Wet modernisering tuchtrecht Wet BIG

Reactie

Naam BEAUTY UNITED/Huidbehandelcentrum EDE (Dhr. J. Versluis)
Plaats EDE
Datum 4 november 2015

Vraag1

In het ontwerp worden in het voorgestelde artikel 1 Wet BIG (art. I, onder A) een aantal begrippen gedefinieerd.

Leiden de gehanteerde opzet van het artikel en de daarbij gebruikte definities tot een eenduidig interpreteerbaar, helder en duidelijk artikel? Zo nee, waarom niet?
Nee, een aantal beroepen dat voorheen in de wet BIG zijn genoemd zullen worden aangevuld; waarmee en met welke behandelingen wordt niet specifiek benoemd.
Tevens is bij het gebruik van laser, licht, ultrasoon en andere energie om op weefsel te werken onvoldoende nuance aangebracht. Er bestaan lasers om metaal mee te snijden en lasers om tijdens een presentatie als aanwijzer te dienen. Ultrasoon, IPL en LASER apparatuur die nu wordt gebruikt in de lichtere cosmetische zorg vallen tevens onder de warenwet net als tatoeage en piercings. Dus is het onduidelijk (ook al wordt gemeld dat dit door AMVB later benoemd zal worden) om welke apparatuur het gaat, om welke beroepsuitoefenaar van nu en straks het gaat en hoe er wordt voorzien in handhaving. Beroepsuitoefenaars die momenteel deze behandelingen veilig (lees deskundig) uitvoeren zonder incidenten krijgen geen duidelijkheid over hun toekomst en toepassing van "wenszorg" in hun praktijk.

Vraag2

In het voorgestelde artikel 1 Wet BIG (artikel I, onder A) is bij het begrip geneeskunst in onderdeel g opgenomen dat onder geneeskunst tevens wordt verstaan handelingen die gericht zijn op het aanbrengen, modificeren, herstructureren en wegnemen van weefsel, voor andere doeleinden dan die bedoeld onder a tot en met d. Met deze toevoeging kan er geen twijfel over bestaan dat cosmetische chirurgie onder het begrip geneeskunst valt. Cosmetische chirurgie vindt in eerste instantie ook plaats zonder dat deze tot doel heeft van een ziekte te genezen dan wel iemand voor een ziekte te behoeden of de gezondheidstoestand van iemand te beoordelen. De voorgestelde wijziging is overeenkomstig aanbeveling 13 uit de tweede evaluatie van de Wet BIG. Ook wordt in artikel 35 bewust niet gesproken over individuele gezondheidszorg. Reden hiervoor is dat het verboden is voor anderen dan degenen aan wie de handelingen zijn voorbehouden die handelingen te verrichten, ongeacht of diegenen werkzaam zijn op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Reden hiervoor is dat voorbehouden handelingen voor een ieder verboden zijn en niet slechts voor personen die werkzaam zijn op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Het is van belang om dit te verduidelijken. Hierdoor wordt bijvoorbeeld verduidelijkt dat de als voorbehouden aangewezen handelingen ook voorbehouden zijn aan geregistreerde beroepsbeoefenaren indien zij met een louter cosmetisch doel worden verricht.
Is het voor u duidelijk dat met dit wetsontwerp wordt geregeld dat ook cosmetische chirurgie en andere voorbehouden handelingen met een cosmetisch doel onder de reikwijdte van de Wet BIG vallen. Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om het ontwerp te verbeteren?
Nee dit is te kort door de bocht. Dit zou inhouden dat nu aantoonbaar veilige apparatuur (tenslotte middels CE/notified bodies veilig beschouwd) straks niet meer gebruikt mag worden, behalve door BIG geregistreerden. Lichte een relatief/mits juist toegepaste apparatuur zou dan straks niet meer door een bepaalde beroepsgroep mogen worden toegepast. Hier zijn de economische consequenties groot terwijl het aantal incidenten nagenoeg nihil is. Het argument om de gezondheid en het welzijn van de patient te beschermen vinden wij ook belangrijk, maar is dus reeds volledig afgeschermd door de bestaande wet-en regelgeving. Wijziging is dus niet noodzakelijk, regulering misschien wel. Hier zou deskundigheid en bekwaamheid getoetst kunnen worden en afdoende garantie geven als aanvulling op de bestaande wetten. Er wordt immers niet geïnjecteerd, gesneden of gebruik gemaakt van medisch gekwalificeerde apparatuur.

Vraag3

In het ontwerp van artikel 4a (art. I, onder E) staat dat bij algemene maatregel kan worden bepaald in welke gevallen en op welke wijze de beoefenaar van een beroep als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kenbaar maakt onder welk BIG-nummer hij is ingeschreven.

