Omvorming van de salderingsregeling voor kleinverbruikers

Reactie

Naam Ing W. Hendrikx
Plaats Zoetermeer
Datum 31 oktober 2019

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel dat de omvorming van de salderingsregeling regelt? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te downloaden.
De voorgenomen afbouw en beëindiging van de salderingsregeling, zoals verwoord in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel ter zake, leidt ertoe dat de eerdere (in de brief van 25 april 2019 gewekte) verwachting over de terugverdientijd van gemiddeld 7 jaar niet wordt waargemaakt. De minister schreef toen:
"Voor huishoudens die al zonnepanelen hebben of deze kabinetsperiode nog investeren in zonnepanelen, is de verwachting bij deze geleidelijke afbouw van salderen een gemiddelde terugverdientijd van circa 7 jaar. Deze verwachting is gebaseerd op de huidige inzichten, onder andere ten aanzien van de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs. Tevens wordt daarbij uitgegaan van de meest kostenefficiënte zonnepanelen op de markt die op een gunstig gelegen dak zijn gelegd. Voor investeringen in zonnepanelen die na deze kabinetsperiode worden gedaan, is de verwachting op basis van de huidige inzichten, dat de terugverdientijd iets kan oplopen boven de 7 jaar. Uit de evaluatie van de salderingsregeling uit 2016 is onder andere gebleken dat men bereid is te investeren in zonnepanelen als de terugverdientijd tussen circa 5 en 9 jaar is. Bovenstaande verwachting wordt geactualiseerd met de laatste inzichten uit de Klimaat- en Energie Verkenning 2019 (KEV 2019) eind dit jaar en op dat moment zullen wij uw Kamer nader informeren."

Uit een eigen berekening blijkt dat de terugverdientijd extreem véél langer wordt dan de 7 jaar die de minister de burgers heeft voorgespiegeld. Deze kan gemakkelijk oplopen tot 15 en zelfs méér jaren. Voor mij reden om met deze informatie af te zien van het plaatsen van zonnepanelen. Het zou de minister gesierd hebben, als hij zijn 'verwachting van 7 jaar terugverdientijd' (of misschien is het beter om te spreken van: de worst die hij de burger voor houdt) had laten doorrekenen door het CPB. Ik voel me als burger misleid door de ferme taal van de minister. Het kleine beetje hoop dat ik nog had, dat dit kabinet nog een greintje vertrouwen verdient na alle eerdere miskleunen en gebroken beloftes, is nu helemaal in rook opgegaan door deze onbetrouwbare minister. Hij sprak deze zomer van 'verleiden' maar ik ervaar zijn handelen als 'misleiden'.