouden met kleine scholen, zoals verzocht in de motie-Bisschop (29 240, nr. 79). In die motie wordt de regering verzocht in de Amvb “aandacht te schenken aan de wijze waarop de lasten voor kleine scholen kunnen worden beperkt, waaronder de keuzemogelijkheid om meetinstrumenten voor sociale veiligheid in te kopen dan wel zelf te ontwikkelen.”
De nota van toelichting beschrijft (pag. 9) dat “scholen de ruimte hebben om een keuze te maken die past binnen hun eigen (pedagogische) visie (…) kwaliteitszorg.” De VGS vraagt zich echter af hoe de eis dat het instrument ter monitoring van de ervaren veiligheid van leerlingen gestandaardiseerd dient te zijn, te rijmen valt met de beloofde keuzevrijheid.
Op pag. 8 van de nota van toelichting lezen wij namelijk dat gestandaardiseerd “betekent dat het instrument gebruik maakt van vaste vragen en dat het instrument vaste procedures kent voor de afname, opslag, verwerking, analyse en interpretatie van de gegevens”. En dat “gestandaardiseerde instrumenten door meerdere scholen kunnen worden gebruikt.” Betekent dit dat alle monitoringsinstrumenten inhoudelijk dus deels hetzelfde moeten zijn?
Wij zijn er niet helemaal gerust op dat de in de motie-Bisschop gevraagde keuzevrijheid daardoor niet wordt ingeperkt, en of de toegezegde ‘ruime keuzemogelijkheden’ voor alle scholen daadwerkelijk blijven bestaan (pag. 9). De VGS beveelt daarom aan om duidelijk te maken dat de verlangde standaardisatie niet ten koste gaat van de keuzevrijheid voor (kleine) scholen, en dat zij de mogelijkheid blijven houden om bestaand, goed beleid gewoon voort te kunnen zetten.