Wmo 2015: Wetsvoorstel resultaatgericht beschikken en vereenvoudigen geschilbeslechting

Reactie

Naam Gemeente Midden-Delfland (Beleidsmedewerker Wmo R Winkels)
Plaats Schipluiden
Datum 15 februari 2020

Vraag1

In het wetsvoorstel is bepaald dat bij een beschikking met resultaatbeschrijving altijd een ondersteuningsplan wordt opgesteld. Het ondersteuningsplan maakt deel uit van de beschikking met resultaatbeschrijving.
Vindt u het wenselijk om ook bij een beschikking met een tijdsduurbeschrijving een ondersteuningsplan verplicht te stellen? Zo ja, welke redenen heeft u daarvoor?
Niet van toepassing. De gemeente Midden-Delfland werkt op basis van resultaatsturing. Het ondersteuningsplan maakt deel uit van de beschikking.

Voor gemeenten die werken op basis van een tijdsduurbeschrijving betekent dit een lastenverzwaring. Het is overigens wel opmerkelijk dat aan de gemeenten die werken op basis van resultaatgericht werken aanvullende eisen worden gesteld, die maar in mindere mate gesteld worden aan gemeenten die werken op basis van tijdsduur. Het aantal uur zegt niets over een resultaat.

Vraag2

Via het wetsvoorstel wordt geregeld dat geschillen over de uitvoering van maatwerkvoorzieningen in eerste instantie bij de gemeente kunnen worden aangekaart. Het gaat dan om alle typen maatwerkvoorzieningen: diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen een andere maatregelen. Is dit praktisch uitvoerbaar? Zo nee, waarom niet?
Nee. Dit betekent voor veel gemeenten mogelijk een enorme bestuurlijke lastenverzwaring. Op voorhand is niet in te schatten welke extra capaciteit dit vraagt. Wat wel duidelijk is: de klachtenregeling zoals deze op dit moment vormgegeven is, werkt naar behoren.

De huidige lijn is helder. Client bespreekt de klacht met de zorgaanbieder. Komt men er onderling niet uit dan treedt de gemeente op als bemiddelaar. De gemeente hanteert een werkwijze waarin het gesprek gevoerd wordt om er met elkaar uit te komen. Dat is altijd het doel. Een verdere juridisering staat haaks op de werkwijze zoals hierboven beschreven. Bovendien zijn deze klachten vaak makkelijker en sneller onderling op te lossen dan in een formele procedure.

Vraag3

Zijn er andere punten in het wetsvoorstel die naar uw mening aandacht behoeven of die het ontwerp kunnen versterken?
De afgelopen maanden zijn veel gemeenten die resultaatgericht indiceren bezig geweest met het opstellen van een normenkader (voor huishoudelijke hulp). Dit was vooruitlopend op deze mogelijke wetswijziging. De Centrale Raad voor Beroep (CrvB) deed eind 2018 twee uitspraken over het indiceren van hulp bij het huishouden. Kort samengevat heeft de CRvB in een uitspraak over hulp bij het huishouden bepaald dat de betreffende gemeente in de beschikking het aantal uren ondersteuning had moeten opnemen. In een andere uitspraak heeft de CRvB bovendien uitgesproken dat het aantal geïndiceerde uren moet worden gebaseerd op een objectief en onafhankelijk normenkader. Deze twee uitspraken raken aan de nieuwe resultaatgerichte werkwijze binnen de Wmo. Ook de minister heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer van juni 2019 aangegeven dat hij de rechtszekerheid voor de cliënt wil verbeteren en daarom met een aanpassing komt van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Echter, er wordt in dit wetsvoorstel resultaatgericht beschikken en vereenvoudigen geschilbeslechting geen melding gemaakt van een normenkader.

Dit normenkader heeft de gemeente Midden-Delfland opgesteld om de cliënt meer rechtszekerheid te bieden en wanneer cliënt het niet eens met een indicatie Resultaat schoon en leefbaar huis, deze alsnog uren krijgt geïndiceerd op basis van dit normenkader. Dit normenkader draagt bij aan het oplossen van klachten.

Welke status heeft het normenkader nu? Onduidelijkheid hierover kan voor gemeenten leiden tot juridische risico’s en daarmee gepaard extra kosten.