Veegwet wonen

Reactie

Vraag1

De Woonbond is positief over de voorgestelde wijzigingen in de teksten van de Woningwet waarin verwezen wordt naar de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). Met de aanpassingen wordt duidelijker welke partij als belangenbehartiger van de huurders optreedt en wat er moet gebeuren indien er meerdere huurdersorganisaties zijn. Artikel 2 van de Wohv voorziet in dergelijke situaties. De aangepaste wijzigingen sluiten daarmee goed aan op de bestaande praktijk van huurdersvertegenwoordiging.

De tegenstrijdige bepalingen in de Woningwet over de voordracht van huurderscommissarissen (artikel 30 lid 9) hebben geleid tot verschillende interpretaties en discussies tussen corporaties en huurders. De Woonbond is verheugd dat de voorgestelde tekstwijzigingen helder maken dat altijd ten minste een derde van de leden van de Raad van Commissarissen moet worden voorgedragen door de huurdersorganisatie.

Vraag2

De Woningwet beschrijft de wijze waarop de toegelaten instelling, de gemeente en de huurdersorganisaties op gelijkwaardige wijze gezamenlijk prestatieafspraken kunnen maken. Bij het maken van deze prestatieafspraken kunnen zich geschillen voordoen. Daartoe heeft de minister een geschilregeling beschreven in de Artikel 44 lid 4 en 5. De minister betrekt daarbij de in de betrokken gemeente geldende volkshuisvestingsbeleid en de financiële mogelijkheden van de toegelaten instelling. Wij zouden daar aan toe willen voegen de mate waarin de belangen van de huurders van de woongelegenheden van de toegelaten instelling in de betreffende gemeente zowel inhoudelijk als procesmatig zijn betrokken. Conform de afspraken die hierover gemaakt zijn tussen de Minister van BZK, Aedes, VNG en de Woonbond.

Vraag3

Geen opmerkingen