Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV)

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Ermelo
Datum 23 mei 2022

Vraag1

U kunt van 10 mei tot en met 13 juni via deze website reageren op de regeling en de toelichting.
Met deze regeling wordt niet het beoogd effect bereikt.
Juist voor de bedrijven die gelokaliseerd zijn binnen 500 meter van een Natura2000 gebied, is deze regeling financieel totaal niet interessant. Deze bedrijven staan sinds 2004 op slot en mogen sinds 2004 niet meer uitbreiden en bestaan dus uit oude gebouwen. De gebouwen van deze bedrijven zijn op het moment dat de opkoopregeling ingaat 20 tot 50 jaar oud en deze bedrijven krijgen daarmee de allerlaagste gebouwenvergoeding. Als deze gebouwen goed zijn onderhouden, kunnen ze nog wel 20 jaar mee. De markteconomische waarde van dit soort bedrijven wordt normaliter bepaald aan de hand van de omzet en winst van het bedrijf. Economisch gezien draaien deze bedrijven over het algemeen juist uitstekend, o.a. omdat de leningen volledig afgelost zijn. De gebouwenvergoeding van de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderij is in sommige gevallen zelfs lager dan 3x de jaarwinst van het bedrijf. Dus je zou als bedrijf een financiële flater slaan als je met deze stoppersregeling mee zou werken. (afgezien nog van de belastingdruk).
Voor een stopperregeling zou dus minimaal gekeken moeten worden naar de economische waarde van het bedrijf. Nog beter zou zijn: een stoppersvergoeding voor de ammoniak die wordt ingeleverd: dus een vergoeding per mol/ha/jaar ammoniakuitstoot. Met een stoppersvergoeding per mol/ha/jaar zou er met enkele riante vergoedingen de grotere uitstoters dichtbij natura2000 gebieden over de streep kunnen worden getrokken en worden uitgekocht. Hiermee wordt de grootste milieuwinst gehaald, tegen de minste kosten.