Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning

Het wetsvoorstel strekt tot invoering van de van rechtswege verleende vergunning in diverse wetten. Het wetsvoorstel vormt de uitwerking van het kabinetsstandpunt lex silencio en de motie Van Dijk c.s. De van rechtswege verleende vergunning houdt in dat de overschrijding van een beslistermijn door een bestuursorgaan van rechtswege leidt tot een positieve beslissing op de vergunningaanvraag.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 06-11-2009
Einddatum consultatie 30-12-2009
Status Gesloten
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Financiën, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderwerpen Bestuursrecht Bezwaar en klachten

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Het invoeren van de van rechtswege verleende vergunning in een aantal vergunningstelsels.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Burgers, bedrijven, overheden, rechtspraak, advocatuur

Verwachte effecten van de regeling

Bij vergunningen waarbij op grond van dit wetsvoorstel de van rechtswege verleende vergunning gaat gelden, is een beschikking van rechtswege verleend indien het bestuursorgaan niet tijdig op een aanvraag tot het geven van een beschikking beslist. De rechtsgevolgen verbonden aan een van rechtswege verleende beschikking treden in werking drie dagen nadat de beslistermijn ongebruikt is verstreken. Het bestuursorgaan is verplicht om de beschikking binnen twee weken nadat zij van rechtswege is verleend, bekend te maken en daarbij te vermelden dat de beschikking van rechtswege is verleend. Wanneer het bestuursorgaan nalaat de van rechtswege verleende beschikking bekend te maken, kan de aanvrager het bestuursorgaan in gebreke stellen. Gaat het bestuursorgaan dan binnen twee weken nog niet over tot bekendmaking, dan verbeurt het een dwangsom per dag dat het in gebreke is. De dwangsom loopt op van 20 euro op de eerste dag tot 40 euro per dag, met een maximum van 1260 euro. Ook kan de aanvrager op grond van artikel 8:55f beroep instellen bij de bestuursrechter tegen het niet tijdig bekendmaken van de beschikking. Afdeling 8.2.4a is op dit beroep van overeenkomstige toepassing en er hoeft niet eerst bezwaar te worden gemaakt (zie artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder e Awb). De rechter behandelt het beroep in beginsel met toepassing van artikel 8:54 Awb, dus zonder zitting. Hij doet binnen acht weken uitspraak en bepaalt daarbij dat het bestuursorgaan de van rechtswege verleende beschikking alsnog bekendmaakt. De rechter kan op grond van artikel 8:55d, derde lid, de termijn bepalen. Dat dit een korte termijn kan zijn, spreekt voor zich. Het bestuursorgaan hoeft immers geen besluit meer te nemen. Het gaat enkel om de bekendmaking en de mededeling van de beschikking.

Doel van de consultatie

Betrokkenen bij dit wetsvoorstel in staat te stellen om eventuele op- of aanmerkingen kenbaar te maken. Het is de verwachting dat dit een bijdrage kan leveren aan de kwalitiet van het wetsvoorstel.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Alle onderdelen