Onderwijs op een andere locatie dan school

Reactie

Naam MA Philosophy and Teaching Philosophy Dennis De Gruijter
Plaats Gouda
Datum 31 januari 2017

Vraag4

Voorgesteld wordt dat kinderen via het volgen van thuisonderwijs aan de leerplicht kunnen voldoen indien het thuisonderwijs aan minimum kwaliteitsnormen voldoet waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Ik verwacht van dit voorstel de volgende effecten:
Dit type onderwijs doet recht aan de groeiende diversiteit van kinderen en hoe zij leren. Het reguliere onderwijs (schoollocatie) is een valide vorm van onderwijs voor veel kinderen, maar dekt niet langer het brede spectrum van kennis en vaardigheden voor veel andere kinderen. De keuzevrijheid voor thuisonderwijs of onderwijs op een andere locatie zorgt voor een maatschappelijke differentiatie die zorgt dat kinderen zoveel mogelijk op de plek die voor hen werkt terechtkomen.

Kortom, het doet recht aan de onderwijsvrijheid van ouders en kinderen en helpt kinderen het beste uit zichzelf te halen op de locatie die daarvoor het best geschikt is.

Vraag5

Hoe zou een thuisonderwijzer zijn pedagogisch-didactische bekwaamheid kunnen aantonen? Kunt u dit toelichten?
Deze vraag gaat uit van een visie op leren die door veel onderzoekers en wetenschappers achterhaald is, namelijk dat leren alleen kan gebeuren op school onder leiding van een professional. Door dit idee te projecteren op de thuissituatie vereist de wetgever een pedagogisch-didactische bekwaamheid van de ouder.

De ouder heeft deze bekwaamheid in grote mate reeds in zijn of haar vingers, simpelweg door het opvoeden van het kind, het te leren zich te ontwikkelen in de wereld, het kind daarbij te begeleiden.

In plaats van uit te gaan van de positie van de ouder (of de positie van de docent) als beslissend en die bekwaamheid te controleren, kan men zich ook op de ontwikkeling van het kind richten. Wat leert een kind en heeft het geleerd, wat weet het te vertellen over zijn of haar (levens)wereld, welke basale vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen beheerst het en in welke mate.

Het succes en de ontwikkeling van het kind is de primaire zorg van elke ouder, en elke ouder zal alles doen wat in zijn of haar vermogen ligt om deze ontwikkeling te stimuleren. In plaats van de pedagogisch-didactische bekwaamheid aan te tonen kan men ook onderzoeken waar en hoe men deze vaardigheden kan ondersteunen.