Wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade Groningen

Reactie

Naam Groningen Centraal en Leefbaar Midden Groningen (Mr H.J. Scheffer)
Plaats Sappemeer
Datum 13 augustus 2018

Vraag1

Het voorliggende wetsvoorstel beoogt een adequate en onafhankelijke afhandeling van schademeldingen. Biedt het wetsvoorstel voldoende houvast om dit ook daadwerkelijk te regelen? Is de onafhankelijkheid van het zbo in uw mening voldoende geborgd? Ziet u in dit licht specifieke verbeterpunten?
Nee, absoluut niet. Naar nu al blijkt worden aan de deskundigen die in het schadeproces worden ingeschakeld geen kwaliteitseisen en eisen aan bouwkundige kennis gesteld. Zie de zeer open tenderaankondiging: https://www.tenderned.nl/tenderned-tap/aankondigingen/141961;section=3. Dit is in strijd met eerder gemaakte afspraken waarbij NIVRE certificatie als eis aan de deskundigen werd gesteld. Ook de onafhankelijkheidseisen zijn veel te zwak geformuleerd. Het zal de door eerder door NAM ingeschakelde 'experts' niet stoppen. De onderneming 10BE is al actief bezig om als mantelorganistatie in te schrijven. Het wordt doorgestoken kaart zonder contra-expertise

Vraag2

Het voorliggende wetsvoorstel beoogt de publiekrechtelijke afhandeling van alle schade als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg te regelen. Bent u het eens met het gehanteerde uitgangspunt dat het zbo zo veel als mogelijk de vrijheid krijgt om in zijn onafhankelijkheid na te denken over de te hanteren aanpak voor schade afhandeling? Ziet u, naast de in het wetsvoorstel benoemde aandachtspunten, nog andere punten?
Zelfstandige bestuursorganen hebben tot op heden vooral aangetoond dat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen. Zie bijvoorbeeld ProRail. Het is de ideale manier voor de Minister van EZ en de politiek om een situatie te creeeren waarbij niemand (politiek) verantwoordelijk is. Rechterlijke en beoordelende taken moeten in heldere structuur met duidelijke verantwoordelijkheden worden vastgelegd. Een Zelfstandig Bestuurs Orgaan is de ideale manier om verantwoordelijkheid te verdoezelen. Een slechte situatie wordt verslechterd.

Vraag3

De gekozen specifieke procedures zijn beoogd om de burger deskundigheid in de schadeberekening, efficiency en duidelijkheid te bieden. Vindt u de in het wetsvoorstel voorgestelde procedures via het Instituut Mijnbouwschade en de bestuursrechter aan deze doelstellingen voldoen?
Nee, en de uitvoering blijkt dat er weinig van terecht komt. De tender documenten van de Tijdelijke Commissie Mijnbouw Schade geven duidelijk aan dat het vooral een exercitie in gebrekkige eisen en gebrekkig toezicht met al even gebrekkige beroepsmogelijkheden wordt. De arbiters mijnbouwschade functioneerden, dus die moeten weg. De civielrechtelijke aanpak begint te werken, dus dat moet weg. Dit is een systeem en opzet met maar een doelstelling: niet te werken en de verantwoordelijkheid te verdoezelen.

Vraag4

In dit voorstel wordt de mogelijkheid opgenomen voor de rechtbank om prejudiciële vragen te stellen aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hiermee wordt een snellere afhandeling van beroepszaken beoogd. Vindt u dit een geschikte oplossing?
Nee, zoals prof A Hammerstein op 14 December 2017 op het congres mijnbouwschade in Nieuwspoort aangaf is er geen behoefte aan nieuwe regels en procedures. De huidige procedures functioneren prima. Het wekt stellig de indruk dat ze naar de smaak van de Minister te goed functioneren, zodat er weer een nieuwe laag van verwarring moet worden opgebouwd. Ook aan de Hoge Raad zijn net prejudiciele vragen gesteld. Dit is een poging om gezonde ontwikkelingen in de civiele rechtspraak te frustreren. De Raad van State is niet de juiste instantie om dit soort vragen te beantwoorden.

Vraag5

Heeft u nog algemene aandachtspunten die u wil meegeven in relatie tot het voorliggende wetsvoorstel en memorie van toelichting?
Het verdient overweging om deze voorstellen onmiddelijk te trekken. Ze dienen alleen maar om een nieuw rookgordijn en minder verantwoordelijkheid voor alle betrokkenen op te trekken. Dat is maatschappelijk zeer onwenselijk. Het verdient overweging om zich te realiseren dat ook de Arbiter Bodembeweging redelijk NAM en Overheidsgezind begon. Naarmate het begrip bij de betrokken instanties toeneemt, neemt de neiging om de standpunten van de NAM en Ministerie EZ serieus te nemen af. Zie ook de werdegang van Nationaal Coordinator Hans Alders, een NAM vriend die afscheid genomen heeft. Hier winnen alleen overheid en NAM en worden onafhankelijke partijen uitgeschakeld.