Initiatiefwet vergroten beslissingsruimte gemeenten bij terugvordering bijstand

Reactie

Naam auteur van de uitgave Tekst en toelichting op de Participatiewet, sdu (drs w.f.a. Eiselin)
Plaats Haarlem
Datum 23 maart 2021

Vraag1

Draagt de initiatiefwet bij aan het doel om gemeenten meer beslissingsruimte te geven en menselijke maat toe te passen wanneer een bijstandsontvanger de inlichtingenplicht heeft geschonden?
Met dit wetsontwerp is op zich zelf niet mis, maar het miskent de oorzaak van de hardheid. Een hardheid die ontstaat om dat een boete volgt op een onduidelijke norm. De norm is in artikel 17 geformuleerd als dat “redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand “. Deze norm is weinig concreet. Voor de bijstandsgerechtigde is niet duidelijk welk gedrag wel en welk gedrag niet beboetbaar is, zodat hij zijn handelen daarop kan afstemmen.

Als toets mogen de voorstellers van dit voorstel zich zelf de vraag stellen of een bijstandsgerechtigde moet melden dat hij:

• Een lege kluis in de woning heeft
• (als hij kostendeler is) dat een medebewoner 21 jaar wordt
• (als hij kostendeler is) dat een medebewoner met de studie stopt
• (als hij kostendeler is) en van een medebewoner € 300 ontvangt als bijdrage in de kosten van het woning delen
• in het casino € 100 wint
• bestuurslid is van de vereniging
• Een vriend hem € 150,- leent omdat de deurwaarder voor de deur staat
• Een zus het internet/tv-abonnement betaalt
• Op marktplaats regelmatig goederen verkoopt
Ik laat graag in het midden hoe eigentijds de wetgeving op dit punt is maar volgens de rechtspraak/wet valt het allemaal onder de in de wet geformuleerde inlichtingenplicht.

Advies
Mijn advies is het wetsontwerp uit te breiden door de aantoonplicht (dat het redelijkerwijs aan de belanghebbende duidelijk kon zijn) om te keren. De overheid kent de regels immers beter dan de burger. De overheid kan alleen in haar bewijslast slagen als zij concreet de voorlichtingstekst kan overleggen waaruit de betreffende inlichtingenplicht ondubbelzinnig blijkt, dus klip en klaar. Slechts zo’n oplossing creëert een fatsoenlijk speelveld tussen overheid en burger.
Dit voorstel laat zich eenvoudig realiseren door aan artikel 18a, eerste lid, na de eerste volzin toe te voegen
“Geen boete wordt opgelegd als de belanghebbende door het college niet is geïnformeerd over de concrete inhoud en reikwijdte van deze verplichtingen”