Wijziging Participatiewet en Ziektewet ivm breed offensief

Reactie

Naam L. Van der Vossen
Plaats Noordwijkerhout
Datum 3 juni 2019

Vraag1

Het doel van deze consultatie is tweeledig:
1. Het informeren van de samenleving over het wetsvoorstel;
2. Het verzamelen van reacties over de inhoud van het wetsvoorstel.
Beste Staatssecretaris Van Ark,

De Participatiewet is oneerlijk en bestraft mensen om hun handicap. Ik vind het verheugend om te zien dat u een voorstel doet om de Participatiewet te wijzigen. Ik vind het rechtvaardig dat u voorstelt om de regels over arbeidsvermogen over alle gemeenten gelijk te trekken. In reactie op uw voorstel zie ik hierin graag nog drie andere zaken opgenomen worden:

1. Dat mensen die onder de Participatiewet werken niet meer onder het bijstandsregime werken. Niet alleen zorgt dit ervoor dat het onaantrekkelijk is voor veel mensen om te gaan werken, ook blijven ze op deze manier gestraft worden om hun handicap.
2. Dat Wajongers die geen baan kunnen vinden niet meer gekort worden op hun uitkering. Ook dit is een straf op hun handicap. Een handicap hebben is al beperkend genoeg.
3. Dat een arts of deskundige over iemands arbeidsvermogen oordeelt en niet het UWV. Het UWV oordeelt nu namelijk vaak anders. Wanneer een arts of deskundige heeft bepaald dat iemand ook in de toekomst geen of minder arbeidsvermogen heeft, moet het UWV hiervan ook op de hoogte zijn en hierop haar handelen aanpassen. Nu bepaalt het UWV in haar eentje over iemands arbeidsvermogen en dit leidt tot onwenselijke situaties.

Ter toelichting op punt 1: mensen met een beperking moeten, volgens u, een aanvulling vanuit de bijstand krijgen om het minimumloon te verdienen. Ik vind het belangrijk dat de belemmerende regels die de bijstand met zich meebrengt, niet worden toegepast op mensen met een beperking. Zodat zij ook in staat zijn om hun studieschuld af te lossen of te sparen voor een eigen huis.

Ik verzoek u vriendelijk en dringend om bovenstaande punten te verwerken in het wetsvoorstel, zodat de Participatiewet nog rechtvaardiger wordt.

Met vriendelijke groet,
Lisette van der Vossen