Onderwijs op een andere locatie dan school

Reactie

Naam BEd N Mills
Plaats Almere
Datum 18 januari 2017

Vraag1

Voorgesteld wordt dat leerlingen in bijzondere gevallen met rijksmiddelen tijdelijk onderwijs kunnen volgen bij een niet-bekostigde school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Als ouder wiens kind is vrijgesteld wegens LpW art. 5 sub b, kies ik ervoor deze vraag niet te beantwoorden, daar ik geen mening over/kennis van heb.

Vraag2

Voorgesteld wordt dat sportieve en culturele toptalenten in het basisonderwijs mogen afwijken van de onderwijslocatie en onderwijs mogen volgen buiten reguliere lestijden, als daarover overeenstemming wordt bereikt tussen ouders en de school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Als ouder wiens kind is vrijgesteld wegens LpW art. 5 sub b, kies ik ervoor deze vraag niet te beantwoorden, daar ik geen mening over/kennis van heb.

Vraag3

Voorgesteld wordt dat leerlingen die met hun ouders langdurig in het buitenland verblijven tijdelijk onderwijs op afstand kunnen volgen, als daarover overeenstemming wordt bereikt tussen ouders en de school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Als ouder wiens kind is vrijgesteld wegens LpW art. 5 sub b, kies ik ervoor deze vraag niet te beantwoorden, daar ik geen mening over/kennis van heb.

Vraag4

Voorgesteld wordt dat kinderen via het volgen van thuisonderwijs aan de leerplicht kunnen voldoen indien het thuisonderwijs aan minimum kwaliteitsnormen voldoet waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Het wetsvoorstel gaat uit van wantrouwen in plaats van vertrouwen. De praktische implicaties van het voorstel zijn van dusdanige aard dat het bijna onmogelijk wordt voor ouders om aan alle vereisten te voldoen. Dit zorgt ervoor dat de ouders die nu wegens gewetensbezwaar hun kinderen niet op een school ingeschreven hebben bijna geforceerd worden om hun kinderen tegen de gewetensbezwaren in wel op een school in te schrijven. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen zoals het er nu is, dan is dat een schending van het recht op godsdienstvrijheid en keuze van onderwijs. Zowel de rechten van de ouders als van het kind worden geschonden.
De eis van HBO is een vorm van discriminatie. Een HBO diploma garandeert niet automatisch een goede thuisonderwijzer.
De eis van het opstellen van een plan gaat een administratief gedrocht worden en brengt geen voordelen. Naast dat het ontzettend veel tijd voor de ouders en de inspectie (die het moet gaan controleren) kost, gaat een van te voren opgesteld plan tegen de flexibiliteit van thuisonderwijs in.
Hoewel Nederlands zeker onderdeel moet uitmaken van het thuisonderwijs, is een verplichting om Nederlands als voertaal een verarming van de mogelijkheden en een vorm van discriminatie. Zendelingen uit andere landen, expats of ouders die in een ander land zijn opgegroeid en nog maar kort in Nederland wonen, zouden hier niet aan kunnen voldoen.
Thuisonderwijs wordt ook niet alleen thuis gegeven. Overal waar een thuisonderwijzer samen met de kinderen is, zijn lessen om te leren. Rekenen in de winkel, biologie in het bos, scheikunde in het zwembad en talen in het buitenland. Kinderen leren ook heel veel buiten school, dus waarom zou een thuisonderwijzer verplicht moeten zijn om alle lessen thuis te moeten geven. Wederom is dit een vorm van discriminatie en verarming van de huidige flexibiliteit.
Een risico:
De rechten van onderwijs- en godsdienstvrijheid zijn niet gewaarborgd met het wetsvoorstel zoals het er nu is.
Leraren missen de kinderen die nu wegens art. 5b thuis zitten niet.
De onderwijsbestuurder moet inleveren in kwaliteit boven kwantiteit en zal in resultaten achteruit gaan.
Mijn advies is om te rade te gaan bij stichtingen en verenigingen die bestaan door en voor thuisonderwijzers. Herschrijf het voorstel met input van deze groepen en luister naar de kenners.

Vraag5

Hoe zou een thuisonderwijzer zijn pedagogisch-didactische bekwaamheid kunnen aantonen? Kunt u dit toelichten?
Een thuisonderwijzer is per definitie een ouder die het beste voor heeft met het kind. In mijn ervaring zoeken deze ouders naar de bekwaamheden die ze nodig hebben. Dit gebeurt door intercollegiale consultatie, bezoeken van cursussen, intervisiebijeenkomsten, speurtochten naar methodes en bovenal: contact met andere thuisonderwijzende gezinnen.
Als er een bekwaamheid moet komen, is dit het beste te halen bij een stichting of vereniging (mogelijk gefinancierd uit de overheid) die met behulp van bovenstaande zaken ouders die thuisonderwijs voor ogen hebben daarbij kunnen ondersteunen. Indien er een wetswijziging komt is het goed als ouders elk jaar moeite doen om de bekwaamheid omhoog te krijgen of aan te houden. Dit kan weer via een stichting/vereniging die cursussen, intervisies, consultaties aanbied.
Thuisonderwijs is anders dan een schoolsituatie. Het is veel meer een-op-een lesgeven. Uit ervaring kan ik zeggen dat lerarenopleidingen uitgaan van schoolsituaties (klassen van meer dan 20 kinderen). Als thuisonderwijzer heb je hier niet mee te maken. Een opleiding van de PABO/2e of 1e graad onderwijsbevoegdheid is dus ook nietszeggend. Deze leraren zijn opgeleid voor school, niet thuisonderwijs.
Daarnaast moeten mannen en vrouwen die vader/moeder willen worden niet aantonen dat ze pedagogisch/financieel/interpersoonlijk/enz. competent zijn. Waarom zou een ouder die zijn/haar kind niet inschrijft op een school wegens richtingsbezwaar dat wel moeten doen. Dit is een vorm van discriminatie.