Hoe en in welke situaties denkt u dat een beroepsbeoefenaar zijn BIG-nummer het beste kenbaar kan maken?
Vergelijkbaar met de handelswet. Bij aankondigingen, op websites, in correspondentie of directe communicatie met de patient/client zoals in intake gesprekken en daarbij verstrekte informed consent formulieren en wanneer verzoek om bekendmaking van dat nummer relevant is.

Vraag4

In het voorgestelde artikel 36, onderdeel g (art. I, onderdeel N) wordt als voorbehouden handeling opgenomen het met behulp van licht, ultrasoon geluid of hoogfrequente elektrische stroom behandelen van lichaamsweefsel (het zg. laseren). Deze regel wordt gesteld vanuit het belang van de patiëntveiligheid.

Denkt u dat een beperking in de toepassing van deze voorbehouden handeling tot lichaamsweefsel een goede beperking is? Zo niet, kunt u dan aangeven hoe de beperking in het belang van de patiëntveiligheid zou moeten worden aangepast.
Nee. Dit is reeds binnen de warenwet geregeld voor niet-medische apparatuur. De grootste groep beroepsuitoefenaren werkt met dit type apparatuur zonder incidenten. De bezoekers zijn eerder consumenten en geen patiënten. Er zou een openbaar incidentenregister (net als IRIS om de veiligheid binnen scholen in kaart te brengen) kunnen komen om de patiënt/consument vooraf inzicht te geven als aanvulling op dit reeds geregelde gedeelte van de (waren)wet. Het is dus slechts een verbetering van PATIENT veiligheid als de HANDELINGEN worden gekoppeld aan de frequentie, het vermogen en de algehele classificatie van de apparatuur onder MEDISCH vallen. Voor de laatste categorie wordt al voorgesteld om een register van incidenten of geschrapte behandelaars openbaar te maken.

Vraag5

In het voorgestelde artikel 78a Wet BIG (art. I, onder VV) wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om een beroepsbeoefenaar te gelasten zijn beroepsuitoefening onmiddellijk te beëindigen. Een dergelijke last kan worden gegeven indien voortzetting van de beroepsuitoefening naar verwachting een gevaar voor personen oplevert. De last duurt totdat de tuchtrechter over het functioneren van de beroepsbeoefenaar een oordeel heeft gegeven. Dat biedt de mogelijkheid een beroepsbeoefenaar in zeer ernstige gevallen te dwingen de beroepsactiviteiten op uiterst korte termijn te staken.

Lijkt u dat de mogelijkheid van een Last tot Onmiddellijke Beëindiging van de Beroepsuitoefening om in ernstige gevallen een beroepsbeoefenaar het werken te beletten totdat de tuchtrechter een oordeel heeft gegeven over het functioneren van de beroepsbeoefenaar een goed middel of ziet u andere, minder ingrijpende mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken?

Ja dat is een bevorderende maatregel. MAAR het begrip gevaar dient te worden genuanceerd. Artsen (zoals nu wordt beschouwd in het UMC) die het overlijden van mensen door hun handelen hebben versneld of zelfs verwijtbaar maken door foute beslissingen of andere grove fouten moeten in afwachting buiten spel worden gezet om verder gevaar te voorkomen. Als een patient een beetje buikpijn heeft als bijwerking van een medicijn is niet altijd sprake van gevaar, hoewel dit door een patient in paniek en boosheid wel zo kan worden genoemd. Wordt een arts dan buiten spel gezet dan kunnen ECHTE zieke patiënten niet worden geholpen, wat mogelijk meer gevaar op levert. Dus ERNSTIG en GEVAAR dienen te worden omschreven. Ook voor behandelaars die onder de warenwet vallen !
Indien een klant een lichte en oppervlakkige verbranding aan de huid oploopt omdat zij (tegen de behandelvoorschriften in) bijvoorbeeld lokaal hormoonzalf gebruikt of door haar lifestyle (het gezonde buiten bewegen, fietsen, bootcampen, etc.) iets getinte huid heeft en dit verzuimt te melden dan is dit niet ernstig en verwijtbaar aan de patiënt. Dit is een zeer vervelend voorval maar hiervoor hoeft de behandelaar niet meteen te worden "opgehangen".

Vraag6

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten die dit wetsontwerp tot gevolg hebben.

Ziet u mogelijkheden om hetzelfde resultaat te bereiken zoals beschreven in dit wetsontwerp met minder administratieve lasten tot gevolg?
Er zijn voldoende alternatieven in strafrechtelijke sfeer EN de geschatte kosten zijn vele malen te laag ingeschat. Dit zouden de kosten zijn voor registratie en "griffierechten" maar de verdere kosten voor de CMT/tuchtraad, advocaten, rechtsvertegenwoordigers, OM en anderen die zich hierover dienen te buigen zijn niet meegenomen. Ik zie ook nergens kosten voor controle, handhaving en compensatie voor economische schade die is ontstaan uit de consequenties van schorsing die mogelijk onterecht is geweest als dit voorstel in zijn huidige vorm zou worden doorgezet. Daar spreken we dan eerder over miljoenen per jaar.

