Aangepaste Beleidsregel mededinging en duurzaamheid

Reactie

Naam MVO Nederland (mr.drs. S.D. Justice)
Plaats Utrecht
Datum 31 januari 2016

Vraag1

1. Biedt de aangepaste beleidsregel (zowel artikelen als toelichting) meer duidelijkheid en handvatten om duurzaamheidsinitiatieven binnen het mededingingskader vorm te geven en een self assessment uit te voeren? Indien u van mening bent dat de aangepaste beleidsregel minder duidelijkheid en handvatten biedt, licht toe hoe dit verbeterd zou kunnen worden.
MVO Nederland ondersteunt het voornemen van de Minister om maximaal de ruimte te zoeken binnen het bestaande mededingingskader en om duidelijkheid te verschaffen aan de ACM en partijen voor hun self-assessment. Maar het huidige voorstel schiet hierin ons inziens nog te kort. MVO Nederland verwijst voor een nadere onderbouwing naar de reactie van de SER en pleit voor het overnemen van de voorstellen die de SER in haar reactie doet.

Vraag2

2. Zou de aangepaste beleidsregel ook moeten worden gebaseerd op artikel 6, eerste lid, Mededingingswet (kartelverbod) door gebruik te maken van de zogenoemde leer van de inherente beperkingen? Wat zijn hierbij volgens u de voor- en nadelen? Licht toe, wanneer u van mening bent dat de beleidsregel ook op artikel 6 eerste lid moet worden gebaseerd, hoe dit volgens u concreet vorm zou moeten krijgen.
MVO Nederland vindt het een gemiste kans dat dit nu niet is gebeurd. Ook hier verwijzen we naar de uitgebreide reactie van de SER en pleiten we voor het overnemen van de voorstellen van de SER.

Vraag3

3. Welke behoeften en wensen bestaan er bij u voor duidelijkheid vooraf of mededingingsbeperkende afspraken t.b.v. duurzaamheid zijn toegestaan? Bijvoorbeeld een (in)formele uitspraak vooraf door de ACM of praktische ondersteuning d.m.v. tools voor betrokken partijen. Graag hierbij aangeven hoe deze duidelijkheid vooraf vormgegeven zou moeten zijn. Benoem hierbij ook de voor- en nadelen.
Ook hier onderschrijft MVO Nederland de reactie en voorstellen van de SER. De behoefte aan verduidelijking en ondersteuning vooraf is urgent bij de processen die moeten leiden tot de IMVO convenanten en speelt ook binnen (vrijwillige) MVO Netwerken waarin de deelnemers tot gezamenlijke verbetertrajecten willen komen.

Vraag4

4. Welke alternatieven of mogelijkheden, naast de aanpassing van deze beleidsregel, ziet u om duurzaamheidsinitiatieven mogelijk te maken? Licht toe hoe dit concreet vorm zou moeten krijgen en benoem daarbij ook de voor- en nadelen.
Ook hiervoor verwijst MVO Nederland naar de reactie van de SER en pleiten we ervoor de voorstellen van de SER over te nemen. Met name bij innovatie trajecten is het creëren van experimenteerruimte zeer wenselijk.