Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

Reactie

Naam Avebe UA (dr. P.M. Bruinenberg)
Plaats Veendam
Datum 26 juli 2018

Vraag1

Wat vindt u van het ontwerpwetsvoorstel en de memorie van toelichting waarin de minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking technisch is uitgewerkt?
Toelichting maakt niet duidelijk wat het netto CO2 effect is van de gecombineerde warmte- en elektriciteitsopwekking via industriële WKC voor een landelijk elektriciteitsnetwerk waarbij elektriciteitsopwekking plaatsvindt met nu nog energetisch laag efficiëntie centrales. Door één output component van het WKC-systeem extra te belasten kunnen niet bedoelde effecten optreden. CO2 belasting op ALLE elektriciteit opgewekt met een WKC leidt tot verdere verslechtering van economisch rendement van de WKC. Sluiting van WKC leidt voor dat deel in het elektriciteit netwerk van vandaag netto tot een verhoging van de CO2-uitstoot met 25-30 %. Een verhoging van de CO2 die uiteindelijk mogelijk ergens anders weer gecompenseerd moet worden door extra energiereductie elders.
• Wij pleiten voor om in de energietransitie periode tot 2030 en 2050 de positie van de industriële WKC te beschermen om de uiteindelijke doelstellingen voor CO2-reductie te realiseren.

Vraag2

Wat vindt u van de wijze waarop de ETS-prijs wordt vastgesteld om de hoogte van de nationale heffing te bepalen?
geen commentaar (zie ook vraag 6)

Vraag3

Wat vindt u van de uitzondering voor inrichtingen die uitsluitend elektriciteit opwekken met noodstroomaggregaten?
akkoord

Vraag4

Wat vindt u van het beleggen van de uitvoeringstaak voor de minimum CO2-prijs bij de Nederlandse Emissieautoriteit?
akkoord. Nb de administratieve last kan voor bedrijven hoog worden indien er gecombineerde effecten zijn (zie vraag6)

Vraag5

Wat vindt u van de wijze waarop in de memorie van toelichting wordt voorgesteld om om te gaan met restgassen?
akkoord

Vraag6

Wat vindt u van de wijze waarop in de memorie van toelichting wordt voorgesteld om om te gaan met elektriciteitsemissies van warmtekrachtkoppelingen?
• Wij pleiten voor om in de energietransitie periode tot 2030 en 2050 de positie van de industriële WKC te beschermen om de uiteindelijke doelstellingen voor CO2-reductie te realiseren.
• Indien van toepassing (zie hieronder) zou altijd het uitgangspunt moeten zijn dat CO2-belasting alleen wordt toegepast op de elektriciteit die door een inrichting netto aan het net geleverd wordt. Deze hoeveelheid is goed meetbaar (en dus handhaafbaar) zonder dat er extra administratieve last plaatsvindt.
• We stellen voor om de CO2 belasting op elektriciteit te corrigeren voor de CO2-rendementen en niet zoals in het ETS systeem voor het energetische rendement van de gescheiden warmte- en elektriciteitsopwekking. Theoretisch kan dit zelfs leiden tot negatieve belasting op CO2 voor E met een WKC opgewekt. Hiermee wordt ten principale het netto nuttige CO2-effect van een WKC gedurende de energietransitie beloont. Deze beloning wordt nul op het moment dat het totaal CO2-rendement van een WKC gelijk is aan het totaal CO2-rendement van de elektriciteitsmix van het net. Na dit moment is een CO2-belasting een instrument om sluiting van WKC te bevorderen en het bedoelde CO2-reductie effect te bewerkstelligen. Deze uitwerking leidt wel tot een extra administratieve last.
• Alternatief is om tot 2030 een complete vrijstelling van deze voorgestelde CO2 belasting voor elektriciteit opgewekt via WKC. Elektriciteit is voor een WKC ‘slechts’ een nuttig bijproduct van de warmteopwekking. In een beleid waar (extra) warmtebenutting van traditionele energiecentrales via SDE-subsidies gestimuleerd wordt lijkt ons bescherming van de WKC een goed verdedigbaar uitgangspunt zolang het totaal CO2-rendement van een WKC hoger is dan het totaal CO2-rendement van de elektriciteitsmix van het net. Voor ETS-bedrijven met WKC’s leidt dit niet tot een extra administratieve last.