Vraag7

Is het u voldoende duidelijk wat dit wetsvoorstel beoogt en zo niet, op welke onderdelen denkt u dat het wetsvoorstel verbeterd of verduidelijkt kan worden?

Nee want het behelst een optimalisatie en modernisering van het tuchtrecht, zo wordt gepretendeerd. Echter kan bij acceptatie van dit wetsvoorstel door de Staten Generaal en goedkeuring door de Minister en Koninklijk besluit gegrepen worden naar het recht van de minister van Volksgezondheid naar een AMVB die pas NA invoering door de Staten Generaal kan worden beoordeeld. JUIST omdat nuances ontbreken in de artikelen waar dit kan worden toegepast, er hier vaak geen sprake is van onveilige situaties voor patiënten en reeds een duidelijke EUROPESE wetgeving voor bestaat zou dit eerder neigen naar discriminatie van een beroepsgroep door een sterke lobby dan naar het verhogen van reeds hoge veiligheid van consumenten en patiënten in het geval van behandeling met LASER, IPL, ULTRASOON en andere niet-medische apparatuur. Dus tuchtrecht loskoppelen van de bepaling of deze behandelingen voorbehouden moeten worden EN in welke gevallen wel of niet. (reeds eerder voorgesteld). Dit dient nader te worden benoemd in een andere bepaling en dient te worden gereguleerd op een manier die aansluit bij de beroepen, het kwalificatiedossier namens het MBO/kenniscentrum UV, de praktijk, de huidige en continue op de ontwikkeling aangepaste Europese warenwet, de economische gevolgen voor de branche en retail die hier ook in voorziet. Dit vereenvoudigt en verduidelijkt het huidige wetsvoorstel voor ALLE betrokken partijen. De wijzigingen in het tuchtrecht zijn verder wel redelijk toepasbaar op BIG geregistreerden maar hier dienen de NIET - BIG geregistreerden op een andere manier te worden bekeken, gezien de aard van de behandeling die doorgaans niet noodzakelijk / medisch is maar wenselijk of cosmetisch. Bijkomend onderscheid zit vaak ook in het feit dat de laatstgenoemde behandelingen NIET onder de recente zorgwet vallen, NIET worden vergoed door zorgverzekeraars en de aanbieder NIET wordt bepaald door de zorgwet maar wordt gekozen door de consument/niet- patiënt.

Vraag8

Zijn er onderdelen in het ontwerp die naar uw mening beter anders geregeld kunnen worden om de doelstellingen van dit wetsontwerp te realiseren?
Zie antwoord op vraag 7.
Verder zou er vooraf MEER gecommuniceerd moeten worden naar betrokkenen. Zo'n 80 % van de zorgaanbieders die hiermee in aanraking gaan komen of nu een genoemde behandeling uitvoert heeft geen benul van de aard van op komst zijnde voorstellen.
Tevens weten consumenten patienten NU en STRAKS niet waar ze aan toe zijn dus laten het aan zich voorbij gaan. Tevens is er geen enkele rekening gehouden met de circa 5000 professionals die nu met de straks voorbehouden apparatuur werken, waar nagenoeg GEEN incidenten plaatsvinden. Deze dienen straks INDIVIDUEEL bezwaar te maken, zo heeft het Ministerie ons geinformeerd. Deze duizenden bezwaren kunnen voorkomen worden door loskoppeling van dit voorstel een een andere vorm van regulering.
NB met de 5000 bedoelen we een indicatie van het aantal behandelaars en NIET het aantal ANBOS leden. Van de 5500 ANBOS LEDEN werkt slechts 10-15 % met die apparatuur. De overige behandelaars zijn GEEN lid van de ANBOS omdat dit hen steeds minder meerwaarde biedt of hun vooropleiding / achtergrond reeds voldoende deskundigheid mee heeft gegeven zonder gediplomeerd schoonheidsspecialiste te zijn (wat een eis is tot toelating bij de ANBOS). Ook niet leden van de ANBOS kunnen aantoonbaar deskundig zijn en gezamenlijk een grote beroepsgroep behandelaars vormen die echter niet in een collectief zijn verbonden. Een parallel beroepsgroep wordt gevormd door IT-ers die met 10-duizenden hun vak uitvoeren, hiermee bij uitzondering een gevaar voor anderen kunnen vormen door hacken, ID diefstal maar niet tot een collectief zijn aangesloten.