De SVVE wordt op de volgende punten en om de volgende redenen gewijzigd:
Verlengen looptijd regeling en ophogen subsidieplafond: de looptijd van de regeling wordt verlengd tot en met 2030 en het subsidieplafond voor verduurzamingsadviezen en -onderzoeken en verduurzamingsmaatregelen wordt opgehoogd.
Afschaffen subsidieplafond per vereniging: de grens van maximaal € 2,5 miljoen subsidie per vereniging wordt losgelaten. Wel blijft er een maximum subsidiebedrag per appartement bestaan. Hiermee wordt het gebruik van de regeling door grote VvE’s aantrekkelijker.
F-gassen: splitwarmtepompen met een vulgewicht kleiner dan 3 kilogram en een GWP hoger dan 750 zijn vanaf 1 januari 2026 uitgesloten van subsidiëring via de SVVE. Hiermee is de SVVE in lijn gebracht met Verordening (EU) nr. 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014.
Wijziging MKI-score: vanaf 2024 geldt in de SVVE een bonus voor de toepassing van milieuvriendelijke biobased isolatiematerialen. Deze materialen, zoals vlas en vezelhennep, zijn vaak duurzaam geproduceerd en vooralsnog duurder dan niet-duurzame isolatiematerialen. De werkelijk gerealiseerde milieu-impact wordt berekend via de milieukostenindicator (MKI), waardoor een maximum grenswaarde was gesteld van 0,85 bij een Rd-waarde van 3,5 mK/W.
Intussen is de methode om de milieukostenindicator te berekenen gewijzigd: de score wordt nu bepaald volgens de milieudata geleverd voor de meest recente Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken, versie 2.0 op basis van 19 milieueffecten (zoals toxiciteit en fijnstof), terwijl eerder slechts 11 categorieën werden meegewogen. De totale score wordt daardoor hoger en de eis moet daarom worden herijkt. Uit onderzoek van de stichting Nationale Milieudatabase is gebleken dat een grenswaarde van 1,9 bij een Rd-waarde van 3,5 mK/W gemiddeld genomen zorgt voor een beleidsneutrale overgang. Bij specifieke producten kan de score meer afwijken, maar het gros van de producten die onder de 0,85 viel, valt ook onder de 1,9 met de nieuwe berekeningsmethode.
Wijziging voorwaarde bij bodemisolatie: bij bodemisolatie wordt de huidige Rd-waarde (3,5 mK/W) vervangen door een keuze tussen Rbf en Rd, waarbij de eis van 3,5 mK/W behouden blijft. Hiermee sluit deze isolatievoorwaarde beter aan bij de NTA 8800-norm en de gangbare termen in de markt.
Glasisolatie monumenten: dit betreft een aanpassing waardoor bij voor- en achterzetbeglazing uitsluitend wordt gekeken naar de isolatiewaarde van de voor- of achterzetbeglazing. Nu wordt het mogelijk gemaakt om bij voor- en achterzetbeglazing ook enkel glas toe te staan (met een Ug-waarde van ten hoogste 5,8 W/mK ).